communicatiewetenschappen Flashcards

(37 cards)

1
Q

beeldkader

A

de begrenzing van het beeld en dus het beeld dat de kijker ziet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beeldtaal

A

overdracht van ideeën, opvattingen, boodschappen … waarbij geschreven of gesproken taal vervangen wordt door beelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cineast

A

maker van een film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

internetmeme

A

populaire foto (of korte film) die viraal wordt verspreid en door verschillende internetgebruikers wordt bewerkt, waardoor er nieuwe verschijningsvormen ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

montage

A

de rangschikking van beelden en geluiden in een film

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

parafraseren

A

iets in andere woorden zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

picture superiority effect

A

overmacht van beelden op woorden als het gaat om het opslaan en opnieuw ophalen ervan in ons geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

scherptediepte

A

de afstand waarover een cameralens voorwerpen voldoende scherp kan afbeelden. Is het onderwerp scherp en de achtergrond wazig, dan heeft de foto weinig scherptediepte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

subcultuur

A

cultuur van een bepaalde groep in de samenleving met eigen opvattingen en gedrachtsregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

understatement

A

uitspraak waarbij iets veel minder erg wordt uitgedrukt dan het is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

visual content

A

vorm van communicatie waarbij een boodschap wordt overgebracht in de vorm van beeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

auteursrechten

A

rechten op creatieve uitingen, zoals liedjes, films en ontwerpen, die ervoor zorgen dat niemand anders ze mag kopiëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cameo

A

gast optreden van een persoon in een film, serie of stripverhaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

citaat

A

een letterlijke overname van een bestaande tekst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

influencer

A

iemand met een grote aanwezigheid op sociale media, met een publiek dat naar hun luistert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

intertekstualiteit

A

het verschijnsel waarbij (literaire) teksten verwijzingen bevatten naar andere (literaire) teksten

17
Q

parodie

A

een grappige of spottende nabootsing van een originele versie

18
Q

plagiaat

A

het overnemen van (een stuk van) het werk van anderen en dat laten doorgaan voor eigen werk

19
Q

vlogger

A

iemand die via internet in persoonlijke filmpjes content verspreidt voor een groot publiek

20
Q

Restaurateur

A

Hersteller van kunstwerken

21
Q

rivaal

22
Q

nominatie

23
Q

Inauguratie

A

Inwijdingsplechtigheid

24
Q

viraal gaan

A

Razendsnel over het internet verspreid worden

25
Resem
reeks
26
Bewerkstelligen
realiseren
27
parafraseren
Anders omschrijven, in eigen woorden navertellen.
28
complex
ingewikkeld, moeilijk
29
Efficiënt
werkzaam, doeltreffend, functioneel
30
Integreren
Eén worden, in een eenheid/geheel opgaan.
31
Viraal
Hier: zich als een virus verspreiden, zich (online) snel en goedkoop verspreiden.
32
Kadreren
in een lijst of kader plaatsen
33
Specifiek
In het bijzonder op iets gericht.
34
Wazig
Niet scherp, ondoorzichtig, onduidelijk
35
Symbolisch
Wat in de plaats van iets anders gebruikt wordt, bedoeld als teken.
36
Mediawijs
Verstandig gebruik makend van de (nieuwe) media.
37
Hoogwaardigheidsbekleder
Iemand die een hoog ambt heeft bij de overheid of een kerk.