de maan en haar bewegingen Flashcards

(37 cards)

1
Q

wat zijn manen

A
  • afgekoelde lichamen
  • kleiner dan de planeet waarrond ze draaien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoeveel manen heeft de aarde + hoever staan ze

A

1 maan => 384 400km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe komt het dat de maan licht geeft

A

ze reflecteert het licht van de zon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe komt het dat de maan geen gasmoleculen kan vasthouden

A

de zwaartekracht op de maan ongeveer 6x kleiner dan op aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

gevolgen van het feit dat er geen atmosfeer is op de maan

A
  • geen bescherming tegen meteorietinslagen
  • hemelkoepel is zwart bij het niet-belicht deel
  • T tot -170° (niet belicht) en 130° (belicht)
  • geen wind
  • enkel maan met zuurstoffles en maanpak
  • je kan er niet normaal lopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoelang duurt de maanrotatie

A

28 dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de maanrotatie

A

de tijd die de maan nodig heeft om rond zijn eigen as te draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoelang duurt de maanrevolutie + andere kenmerken

A

-28 dagen
- tegenwijzerzin
- hoek van 5° met eclipticavl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de maanrevolutie

A

de tijd die de maan nodig heeft om rond de aarde te draaien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn schijngestalten

A

het belichte deel van de maan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe komt het dat we steeds dezelfde kant van de maan zien

A

omdat zowel de maanrotatie als maanrevolutie 28 dagen duren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

welke verschillende schijngestalten zijn er

A
  • nieuwe maan
  • eerste kwartier
  • volle maan
  • laatste kwartier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de situatie bij nieuwe maan

A
  • maan tussen aarde en zon
  • voor ons onzichtbare deel wordt belicht
  • wij zien geen maan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is de situatie bij het eerste kwartier

A
  • helft v. belichte halfrond zichtbaar (p)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

situatie bij volle maan

A
  • aarde tussen maan en zon
  • volledig belichte deel naar aarde gericht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

situatie bij laatste kwartier

A
  • helft v. belichte halfrond zichtbaar (d)
17
Q

wat is wassende maan

A
  • als schijngestalte van de maan toeneemt
  • tussen nieuwe en volle maan
18
Q

wat is krimpende maan

A
  • tussen volle maan en nieuwe maan
  • schijngestalte neemt af
19
Q

hoe zit de situatie bij een volledige zonsverduistering en zoneclips

A

als de maan, aarde en zon op een perfecte lijn staan

20
Q

wat is de siderische maand

A

de tijd die verstrijkt tussen 2 momenten waarop de maan na 1 volledige omloop om de aarde weer dezelfde positie opneemt T.O.V. DE STERREN

21
Q

hoelang duurt de synodische maand

A

29 dagen 12 uur en 44 minuten

22
Q

waarom duurt de synodische maand langer

A

om vanop de aarde de maan opnieuw in dezelfde stand t.o.v. de zon te zien, met de maan nog iets meer dan 2 dagen opschuiven in haar baan om de aarde.

dit komt omdat de aarde ook rond de zon draait

23
Q

hoe zien we de maan elke dag aan de hemelkoepel + hoe komt het

A
  • van oost, over zuid naar west om de aarde
  • komt door de aardrotatie
24
Q

hoelang duurt een ‘maandag’ en hoe komt het

A
  • 24U en 50 minuten
  • maansopgang, -culminatie en -ondergang
    gemiddeld +/- 50 min later per dag
  • 13° 10’ 17’’ in tegenwijzerzin extra, door de
    aardrotatie moet ze verder draaien
25
stand van de maan, aarde en zon tijdens een zoneclips
zon - maan - aarde - schaduw van maan valt op aarde, in dat punt is de zon niet zichtbaar - altijd bij volle maan
26
stand van de aarde, maan en zon
- zon, aarde en maan in hetzelfde vlak - zon-aarde-maand - schaduw van de aarde valt op de maan => niet zichtbaar - altijd bij volle maan
27
hoe komt dat niet elke volle maan tot maansverduistering plaats
de baan van de maan maakt een hoek (5°) met het eclipticavlak.
28
door welke krachten worden de getijden veroorzaakt
- aantrekkingskracht v/d maan - zwaartekracht v/d aarde - centrifugale kracht, ontstaan door maan en aarde rond elkaar draaien rond gezamenlijk massamiddelpunt - aantrekkingskracht v/d zon
29
wat is eb
overgang van hoogtij naar laagtij
30
wat is vloed
overgang van laagtij naar hoogtij
31
wanneer ontstaat springtij
als zon en maan op een lijn liggen bij volle en nieuwe maan krachten zon en maan werken samen => hoge vloed en lage eb = groot getijdenverschil
32
wanneer doodtij
- wanneer maan in eerste/ laatste kwartier - aantrekkingskrachten zon en maan werken elkaar tegen => klein getijdenverschil (hoge laagwaterstand en lage hoogwaterstand)
33
hoogwater bij springtij
zeer hoog
34
laagwater bij springtij =
zeer laag
35
hoogwater bij doodtij
zeer laag
36
laagwater bij doodtij
zeer hoog
37