Compliment

Question 1

neigen
neigde
heeft geneigd

Answer 1

склоняться

Hij neigt tot optimisme.
De dag neigt ten einde.
Nederlanders zijn van nature niet snel geneigd elkaar te complimenteren.

Question 2

redelijk

tamelijk, nogal

Answer 2

довольно

приличный, основательный

Question 3

af en toe

Answer 3

временами, иногда

Question 4

ontvangen
ontving
heeft ontvangen

Answer 4

получать, принимать (комплимент)

Iedereen heeft natuurlijk ervaring met het ontvangen van een beledigend compliment.

Question 5

Beledigen
beledigde
heeft beledigd
(krenken)

Answer 5

Обидеть, оскорблять

Question 6

Beledigend

ergerlijk, krenkend

Answer 6

Оскорбительный

Question 7

keurig (netjes)

Answer 7

аккуратный

Question 8

slordig

Answer 8

небрежный, неряшливый

Question 9

degene

Answer 9

тот, который

те, который

Question 10

beweren
beweerde
heeft beweerd

Answer 10

утверждать

Degene die het compliment geeft beweert impliciet dat hij iets over te zeggen heeft.

Question 11

betogen
betoogde
heeft betoogd

Answer 11

рассуждать

Question 12

ontkennen
ontkende
heeft ontkend

Answer 12

отрицать

Question 13

ondergeschikt

Answer 13

подчиненный, второстепенный, незначительный

Aan de andere kant kan een compliment ook juist iets onderschikts, iets kruiperigs hebben.

Question 14

kruiperig

Answer 14

угодливый, раболепский, подхалимский

Nederlanders zijn natuurlijk ook maar mensen, en daarom zijn ze soms bazig en soms kruiperig.

Question 15

gaaf

Answer 15

1) целый (heel)
2) цельный karakter
3) не битый, не мятый (fruit)
4) без изъяна (feilloos)
5) прекрасно! geweldig, prachtig, prima

Question 16

toegeven
gaf toe
heeft toegegeven

Answer 16

Согласиться, признать

Geef nu maar toe, dat…
Toegegeven!

Question 17

bekennen
bekende
heeft bekend

Answer 17

признаться

Question 18

erkennen
erkende
heeft erkend

Answer 18

признать, осознать