Complicaties na Levertransplantatie Flashcards

(29 cards)

1
Q

PBC: is meer van de kleine galwegen
PSC: is meer van de grote galwegen

A

PBC en PSC gaan vaak samen met IBD, en dan vooral CU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke vroege complicaties komen het meeste voor na levertransplantatie?

A
  • galweglekkage
  • wondinfectie
  • bloeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leververvetting door overgewicht bij donoren, daardoor mindere kwaliteit van de organen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat bepaalt de uitkomst van een LTx?

A
  • donor orgaan
  • patiënt
  • operatie
  • complicaties eerste maanden
  • immunosupressie
  • leverziekte
  • maar ook de ervaring van het Ltx team
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

multi disciplinair is belangrijk bij transplantatie. het draait allemaal om teamwork.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

na een lever transplantatie bijna altijd 1 of meerdere complicaties:

A

lekkage, vernauwing (chirurgische aspecten)
door medicatie die de afweer onderdrukken
–> dus chirurgische en medische aspecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

levertransplantatie is een grote operatie in een zieke patiënt.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Levertransplantatie kan gepaard gaan met heel veel bloedverlies:

A
  • gemiddeld 3200 ml
  • minimaal 500 ml
  • maximaal 43.000 ml (dan worden er dus steeds bloedtransfusies gegeven en ook dat bloed verliest iemand weer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Je hebt chirurgische en medische complicaties :

A

medisch: vooral medicijnen, infecties, en reactie van het lichaam op het nieuwe orgaan.
chirurgisch meer dingen als: wondinfectie, nabloeding, ileus, lekkage galweganastomose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HAT: Hepatic Artery Stenosis, waardoor de bloedtoevoer naar de lever opeens geheel wordt gestopt.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeelden van chirurgische complicaties:

A

Wondinfectie, galwegstenose, galweg lekkage, bloeding, piggy back, VPT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Primary non-function (is een indicatie voor high urgente re-Ltx) en early allograf dysfunction (trage start van disfunctie en dus niet meteen indicatie voor her-Ltx)
En Early Allograf Dysfunction is een risicofactor voor mortaliteit en graft loss.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vasculaire complicaties en de behandeling er van:

A
  • vroege arteria hepatica trombose (HAT)
  • late arteria hepatica trombose (late HAT)
  • vena portae trombose/stenose
  • stenose piggyback cavo-cavostomie
    –> Behandeling:
  • retransplantatie (bij vroege HAT of galwegschade bij late HAT)
  • radiologische angiopalstiek/stent
  • chirurgische revisie
  • antistolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Controle van de doorbloeding van de lever na LTx:

A

routine op dag 0,1 en 5 en verder op indicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Galwegcomplicaties komen het meest voor na een lever transplantatie.
–> oorzaak: combinatie van chirurgische techniek en ischemische schade:

A
  • stenose galweg anastomose
  • gallekage+/- biloom
  • niet-anastomotische stricturen (NAS)
    –> Behandeling
  • ERCP of PTC of drainage
  • vaak herhaaldelijk
  • hepaticojejunostomie
  • retransplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gallekkage en stenose komen vaak kort na transplantatie voor.

17
Q

Bij DBD zijn galwegcomplicaties minder frequent dan bij DCD, komt door verschil in ischemie tijd.
Er is meer ischemische galwegschade na DCD donatie.

18
Q

medische complicaties in eerste 3 maanden na Ltx:

A
  • wondinfectie
  • abdominale infectie
  • virale infectie
  • NODAT
  • nierinsufficiëntie/AKI/CVVH
  • Delier
  • afstoting
19
Q

grootste risico op CMV infectie na een LTx.

20
Q

acute nierinsufficiëntie na LTx is ook een complicatie die kan optreden.

21
Q

we geven IS om rejectie te voorkomen:

A
  • acute cellulaire rejectie
    • vroeg –> AF/gGT. Portale ontsteking, endothelitis, cholangitis
    • laat –> AST/ALT. Centrale perivenulitis
  • chronische cellulaire rejectie
    • kan al > 6 maanden
    • bilirubine, AF/gGT
    • Ductopenie, obliteratieve arteriopathie
  • Humorale rejectie (hyperacuut)
    • DSA, onder immuunsuppressie
    • AST/ALT, allograft dysfunctie
    • CD4 kleuring
22
Q

door het gebruik van IS is de incidentie van acute rejectie gedaald. en is de overleving van het transplantaat verbeterd,

23
Q

bijwerkingen van IS:

A
  • verhoogd risico op infecties en op kanker
  • hypertensie
  • nierschade
  • diabetes mellutus
  • hyperlipidemie
  • osteoporose (en dus ook wervelinzakkingen)
24
Q

IS is dus een kwestie van balanceren tussen effect en bijwerkingen.

25
Na een LTx is het belangrijk dat iemand een gezonde leefstijl na streeft. Ook zijn er bepaalde leefregels en voedingsregels.
26
factoren die van invloed zijn op de overleving na een LTx:
- leeftijd donor en ontvanger - oorspronkelijke leverziekte - co-morbiditeit - transplantaatschade (ischemie/reperfusie, afstoting, chirurgisch-technisch) - complicaties na de transplantatie - bijwerkingen immunosuppressiva
27
terugkeer leverziekte:
- virale hepatitis (B en C) - auto-immuun leverziekten (PSC, PBC, AIH) - alcohol - NASH - HCC
28
lange termijn van een LTx wordt bepaald door:
- bijwerkingen van IS - galweg complicaties - terugkeer van leverziekte
29