Col 1. Introductie Flashcards

Col1 1 + boek H1+2 (37 cards)

1
Q

Microcircuit

A

Geschakelde neuronen op lokaal niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neural network

A

= macrocircuits; lange afstandsconnecties tussen verschillende breinregio’s

  • corticocorticaal
  • thalamocortiaal
  • corticothalamisch
  • corticofugaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Neural system

A

verzameling neural networks

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Broadmann Area’s

A

52 veschillende cortexgebieden obv celarchitectuur (in beled gebracht met histologie) aangegeven met BAnr.
- BA 17 = V1 = striate cortex = primair visueel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Neocortex

A

90% van alle cortex, reguliere gelaagdheid met 6 lagen

- laag IV = input, laag V = output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mesocortex

A

met name paralimbische cortex, heeft 3-6 lagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Allocortex

A

met name hippocampus en olfactoir, 1-4 lagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Corticale kolommen

A

verbindingen tussen hogere/lagere lagen binnen zelfde gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Lobus frontalis

A

prefrontale cortex + motor cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Primaire motorcortex

A

precentrale gyrus; input uit premotorcortex, thalamus, cerebellum –> aansturing afdalende banen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Premotorcortex

A

motorische conrole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

supplementaire motorcortex

A

planning en sequencing van motoriek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Heschl’s gyrus

A

gyrus temporalis superior; primaire auditieve cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Unimodale associatiecortex

A

secundaire gebieden volgens hiërarchie; processing van informatie die betrekking heeft op een specifieke modaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Multimodale associatiecortex

A

tertiaire gebieden volgens hiërarchie; = hogere orde associatie cortex, minst specifiek, processing van informatie die betrekking heeft op meerdere modaliteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prefrontale cortex

A
  • DLPFC, VLPFC, MPFC, orbitofrontale cortex

- executieve functies; plannen, organiseren, gedrag reguleren en uitvoeren

17
Q

Lokalistisch perspectief

A

Specialistische delen die (groot-en-deels) individueel functioneren

  • structuren die STRUCTUREEL van elkaar verschillen hebben ook verschillende FUNCTIES
  • ondersteund door symptomen bij specifieke laesies
  • grondleggers:
    • Franz Jeseph Gall
    • John Hughlings Jackson
    • Paul Broca
18
Q

Holistisch perspectief

A

Gehele brein dat samenwerkt; gedrag van geheel ontstaat uit INTERACTIES tussen delen, geheel is NIET gelijk aan simpele som der delen

  • er zijn GEEN onafhankelijk functionerende gebiedjes
  • communicatie via witte stof banen
  • Marie-Jean-Pierre Flourens; wel enige grove functionaliteit scheiding (duiven)
  • Claude Bernard
19
Q

Frenologie

A

Palperen van bobbels op de schedel om iemands karakter af te leiden, gebaseerd op het idee van anatomische personologie

20
Q

Anatomische personologie

A

Wanneer een bepaalde breinfaculteit meer gebruikt wordt treedt er groei op –> zorgt voor bobbels op schedel –> je kunt op basis van anatomie dus iets zeggen over iemands persoonlijkheid

21
Q

Aggregate Field Theory

A

Holistische theorie van Flourens; geen specifieke locatie voor geheugen of cognitie –> hele brein doet mee aan gedrag

22
Q

Projectiebaan

A

witte stofbaan, cortex subcorticaal

23
Q

Homotopische commissuurbaan

A

kruisende witte stofbaan; verbinding tussen twee dezelfde gebiedjes in beide hemisferen

24
Q

Heterotopische commissuurbaan

A

kruisende witte stofbaan; verbinding tussen twee verschillende gebiedjes in beide hemisferen

25
Associatiebaan
ipsilaterale witte stofbaan; projectie naar ander gebiedje in ZELFDE hemisfeer
26
Functionele hiërarchie van Luria
complex gedrag is opgebouwd uit subcomponenten die geïntegreerd worden, volgens twee principes: - law of hierarchical structure - law of deminishing specificity
27
Law of hierarchical structure
integratie van subcomponenten gaat via een seriële hiërarchie; top-down of bottum-up - hiërarchie is ontstaan obv evolutie: primair = lagere orde --> tertiair = hogere orde
28
Law of deminishing specificity
hoe hoger in de hiërarchie, hoe MINDER specifiek de codering van informatie - primaire gebieden heel specifiek: M1 codeert op niveau van 1 vinger, V1 voor specifieke locatie gezichtsveld - associatie gebieden weinig specifiek: SMA/PM coderen op niveau van bepaalde handeling, FFA op niveau bepaalde gezichten
29
Small world architecture
- veel korte lokale verbindingen, met enkele lange afstandsverbindingen - -> lokale efficiëntie (scheiding van functies) + snelle communicatie naar andere modules
30
Structurele connectiviteit
= anatomische connectiviteit; gebieden zijn structureel met elkaar verbonden via witte stof - beeldvorming: DTI
31
Functionele connectiviteit
temporele correlaties tussen activiteit in verschillende gebieden - beeldvorming: EEG (resting state connectivity)
32
Effectieve connectiviteit
causale verband tussen activitiet in verschillende gebieden
33
Diaschisis
Verlies van functionaliteit in bepaald gebied door veranderingen in connectiviteit met andere gebieden
34
Neurorevalidatie
beïnvloeden van neurale circuits - aspecifiek: algehele fitheid, verrijkte omgeving - bottum-up: vanuit omgeving, specifieke sensorische en motorische stimulaties - top-down: vanuit instructie; inbeelding, aandacht richten - breinstimulatie: opheffen van inhibities (rTMS)
35
Cognitie
process of knowing; bewustzijn, perceptie, redeneren
36
Neuroscience
bestuderen van organisatie en functioneren van zenuwstelsel
37
Neuron doctrine
Santiago Ramón y Cajal; zenuwstelsel bestaat uit losse neuronen, elektrische geleiding in 1 richting