Deel 4 Hoofdstuk 6 Flashcards
(36 cards)
Zenuwstelsels
1) het animale zenuwstelsel
- centraal gedeelde
- perifeer gedeelde
2) vegetatieve, autonome zenuwstelsel
Het animale zenuwstelsel
Regelt voornamelijk alle door de wil beïnvloedbare, de willekeurige, handelingen
Het vegetatieve zenuwstelsel
Regelt alle niet door de wil beïnvloedbare, de onwillekeurige, handelingen
Het centrale zenuwstelsel
Bestaat uit de hersenen, het verlengde merg en het ruggenmerg.
Hierin bevinden zich zenuwen die prikkels van buiten aanvoeren, de sensibele banen en de zenuwen, die vanuit de hersenen de daar gevormde boodschappen doorgeven naar de doelorganen, de motorische banen.
De hersenen
1) de primaire oerhersenen
2) de grote hersenen
De van buiten komende prikkels komen binnen en de door de wil gegeven opdracht uitgewerkt aan de doelorganen.
- kleine hersenen
Allerlei evenwichtsfuncties verrichten
De grote hersenen / cerebrum
Opgebouwd uit twee symmetrische hersenhelften (hemisferen)
Verbonden met een balk, waarin zenuwen lopen die beide helften verbinden (de hersenbalk)
Grijze stof
De zenuwcellen/neuronen en de korte uitlopers/dendrieten vormen de grijze stof.
Beide kleuren vol met zenuwbanen
Witte stof
Neurieten/axonen vormen de witte stof.
Ligt om een aantal ruimten, de hersenkamers die gevuld zijn met hersenvocht
Beide kleuren vol met zenuwbanen
Buitenste laag hersenen
Cortex, de hersenschors
Grijze stof
De binnenkant van de hersenen
Hersenmerg, medulla
Witte stof
Hersenschors
De belangrijkste hersenfuncties omdat daar de zenuwcellichamen, de neuronen liggen.
Verdeeld in velden met specifieke taak
Hier worden specifieke prikkels opgenomen en verwerkt
Drie hersenvliezen
- zachte hersenvlies Pia mater
- spinnenwebvlies arachnoidea
- harde hersenvlies dura mater
Zachte hersenvlies (pia mater)
Direct op het hersenschors ligt het dunne vlies dat veel bloedvaten bevat
Spinnenwebvlies arachnoidea
Boven op de zachte hersenvlies ligt het dikkere en bloedrijke vlies dat weinig bloedvaten bevat veel en met bindweefselbalkjes verbonden is.
Tussen beide vliezen zit cerebrospinaalvocht, bevat afvalstoffen van de stofwisselingprocessen van de zenuwcellen
Harde hersenvlies dura mater
Ligt direct tegen de schedel. In dit vlies komen wijde bloedvaten voor waardoor het bloed van de hersenen snel kan worden afgevoerd
Functies van de hersenen
- bewustzijn
- verstand
- geheugen (kort geheugen opgeslagen in hersenschors)
- gevoel (middenhersens)
- willekeurige motoriek
Functie kleine hersenen
Dienen om een evenwicht in onze manier van bewegen.
Werken nauw samen met het evenwichtsorgaan in het inwendige oor en met de spierfuncties
Ligging kleine hersenen
Achteronder de grote hersenen en ongeveer zo groot als een sinaasappel.
Grijze en witte stof door elkaar heen
Verbonden met de hersenstam
Ligging van de hersenstam
Het centrum van de grote hersenen gevormd door de hersenstam
Belangrijkste deel van de hersenen, alle levensverrichtingen hier gestuurd
Meeste hersenzenuwen ontspringen hier, 12 hersenzenuwen
Delen hersenstam
1) de middenhersens
2) de brug van Varol
3) het verlengde merg
Hersenstam
Verlengde merg
Vormt de overgang naar de ruggenmergzenuwen,
Hier liggen de piramidebanen voor de kruising van de hersenfuncties
Taken het verlengde merg (deel van de hersenstam)
- er ontspringen de 9, 10, 11 en 12 hersenzenuw
- alle zenuwbanen die het ruggenmerg met de hersenen verbinden gaan er doorheen
- alle reflex bewegingen worden gecontroleerd
- de meest vitale centra bevinden zich er, ademhalingcentrum, slikcentrum, hartcentrum, centrum voor de verwijding en vernauwing van bloedvaten, kauwcentrum
Ruggenmerg
Vervoert sensibele prikkels vanaf de periferie naar de hersenen en
de motorische banen vanaf de hersenen naar de periferie
Hier bevinden zich centra voor de korte reflexen
Binnen grijze stof buiten witte stof
Lees blz 178
Ruggenmerg vliezen
Direct om de zenuwen
1) het zachte ruggenmergvlies
2) spinnenwebvlies
3) harde ruggenmergvlies
Tussen 1 en 2 zit ruggenmergvocht
Gaat niet verder dan lendenwervel
Eindigt in loshangende zenuwbanen, de paardenstaart