Deel 1 Flashcards
(130 cards)
1
Q
Je viens de (endroit)
A
Ik kom uit (plaats)
2
Q
Je suis originaire de (endroit)
A
Ik ben uit (plaats) afkomstig
3
Q
Je suis née à (endroit)
A
Ik ben in (plaats) geboren
4
Q
Je suis née et j’ai grandi à (endroit)
A
Ik ben in (plaats) geboren en getogen
5
Q
Mes parents viennent de (endroit)
A
Mijn ouders komen uit (plaats)
6
Q
Mes origines sont liées à (endroit)
A
Mijn roots liggen in (plaats)
7
Q
Mon pays d’origine est (endroit)
A
Mijn thuisland is (plaats)
8
Q
A l’origine, je viens de (endroit)
A
Oorspronkelijk kom Ik uit (plaats)
9
Q
Je viens du Nord/sud/est/ouest de (nom du pays)
A
Ik kom uit het noorden/zuiden/oosten/westen van
10
Q
Je suis un habitant de
A
Ik ben een inwoner van
11
Q
J’ai grandi dans la magnifique ville de (endroit)
A
Ik ben opgegroeid in de prachtige stad (plaats)
12
Q
Je viens d’une petite ville appelée (endroit)
A
Ik kom uit een klein stadje genaamd (plaats)
13
Q
Ma ville natale se trouve au cœur de (endroit)
A
Mijn geboorteplaats ligt in het hart van (plaats)
14
Q
J’habite à
A
Ik woon in (plaats)
15
Q
Ma maison se trouve à (endroit)
A
Mijn huis bevindt zich in (plaats)
16
Q
Je suis actuellement domiciliée à
A
Ik ben momenteel gevestigd in
17
Q
Ma résidence est près de
A
Mijn woning staat in de buurt van
18
Q
Je suis en kot/colocation
A
Ik zit op kot/kamer
19
Q
J’habite chez mes parents
A
Ik woon bij mijn ouders
20
Q
Étudier
A
Studeren (studeerde gestudeerd)
21
Q
La filière d’études
A
De studierichting
22
Q
L’université
A
De universiteit
23
Q
La haute école
A
De hogeschool
24
Q
La majeure
A
Het hoofdvak
25
La mineure
Het bijvak
26
Les sciences de la communication
De communicatiewetenschappen
27
Le bachelier
De bachelor
28
Le master
De master
29
Je suis en première/deuxième/troisième année (de mon bachelier/master)
Ik zit in het eerste/tweede/derde jaar (van mijn bachelor/master)
30
Ce semestre, je suis des cours comme (cours)
Dit semester volg ik vakken zoals (vakken)
31
Mes études concernent surtout (sujet)
Mijn studie gaat vooral over (onderwerp)
32
Je travaille actuellement à un travail de fin d’études sur …
Ik ben bezig met mijn afstudeerproject over …
33
Être diplômé
Afstuderen ( studeerde… af, afgestuderen)
34
Espérons que je pourrais être diplômée d’ici 2 ans
Hopelijk kan ik binnen twee jaar afstuderen
35
Étudier
Blokken (blokte, geblokt)
36
Le blocus
De blok
37
Un de mes passes temps préférés est
En van mijn favoriete hobby’s is (infinitief)
38
Dans mon temps libre j'aime
In Mijn vrije tijd houd ik ervan om te (infinitif)
39
Je suis passionnée par (hobby) et cela fait X ans que je le pratique
Ik ben gepassioneerd over (hobby) en doe dit al X jaar
40
Je trouve ça génial de
Ik vind het heerlijk om te (infinitief)
41
Cela me procure une réelle satisfaction de
Het geeft me echt voldoening om (hobby) te doen
42
Parfois, je partage mon hobby avec mes amis
Soms deel ik mijn hobby met vrienden
43
Un des avantages de mon hobby est qu’il m’aide à me détendre et à vider mon esprit
Een van de voordelen van mijn hobby is dat het me helpt te ontspannen en mijn gedachten leeg te maken
44
J’aime
Ik hou ervan om te (infinitief)/ ik (werkwoord) graag
45
Le ménage
Het gezin
46
La famille
De familie
47
Le membre de la famille
Het gezinslid
48
Être composé de
Bestaan uit
49
Dispersé, répandu
Verspreid
50
Je viens d’une famille unie. Nous passons souvent du temps ensemble
Ik kom uit een hechte familie. We brengen vaak tijd samen door
51
Ma famille se compose de 5 membres.
Mijn gezin bestaat uit 5 gezinsleden
52
Mon partenaire s’appelle Antoine. Nous sommes ensemble depuis 2 ans.
Mijn partner heet Antoine. We zijn al 2 jaar samen.
53
Nous avons un animal de compagnie, un chien nommé Bounty
We hebben een huisdier, een hond genaamd Bounty
54
Mes parents jouent un rôle important dans ma vie. Je suis très proche d’eux.
