College 7 SOCIALE ONGELIJKHEID Flashcards

(20 cards)

1
Q

Sociale stratificatie

A

is een systeem waarmee een
samenleving categorieën van mensen rangschikt in een bepaalde hiërarchie. De verdeling van rijkdom is geen lot uit
de loterij, maar het wordt maatschappelijk gestructureerd; mensen worden geboren in een omgeving waar veel
maatschappelijk succes te behalen valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vormen van Ongelijkheid

A
  • Scheefheid: in hoeverre de beschikbare middelen in de samenleving scheef
    verdeeld zijn in absolute (bijv. euro’s) en relatieve (bijv. hoeveel keer meer heeft
    iemand iets dan ik) zin.
  • Openheid
    ֍ Mobiliteit: in hoeverre in het mogelijk om jezelf omhoog te werken in de
    samenleving of juist terug te vallen?
    ֍ Sociale afstand: in hoeverre kijkt een groep op tegen een hogere klasse en neer op een lagere klasse.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het kastenstelsel

A

is een sociale stratificatie op basis van
afkomst. Mensen worden in een bepaalde kaste geboren en blijven daarin, doordat er geen mogelijkheid is tot verbetering of verslechtering. In India wordt dit kastenstelsel nog gebruikt en er is een vereiste dat trouwen alleen binnen dezelfde kaste mag (= endogaam huwelijk). Daarbij mogen mensen ook alleen met anderen omgaan van dezelfde kaste, anders wordt een “zuiver” persoon
“besmet”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

feodale stelsel

A

Waarbij er aan de top de kerk met zijn priesters staat (en de koning) en onderaan de boeren en lijfeigenen. Hierbij geldt ook dat het nagenoeg onmogelijk is je op te werken in de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sociale stratificatie wordt van generatie op generatie doorgegeven: * Reproductie

A

de waarschijnlijkheid dat jij tot dezelfde sociale klasse behoort als je ouders.

Het idee van reproductie is erg belangrijk in de sociologie. Dit omdat je afkomst (inkomen, opleiding en beroepsstatus van de ouders) invloed kan hebben op je bestemming, maar dit kan beïnvloedt worden door een opleiding.
Ouders hebben invloed op het opleidingsniveau dat een kind bemachtigd,
waardoor ze een invloed hebben op jouw plek in de samenleving. Ouders willen in de regel dat hun kinderen tenminste evengoed af zijn als zichzelf, en in onze samenleving bereikt men dat door een goede opleiding en baan die beïnvloedt worden door verschillende hulpbronnen:
֍ Economisch kapitaal: lesgeld, bijles en vrije tijd.
֍ Sociaal kapitaal: informatie en gunsten.
֍ Cultureel kapitaal: opvoeding en vocabulair.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Sociale stratificatie wordt van generatie op generatie doorgegeven: * Mobiliteit

A

een deel van de bevolking stijgt of daalt op de sociale ladder door
individuele prestaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Klassenconflict

A

Sociale klassen zijn opgekomen in tijden van de industrialisering toen machines
intreding deden halverwege de 19e eeuw. Echter, kan industrialisering en
verstedelijking leiden tot armoede en sociale onrust, doordat er een toegenomen
arbeidsproductiviteit was die de vraag naar arbeid verkleind, waardoor er armoede
ontstaat: lage lonen, hoge werkeloosheid en slechte omstandigheden. Loonwerkers
hadden hierdoor een slechte onderhandelingspositie, maar arbeiders organiseerden zich later om zich te verzetten tegen hun situatie Sociale kwestie houdt in dat loonwerkers geen keuze hadden om niet te werken door de omstandigheden, omdat
ze anders verhongerden. Overheden namen de arbeidersbelangen uiteindelijk serieus
uit angst voor een socialistische revolutie. Vakbonden en arbeiderspartijen kregen een
permanente plek aan de onderhandelingstafel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Westerse oplossingen klassenconflict

A
  • Meritocratie: het verzwakken van grenzen tussen sociaaleconomische klassen
    door het stimuleren van sociale mobiliteit, zoals gelijke kansen en openheid.
  • Herverdeling: het verkleinen van de verschillen tussen sociale klassen door
    inkomensherverdeling van hoge naar lage klassen (gelijke uitkomst en scheefheid).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Meritocratie

