De hulpverlener als persoon Flashcards
(26 cards)
Wie wordt hulpverlener?
- persoonlijke interesses, die vorm kregen door je levensverhaal (affiniteit, aantrekkingskracht)
- identificatiefiguren
- persoonlijke kwetsbaarheid → drijfveer om te helpen
- het impliciete mensbeeld dat je hebt opgebouwd
Aspecten van het hulpverlenend beroep die voldoening geven
• Other-oriented motivatie: om anderen te helpen
- Self-oriented: om je goed te voelen en zin te geven aan je leven
- Intrinsieke bevrediging
- Extrinsieke bevrediging
- Negatieve bevrediging
- Specifieke kwetsbaarheden: bekommernis om kwetsbaarheden van anderen deels gedreven vanuit eigen kwetsbaarheid.
Kwaliteiten van de hulpverlener
Kenmerken van hulpverleners kunnen in kaart gebracht worden volgens twee dimensies:
- externe, observeerbare, objectieve ↔ interne, subjectieve kwaliteiten
- cross-situationele kenmerken ↔ kenmerken specifiek voor de hulpverlening
Objectieve kenmerken
- leeftijd
- geslacht
- etniciteit
- professionele achtergrond
Subjectieve kenmerken
- persoonlijk functioneren
- draagkracht voor spanning en emotie
- inzicht en reflectie
- relationele kwaliteiten
- professionele identiteit
Reflecteren in de hulpverlening
- nadenken over een gebeurtenis, een ervaring, een situatie in de beroepscontext
- je licht laten schijnen over je eigen functioneren
- onderscheidt professionele gespreksvoering van andere gesprekken
Reflecteren: redenen
- helpt om gedachten en gevoelens te plaatsen
- maakt je bewust van je eigen handelen leidt tot beter hulpverlenend handelen
- dwingt je goed na te denken alvorens te handelen
- biedt houvast voor verdere keuzes in je handelen
Reflecteren: 4 cruciale vragen
- Wat is er concreet gebeurd? (handelen)
- Wat vond ik belangrijk? (denken)
- Wat heb ik eruit geleerd?
- Wat ga ik doen?
Reflecteren: Het leerproces 4 fasen
- onbewust & onbekwaam
- bewust & onbekwaam
- bewust & bekwaam
- onbewust & bekwaam
Supervisie
= het onder begeleiding leren door reflectie op eigen werkervaringen, waarbij de hulpverlener
- o.b.v. theoretische kennis en eigen praktijkhandelen vakkennis en vakkundigheid vergroot en verdiept
- zijn zelfinzicht vergroot ten voordele van hulp aan de cliënt
- eigen gevoelens leert hanteren
- zich leert oriënteren op de organisatie van de instelling waarbinnen hij werkt
6 ethische basisprincipes
- Autonomie erkennen: de cliënt heeft het recht om autonoom keuzes te maken en te handelen, op voorwaarde dat hieraan geen nadelige gevolgen voor anderen verbonden zijn.
- Gericht zijn op het goede te doen: de hulpverlener moeten toegewijd zijn aan het bevorderen van de groei en ontwikkeling van de cliënt.
- Niet schaden
- Rechtvaardigheid: de hulpverlener biedt aan iedereen gelijke kansen en hulpbronnen
- Loyaliteit: de hulpverlener is betrouwbaar en houdt zich aan zijn beloften
- Oprechtheid: de hulpverlener vertelt de waarheid, geeft eerlijke feedback
Ethische thema’s: Vertrouwelijkheid
De hulpverlener respecteert het vertrouwen van de cliënt door geen informatie te verspreiden die tijdens de sessies gedeeld werd.
Grenzen van vertrouwelijkheid:
- informatie mag wel gedeeld worden met supervisor
- wanneer iemand vertelt over plannen om zichzelf of anderen te schaden, is de hulpverlener verplicht dit aan de juiste autoriteiten te melden
- wanneer er sprake is van misbruik, is de hulpverlener verplicht dit aan de juiste autoriteiten te melden
Ethische thema’s: grenzen erkennen
Hulpverleners bieden enkel hulp op gebieden waarin ze geoefend en competent zijn.
Ethische thema’s:
cliënten helpen begrijpen
hoe hulpverlening werkt
Cliënten hebben het recht om geïnformeerd te zijn over
- de inhoud van een therapeutische relatie
- het theoretisch kader van de hulpverlener
- de prijs van een sessie
- de lange van een hulpverleningstraject
- de gebruikte technieken
- het feit dat een sessie opgenomen wordt
- de uitkomsten die verwacht kunnen worden
Ethische thema’s:
goede grenzen ontwikkelen
De hulpverlener moet grenzen stellen m.b.t.
- de structuur van de hulpverlening
- de interpersoonlijke kenmerken van de interactie
Ethische thema’s:
focussen op de noden
van de cliënt
Ook wanneer de noden van de cliënt in strijd zijn met de noden van de hulpverlener, moet de focus liggen op de noden van de cliënt.
Ethische thema’s: schadelijke relaties vermijden
- De hulpverlener aanvaardt geen cliënten met wie hij andere relaties heeft die mogelijk interfereren met het hulpverleningsproces.
- De hulpverlener moet vermijden de rol van therapeut op te nemen voor familie en vrienden
- De hulpverleners ontwikkelt geen andere, belemmerende relaties met huidige cliënten.
Ethische thema’s: je bewust zijn van je waarden
De waarden van een hulpverlener beïnvloeden het hulpverleningsproces.
Ethische thema’s:
ethisch gedrag m.b.t. cultuur
- De hulpverlener is zich bewust van individuele (culturele) verschillen.
- De werkwijze van de hulpverlener getuigt van begrip van deze individuele (culturele) verschillen.
Ethische thema’s:
gedragen volgens ethische codes
- De hulpverlener internaliseert de 6 ethische basisprincipes
- De hulpverlener handelt vanuit een ethisch beslissingsmodel
- De hulpverlener reflecteert op het eigen gedrag
Ethische thema’s:
zorg dragen voor jezelf
- Voor jezelf zorgen is noodzakelijk om voor anderen te kunnen zorgen
- De hulpverlener evalueert regelmatig het eigen welzijn en de eigen energie
Rode vlag topics: Met betrekking tot een thema in een begeleiding
- Vermijden van een bepaald thema
- Negatieve gevoelens ten aanzien van een thema
- Verhoogde emotionele arousal ervaren/overreageren omtrent een thema
Rode vlag topics: Met betrekking tot een problematiek
- Vermijden van bepaalde cliënten/problematieken
- Verwerpen van bepaalde cliënten/problematieken
- Negatieve gevoelens ten aanzien van bepaalde cliënten/problematieken
- Verhoogde emotionele arousal ervaren/overreageren ten aanzien van cliënten/problematieken
- Over-identificatie met bepaalde cliënten/problematieken
Rode vlag topics: Met betrekking tot een cliënt/type van cliënt
- Seksuele gevoelens ten aanzien van een cliënt/type cliënten
- Gevoelens van overbescherming ten aanzien van een cliënt
- Verlangen naar een persoonlijke relatie met een bepaalde cliënt
- Gevoelens van verwerping ten aanzien van een cliënt