College 7 - Obsessief – compulsieve stoornis Flashcards
(37 cards)
Obsessief - compulsieve stoornis (OCS/OCD)
- je hebt dwanggedachten (obsessies)
- je hebt dwanghandelingen (compulsies)
Je hebt dwanggedachten
- terugkerende, nare, beangstigende ideeën/beelden/impulsen
- die angst of onrust oproepen,
- waaraan je je moeilijk kan onttrekken
je hebt dwanghandelingen
- zich herhalende handelingen
- vaak met als doel angst of onrust weg te nemen
Egosyntoon versus egodystoon
ervaar je iets alsof het van jou is of bij je hoort, of is het iets wat niet van jou komt maar het is wel in je hoofd
Ocs leidt vaak tot…
vermijding, om dwanggedachten en handelingen te voorkomen
Wanneer heb je het?
> 1 uur per dag aanzienlijk leed en interferentie met dagelijks leven
- geen gevolg van medicatie, drugs of lichamelijk ziekte
Dimensies
1) smetvrees
2) agressie en verantwoordelijkheid
3) religieuze en seksuele obsessies
4) symmetrie, ordening, herhalen, tellen
Voorbeelden van dwanggedachten
(gevaren, ziektes, viezigheid, symmetrie, religie, de dood, agressie)
- ‘’deze dingen maken me ziek’’
- ‘’er zal een ramp gebeuren’’
- ‘’anderen worden vies als ik naar ze kijk’’
- ‘’ik word dom als ik naar een geestelijk gehandicapte kijk’’
- ‘’als ik aan Hitler denk, verandert mijn persoonlijkheid’’
Voorbeelden van intrusies
Intrusies: gedachten/beelden over akelige, gekke of gênante dingen
- ‘’ik wil mijn moeder vermoorden’’
- ‘’als ik die man een zetje geef, ligt hij zo op het spoor als de trein eraan komt’’
- Het stuur zomaar omgooien in de auto, terwijl je op de snelweg rijdt
Thought action fusion (TAF) =
dat ik dit denk is het net zo erg als het doen of maakt de kans groter dat ik het doe
Thought event fusion (TEF) =
dat ik dit denk maakt de kans groter dat het gebeurt
Thought object fusion (TOF) =
dat ik dit denk, verandert dingen of gebeurtenissen
OCS en verwante stoornissen
- Morfodysfore stoornis (Body Dysmorphic Disorder; BDD)
- Verzamelstoornis (Hoarding disorder)
- Haaruittrekstoornis (Trichotillomanie)
- Huidpulkstoornis (Exoriatiestoornis)
- OCS door middel/medicatie/somatische aandoening
- Andere gespecificeerde OCS of verwante stoornis
- Ongespecificeerde OCS of verwante stoornis
Diagnostiek - instrumenten
- Screening
o OCD schaal van Child Behavior Checklist (CBCL)/ Youth Self-report (YSR)
o Short OCD Screener - Verdiepende diagnostiek
o Children’s Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (CY-BOCS)
o Klinisch interview (SCID-5 Junior of K-SADS)
Diagnostiek - differentiële diagnostiek
- tics
- depressie
- autisme
- eetstoornis
- schizofrenie
Tics/ syndroom van Gilles de la Tourette
Verschil dwang en tics:
- intentie van gedrag
- dwanghandeling heeft als doel angst reduceren, te zien als noodzakelijk kwaad om angst te bestrijden
- tics verminderen urge/sensatie
genetisch verwantschap verondersteld tussen dwang en tics
Depressie
- depressie vaak secundair aan dwang
- gedachten bij depressie: schuld, mislukken, waardeloos voelen, egosyntoon, niet neutraliseren
Autisme
Verschil dwang en rituelen/stereotypen
- rituelen zijn egosyntoon
- geen angst als aanleidingen, meer controle hebben over je wereld
OCS kan comorbide zijn aan autisme
Eetstoornis
- dwangmatige gedachten of rituelen egosyntoon
- beperkt tot eten of lichaamsomvang
Geen OCS bij alleen eten als thema
Schizofrenie
- dwangrituelen vreemd/bizar, bijzondere gevolgtrekkingen, maar ook weinig egodystoon
- realiteitstoetsing, denkstoornissen (inhoudelijk of formeel)
- iemand met een psychose denkt dat het écht waar is
Prevalentie
2-3% alle leeftijden
0.5-2% kinderen en jongeren
start in jeugd bij 30-70% vd volwassenen
gemiddelde aanvangsleeftijd dwang ong 10 jaar
iets meer vrouwen dan mannen, maar iets meer jongens dan meisjes
age of onset bij jongens vroeger
Comorbiditeit
80-90% heeft ook een andere psychische stoornis
-50-60% angststoornis
-tot 60% tics
-25-60% depressie
-25% adhd
-5-10% ass
-10% eetstoornis
Etiologie
40% genetische factoren en 51% door niet-gedeelde omgevingsfactoren
- Brein
o Meer activiteit in neurale netwerken voor affectieve en gewoontevormingsprocessen
o Minder activiteit in neurale netwerken voor cognitieve controle - Omgeving
o Geen bewijs voor ouders, gezinsproblemen, trauma’s
o Wel aanleidingen: toegenomen verantwoordelijkheid, informatie over gevaren (asbest, vogelgriep), puberteit
2 psychologische verklaringsmodellen
- 2 fase model
- cognitief model