A

Houdt in dat jouw positie in de samenleving wordt toebedeeld op basis van inzet en kunde. Zoals je in de praktijk wordt gesorteerd in een opleidingstraject op
basis van verwachtte prestaties afgeleid uit gestandaardiseerde toetsen, zoals CITO.
Het doel van meritocratie is het stoppen van klassenreproductie door toegang tot
(hoger) onderwijs. Dit doel is in zekere mate bereikt, want opleidingsniveaus zijn enorm
gestegen sinds WO2 en sociale mobiliteit is toegenomen tot de stabilisering in de jaren
90. Elite beroepen zoals bankdirecteur en arts worden ook minder gerespecteerd dan
enkele generaties geleden. De afstand tussen klassen in de samenleving is teruggetrokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Meritocratie werkt als een ideologie

A

Meritocratie werkt als een ideologie, omdat het publiek vertrouwen moet hebben in
een systeem om klassenidentiteiten op te lossen. Een gevolg van deze ideologie is de
toegenomen individuele verantwoordelijkheid voor de (niet) behaalde plek in de
samenleving. Maraget Thatcher zei dat armoede een persoonlijke stoornis was,
waardoor mensen dit aan hunzelf te danken hadden. Dit is een gevolg van wanneer
mensen te veel in meritocratie geloven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De verzorgingsstaat

A

De verzorgingsstaat wordt gezien als het resultaat van onderhandelingen tussen
georganiseerde belangen in de samenleving, met name de vakbonden en
werkgeversvereniging. In de Westerse democratie wordt het klassenconflict
uitgevochten in de politiek rondom sociaal beleid. In de wet wordt vastgelegd wat de
rechten en plichten zijn van mensen in de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
  • Morele kenmerken:
A

betreffen waarden die centraal staan in de
verzorgingsstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
  • Structurele kenmerken:
A

betreffen de inrichting en organisatie van de
staatsvorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functies van de verzorgingsstaat

A

De verzorgingsstaat is gebouwd op principes van solidariteit en het bestaansrecht, met
als doel het minimaliseren van werkeloosheid en het uitroeien van armoede, op drie
manieren:
- Werknemersbescherming
- Horizontale herverdeling
- Verticale herverdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Werknemersbescherming

A

de verzorgingsstaat voorziet werknemers van een zekere bescherming voor marktwerking door minimumloon, ontslagbescherming en ARBO wetgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Horizontale herverdeling:

A

de belangrijkste taak van de verzorgingsstaat in niet het gelijkschakelen van inkomens, maar het reduceren van inkomensverschillen
in de levensloop binnen de arbeidersklasse via collectieve verzekeringen (= voorbeelden van solidariteit), zoals werkeloosheidsuitkering, pensioen en
zorgverzekering.

17
Q

Verticale herverdeling:

A

het verkleinen van ongelijkheden tussen sociale klassen door inkomensherverdeling door progressieve inkomensbelasting,
toeslagen met middelentoets (huurtoeslag, zorgtoeslag, bijstand, heffingskorting) en sociale huur. Naarmate men meer verdient, moet men meer belasting betalen en verliezen ze het recht op toeslagen.

18
Q

Sociale Klasse in de Hedendaagse Samenleving

A

Sinds de jaren 80 heeft de verzorgingsstaat een ander karakter gekregen doordat het
verkeert in een budgettaire en paradigmatische crisis. Ineens kwam de
marktverstorende werking van sociaal beleid en nadelen van sociale voorzieningen
centraal te staan. De focus verschoof naar activerend en gericht beleid, en
flexibilisering van de arbeidsmarkt.

We zijn verschoven van een paternalistische verzorgingsstaat naar een participatie samenleving met privatisering van de overheid. De participatie samenleving zorgt ervoor dat er plichten worden gekoppeld aan sociale rechten. Neem als voorbeeld de bijstand, waarbij je niet alleen recht hebt op een vergoeding, maar ook de plicht om te solliciteren en het volgen van coaching trajecten.

19
Q

globaliseringtheorie

A

Deze theorie stelt dat Nederland tegenwoordig hoger opgeleiden leden heeft in de kenniseconomie en verzorgingsstaat, maar alle arbeiders hebben zich gevestigd in andere landen, zoals Bangladesch. De klasse-ongelijkheden zijn veelal geglobaliseerd, omdat transnationale bedrijven de productie exporteren naar lage-lonen landen, omdat arbeid hier te duur is en mensen voelen zich, door hogere opleidingsniveaus, niet meer geroepen om in de fabriek te staan. De
verzorgingsstaat speelt een rol in de export van productie, omdat lokale werknemers
niet meer rendabel zijn door het sociale stelsel (o.a. minimumloon en verzekeringen).

20
Q

Globalisering is een mes dat aan twee kanten snijdt:

A

1) Versterkt de onderhandelingspositie van multinationals, omdat ze buiten de
landsgrens kunnen opereren.
2) Beperkt de autonomie van de natiestaat.