Mijn ouders spelen een belangrijke rol in mijn leven. Ik ben erg close met hen.
55
Ma famille est repartie dans différentes villes, donc nous essayons de nous rendre visite régulièrement.
Mijn familie is verspreid over verschillende steden, dus we proberen elkaar regelmatig te bezoeken.
56
La personnalité
De persoonlijkheid
57
Collaborer
Samenwerken
58
La collaboration
De samenwerking
59
Composer une équipe
Een team samenstellen
60
L’équipe
Het team = de ploeg
61
Le talent
Het talent
62
La difficulté
De moeilijkheid
63
Les traits de personnalité
Persoonlijkheidskenmerken
64
Organisé
Georganiseerd
65
Ambitieux
Ambitieus
66
Créatif
Creatief
67
Enthousiaste
Enthousiast
68
Serviable, aimable
Behulpzaam
69
Dévoué
Taakgericht
70
(Im)patient
(On)geduldig
71
Passionné
Gepassioneerd
72
Entreprenant
Ondernemend
73
(Mal)adroit/(mal)habile
(On)handig
74
Joyeux
Vrolijk
75
(Mal)honnête
(On)eerlijk
76
Analytique
Analytisch
77
Flexible
Flexibel
78
Rationnel
Rationeel
79
Plein d’humour
Humoristisch
80
(Dés)ordonné
(Wan)ordelijk
81
Résistant au stress
Stressbestendig
82
(In)digne de confiance
(On)betrouwbaar
83
Intelligent, rusé
Slim
84
Impliqué
Actief
85
Bon coéquipier
Goede teamspeler
86
Têtu
Koppig
87
(In)sensible
(On)gevoelig
88
Hypersensible
Overgevoelig
89
Curieux
Nieuwsgierig
90
Chaleureux, affectueux
Hartelijk
91
Provocateur
Uitdagend
92
Introverti >< extraverti
Introvert >< extravert
93
Sociable
Sociaal
94
Docile
Meegaand
95
Agité, inquiet
Rusteloos
96
Qui évite les conflits
Conflictvermijdend
97
Émotif
Emotioneel
98
Réaliste,sobre
Nuchter
99
Tourmenté
Tobberig
100
Très motivé
Gedreven
101
Réfléchi
Bedachtzaam
102
Turbulent
Ongedurig
103
Compétent, qualifié
Vakkundig
104
Décontracté
Speels
105
Humain, axé sur les gens
Mensgericht
106
En général, je suis une personne (adj)
Ik ben over het algemeen een (adj) persoon
107
Je suis plutôt (adj) et j’aime les nouvelles expériences
Ik ben vrij (adj) en hou van nieuwe ervaringen
108
Les gens me décrivent souvent comme (adj) et (adj)
Mensen beschrijven me vaak als (adj) en (adj)
109
(Caractéristique) est l’une de mes forces
(Eigenschap) is een van mijn sterke punten
110
Mes amis disent que je suis très (adj)
Mijn vrienden zeggen dat Ik heel (adj) ben
111
Je suis persévérante et n’abandonne pas facilement
Ik ben een doorzetter en geef niet snel op
112
La créativité est importante pour moi, j’apprécie l’art et la musique
Creativiteit is belangrijk voor me en ik geniet van kunst en muziek
113
Je suis une personne ouverte et toujours prête à nouer de nouvelles amitiés
Ik ben een open persoon en sta altijd open voor nieuwe vriendschappen
114
Personnellement, je pense que
Persoonlijk vind/denk/geloof ik dat … bijzin
115
Je suis d’avis que …
Ik ben van mening dat … bijzin
116
Je suis d’avis que
Volgens mij … bijzin
117
D’après moi
Volgens mij … bijzin
118
Je suis convaincue que
Ik ben ervan overtuigd dat … bijzin
119
Ce n’est pas vrai/c’est complètement faux/tout à fait hors de propos !
Dat is niet waar/totaal verkeerd/volledig naast de kwestie !
120
Je vois les choses tout à fait autrement
Dat zie ik helemaal anders
121
Je pense tout à fait le contraire
Daar denk ik helemaal anders over
122
Je ne pense pas que
Ik denk niet dat … bijzin
123
Je comprends bien que … mais …
Ik begrijp wel dat … bijzin maar … hoofdzin
124
Bien que je sois d’accord avec/que … , je pense néanmoins que
Hoewel ik akkoord ga met …, denk Ik toch dat … bijzin
125
Je ne suis pas d’accord avec … car étant donné que …
Ik ben het niet eens met …, want aangezien …
126
Ça dépend
Het hang ervan af
127
C’est vrai que
Het is waar dat … bijzin
128
Il est vrai que
Het klopt dat … bijzin
129
Je suis tout à fait d’accord avec …
Ik ben het volledig eens met …
Ik ga helemaal akkoord met …
130
Je partage tout à fait l’avis de …
Ik deel volledig de mening van …
