Code+ 1.1 Flashcards

1
Q

Heeft je vader de boodschap goed (ilettin mi)?

A

overgebracht

Overbrengen:
een bericht aan iemand vertellen
synoniem: doorgeven

ik breng over (… ik overbreng)
jij/u brengt over (… jij overbrengt)
hij/zij brengt over (… hij overbrengt)
wij/zij/jullie brengen over (… wij overbrengen)
ik/jij/u/hij/zij bracht over (… ik overbracht)
wij/zij/jullie brachten over (… wij overbrachten)
hij heeft overgebracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ik heb een … (mesaj) voor je van Jan

A

boodschap

de BOODschap
1-mondelinge of schriftelijke informatie
-synoniemen: bericht

2-levensmiddelen
vb: we gaan boodschappen doen
-synoniem: boodschappen

3-bedoeling van een boek, film e.d.
-vb: de boodschap van dit boek is: ouders zijn verantwoordelijk
-synoniemen: tendens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wilt u uw as in …(kültablası) doen?

A

de asbak

ASbak
-bakje waar rokers hun as en peuken in doen

de as:kül

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ze … (vurgulamak) dat het belangrijk is om goed te luisteren.

A

benadrukt

beNAdrukken
-het beter laten uitkomen, er nadruk op leggen
vb: hij benadrukte nog eens dat ik mijn best moest doen
synoniemen: markeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hij … (onayladı) het gerucht dat Jan aangekomen was

A

bevestigde

beVEStigen

regelmatig werkwoord

-ergens aan vastmaken
vb: hij bevestigde de kar aan de auto
synoniem: vastzetten
tegenstelling: losmaken
-er ja op zeggen, zeggen dat het klopt
vb: hij bevestigde het gerucht dat Jan aangekomen was
synoniemen: beamen onderschrijven
tegenstellingen: ontkennen
-het nog eens duidelijk maken
vb: zijn verhaal bevestigt dat het een rommeltje is in Den Haag
synoniem: bezegelen

het gerucht:söylenti

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

ik had dit veel zwaarder … (tahmin etmiştim).

A

ingeschat

INschatten

regelmatig werkwoord

nauwkeurig kijken hoe zwaar het is/ tahmin etmek

synoniem: afwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hij hield een verhaal, maar er was geen …(etkileşim) met de zaal

A

interactie

de interACtie

zelfstandig naamwoord

het steeds op elkaar reageren
vb: hij hield een verhaal, maar er was geen interactie met de zaal
synoniem: wisselwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De man heeft een volle asbak in zijn
hand die hij heel rustig … (omdraaien), zodat de inhoud op straat valt.

A

omkeert

OMkeren= zich OMdraaien

1-het in tegenovergestelde richting brengen
vb: zij heeft de pan met aardappels omgekeerd
synoniemen: keren omdraaien wentelen
2-in tegengestelde richting gaan
vb: op weg naar zijn werk is hij omgekeerd
synoniemen: keren omdraaien teruggaan
3-je lichaam op een andere kant leggen
vb: zij heeft zich in bed omgekeerd
synoniem: omdraaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het is … (kaba) om daar zo binnen te stormen

A

onbeschoft

bijvoeglijk naamwoord

onbeSCHOFT

ruw en onbeschaafd
synoniemen: grof boers lomp
tegenstelling: fijn

onbeschoft=onbeleefd * belefd
kaba * kibar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Iedereen heeft daar … (bilinçaltı) een bepaalde voorkeur in.

A

onbewust

onbeWUST

-terwijl je het niet beseft
vb: onbewust heeft hij toch voor jou gekozen
tegenstellingen: bewust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mag ik u even … (yarıda kesmek)?

A

onderbreken

onregelmatig werkwoord

onderBREken
1-er voor een tijdje mee stoppen
vb: de opname werd onderbroken voor de lunch
synoniem: schorsen
2- iemand laten stoppen

ik onderbreek
jij/u onderbreekt
hij/zij onderbreekt
wij/zij/jullie onderbreken
ik/jij/u/hij/zij onderbrak
wij/zij/jullie onderbraken
hij heeft onderbroken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe pak je dat aan zonder dat je het gevoel hebt dat je … (zorlamak,ısrar etmek)?

A

je opdringt

onregelmatig werkwoord

OPdringen zich
1-naar voren dringen
vb: de mensenmassa drong op naar de ingang
2-voortdurend op een vervelende manier contact maken
vb: zij dringt zich steeds op aan mijn vrienden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

mijn … (uzmanlık alanı) is computertechniek

A

vakgebied

het VAKgebied
het terrein waar iemand zich in een bepaald vak of een bepaalde studie mee bezighoudt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zij …(yerleştirmek) de sleutel in het slot

A

steekt

STEken
1-hem raken met een puntig voorwerp
vb: de wesp stak in mijn wang
synoniem: pikken
2-het erin of erop doen
vb: zij steekt de sleutel in het slot
3-erin vastzitten
vb: we bleven steken in de nauwe gang
4-eraan besteden
vb: hij steekt al zijn geld in cd’s

ik steek
jij/u steekt
hij/zij steekt
wij/zij/jullie steken
ik/jij/u/hij/zij stak
wij/zij/jullie staken
hij heeft gestoken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly