Deel A01 K/NL Flashcards

(208 cards)

1
Q
A

🟥 Deze bloem is rood.
呢朵花係紅色嘅。
ni1 do2 faa1 hai6 hung4 sik1 ge3.

Woord-voor-woord:

呢 (ni1 = dit)
朵 (do2 = maatwoord voor bloemen)
花 (faa1 = bloem)
係 (hai6 = is)
紅色 (hung4 sik1 = rood)
嘅 (ge3 = (partikel))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
A

🟦 Hij/Zij draagt blauwe kleren.
佢著藍色衫。
keoi5 zoek6 laam4sik1 saam1.

Woord-voor-woord:
佢 (keoi5 = hij/zij)
著 (zoek3 = draagt)
藍色 (laam4 sik1 = blauw)
衫 (saam1 = kleren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

🟩 De sofa (bank) is groen.
梳化係綠色嘅。
so1 faa2 hai6 luk6 sik1 ge3

Woord-voor-woord:
梳化 (so1 faa2 = sofa)
係 (hai6 = is)
綠色 (luk6 sik1 = groen)
嘅 (ge3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q
A

⬛ Ik hou van zwarte kleren.
我鍾意黑色衫。
ngo5 zung1 ji3 hak1 sik1 saam1

Woord-voor-woord:
我 (ngo5 = ik)
鍾意 (zung1 ji3 = hou van)
黑色 (hak1 sik1 = zwart)
衫 (saam1 = kleren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A

⬜ Die hond is wit.
嗰隻狗係白色。
go2 zek3 gau2 hai6 baak6 sik1

Woord-voor-woord:
嗰 (go2 = die)
隻 (zek3 = maatwoord voor dieren)
狗 (gau2 = hond)
係 (hai6 = is)
白色 (baak6 sik1 = wit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
A

🟫 Deze tafel is bruin.
呢張枱係啡色。
ni1 zoeng1 toi2 hai6 fe1 sik1

Woord-voor-woord:
呢 (ni1 = deze)
張 (zoeng1 = maatwoord voor platte dingen)
枱 (toi2 = tafel)
係 (hai6 = is)
啡色 (fe1 sik1 = bruin)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A

🌕 De banaan is geel.
香蕉係黃色。
hoeng1 ziu1 hai6 wong4 sik1

Woord-voor-woord:
香蕉 (hoeng1 ziu1 = banaan)
係 (hai6 = is)
黃色 (wong4 sik1 = geel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A

🌸 Roze is schattig.
粉紅色好可愛。
fan2 hung4 sik1 hou2 ho2 ngoi3

Woord-voor-woord:
粉紅色 (fan2 hung4 sik1 = roze)
好 (hou2 = erg)
可愛 (ho2 ngoi3 = schattig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

🌫 De lucht is grijs.
天空係灰色嘅。
tin1 hung1 hai6 fui1 sik1 ge3

Woord-voor-woord:
天空 (tin1 hung1 = lucht)
係 (hai6 = is)
灰色 (fui1 sik1 = grijs)
嘅 (ge3)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

🔶 Ik heb een oranje rok gekocht.
我買咗橙色裙。
ngo5 maai5 zo2 caang2 sik1 kwan4

Woord-voor-woord:
我 (ngo5 = ik)
買咗 (maai5 zo2 = heb gekocht)
橙色 (caang2 sik1 = oranje)
裙 (kwan4 = rok)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q
A

🩵 Zij houdt van lichtblauw.
佢鍾意淺藍色。
keoi5 zung1 ji3 cin2 laam4 sik1

Woord-voor-woord:
佢 (keoi5 = hij/zij)
鍾意 (zung1 ji3 = houdt van)
淺藍色 (cin2 laam4 sik1 = lichtblauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q
A

🔵 Deze auto is donkerblauw.
呢架車係深藍色。
ni1 gaa3 ce1 hai6 sam1 laam4 sik1

Woord-voor-woord:
呢 (ni1 = deze)
架 (gaa3 = maatwoord voor voertuigen)
車 (ce1 = auto)
係 (hai6 = is)
深藍色 (sam1 laam4 sik1 = donkerblauw)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A

🟨 De gouden ring is heel mooi.
金色戒指好靚。
gam1 sik1 gaai3 zi2 hou2 leng3

Woord-voor-woord:
金色 (gam1 sik1 = goudkleurig)
戒指 (gaai3 zi2 = ring)
好靚 (hou2 leng3 = heel mooi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A

⚫ De zilveren mobiel is best cool.
銀色手機幾型。
ngan4 sik1 sau2 gei1 gei2 jing4

Woord-voor-woord:
銀色 (ngan4 sik1 = zilver)
手機 (sau2 gei1 = mobiel)
幾型 (gei2 jing4 = best cool)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q
A

🔴 Zij houdt van wijnrode (bordeauxrood) lippenstift.
佢鍾意酒紅色唇膏。
keoi5 zung1 ji3 zau2 hung4 sik1 seon4 gou1

Woord-voor-woord:
佢 (keoi5 = zij)
鍾意 (zung1 ji3 = houdt van)
酒紅色 (zau2 hung4 sik1 = wijnrood)
唇膏 (seon4 gou1 = lippenstift)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A

🟪 De paarse rok is mooi.
紫色裙好靚。
zi2 sik1 kwan4 hou2 leng3

Woord-voor-woord:
紫色 (zi2 sik1 = paars)
裙 (kwan4 = rok)
好靚 (hou2 leng3 = heel mooi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q
A

🌊 Het zeewater is blauwgroen.
海水係青色。
hoi2 seoi2 hai6 ceng1 sik1

Woord-voor-woord:
海水 (hoi2 seoi2 = zeewater)
係 (hai6 = is)
青色 (ceng1 sik1 = blauwgroen / turqoise)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q
A

🧡 Dit kledingstuk is beige.
呢件衫係米色嘅。
ni1 gin6 saam1 hai6 mai5 sik1

Woord-voor-woord:

呢件 (ni1 gin6 = dit stuk)
衫 (saam1 = kleding)
係 (hai6 = is)
杏色 (mai5 sik1 = beige)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q
A

🟦 Het hemelsblauwe plafond is mooi.
天藍色天花好靚。
tin1 laam4 sik1 tin1 faa1 hou2 leng3

Woord-voor-woord:
天藍色 (tin1 laam4 sik1 = hemelsblauw)
天花 (tin1 faa1 = plafond)
好靚 (hou2 leng3 = mooi)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q
A

🟧 De koperen deurklink is erg speciaal.
銅色門把好特別。
tung4 sik1 mun4 baa2 hou2 dak6 bit6

Woord-voor-woord:
銅色 (tung4 sik1 = koperkleurig)
門把 (mun4 baa2 = deurklink)
好特別 (hou2 dak6 bit6 = erg speciaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q
A

Deze asbak is erg vies.
呢個煙灰缸好污糟。
ni1 go3 jin1 fui1 gong1 hou2 wu1 zou1

Vertaling woord-voor-woord:

呢個 (ni1 go3) = deze
煙灰缸 (jin1 fui1 gong1) = asbak
- 煙 (jin1) = rook
- 灰 (fui1) = as
- 缸 (gong1) = pot / bak / kom
好 (hou2) = erg
污糟 (wu1 zou1) = vuil / vies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q
A

🍎 Ik heb een appel gekocht.
我買咗一個蘋果。
ngo5 maai5 zo2 jat1 go3 ping4 gwo2

Woord-voor-woord uitleg:

我 (ngo5) = ik
買咗 (maai5 zo2) = heb gekocht
一個 (jat1 go3) = één [algemeen maatwoord]
蘋果 (ping4 gwo2) = appel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q
A

🍌 Ik wil een banaan eten.
我想食一條香蕉。
ngo5 soeng2 sik6 jat1 tiu4 hoeng1 ziu1

Woord-voor-woord:

我 (ngo5) = ik
想 (soeng2) = wil
食 (sik6) = eten
一條 (jat1 tiu4) = één [langwerpig maatwoord]
香蕉 (hoeng1 ziu1) = banaan

Maatwoord: 條 (tiu4)
Uitleg: Specifiek maatwoord voor langwerpige dingen zoals slierten, vissen, wegen, en ook bananen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q
A

🍊 Hij/zij heeft twee sinaasappels gepeld.
佢剝咗兩個橙。
keoi5 mok1 zo2 loeng5 go3 caang2

Woord-voor-woord:

佢 (keoi5) = hij/zij
剝咗 (mok1 zo2) = heeft gepeld
兩個 (loeng5 go3) = twee [algemeen maatwoord]
橙 (caang2) = sinaasappel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
🍉 We zijn een halve watermeloen aan het eten. 我哋食緊半個西瓜。 ngo5 dei6 sik6 gan2 bun3 go3 sai1 gwaa1 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 我哋 (ngo5 dei6) = wij 食緊 (sik6 gan2) = zijn aan het eten 半個 (bun3 go3) = een halve [algemeen maatwoord] 西瓜 (sai1 gwaa1) = watermeloen
26
🍇 Wil je een tros druiven? 你要唔要一串提子? nei5 jiu3 m4 jiu3 jat1 cyun3 tai4 zi2 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 你 (nei5) = jij 要唔要 (jiu3 m4 jiu3) = wil je of niet 一串 (jat1 cyun3) = een tros [maatwoord voor trossen/bundels] 提子 (tai4 zi2) = druiven Maatwoord: 串 (cyun3) Toelichting: "串" wordt gebruikt voor iets dat in een tros of bundel voorkomt, zoals druiven, sleutels of satéstokjes.
27
Deze neushoorn is grijs, die andere is zwart. 呢隻犀牛係灰色,嗰隻係黑色。 ni1 zek3 sai1 ngau4 hai6 fui1 sik1, go2 zek3 hai6 hak1 sik1. ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 呢隻 (ni1 zek3) = deze + maatwoord voor dieren 犀牛 (sai1 ngau4) = neushoorn 係 (hai6) = is (koppeling werkwoord) 灰色 (fui1 sik1) = grijs 嗰隻 (go2 zek3) = die + maatwoord voor dieren 黑色 (hak1 sik1) = zwart Maatwoord uitleg: 隻 (zek3) is het specifieke maatwoord voor dieren zoals vogels, katten, honden, neushoorns, enz. Het wordt ook gebruikt voor lichaamsdelen (手隻、腳隻), sommige boten, en één van een paar. In het Kantonees (en Chinees in het algemeen) zijn er sommige maatwoorden die gebruikt worden voor één van een paar, zoals bij handen, schoenen of ogen. Het maatwoord 隻 (zek3) wordt in zulke gevallen ook gebruikt. Voorbeeld 1: één van een paar handen 一隻手 (jat1 zek3 sau2) = één hand 兩隻手 (loeng5 zek3 sau2) = twee handen Voorbeeld 2: schoenen 一隻鞋 (jat1 zek3 haai4) = één schoen 一對鞋 (jat1 deoi3 haai4) = een paar schoenen Hier zie je: 隻 (zek3) = wordt gebruikt als je één van de twee benoemt 對 (deoi3) = wordt gebruikt voor een paar (zoals twee schoenen, twee oren) Samenvattend: 隻 (zek3) gebruik je voor: - individuele dieren - individuele ledematen of zintuigen (hand, voet, oor, oog) - één item van een paar
28
🍓 Ik hou van aardbeien. 我鍾意食士多啤梨。 ngo5 zung1 ji3 sik6 si6 do1 be1 lei2. ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 鍾意 (zung1 ji3) = hou van 食 (sik6) = eten 士多啤梨 (si6 do1 be1 lei2) = aardbei(en) Maatwoord: — (niet gebruikt in deze zin) Toelichting: Er is geen maatwoord in deze zin omdat we over aardbeien in het algemeen spreken.
29
🍍 Hij/zij heeft een ananas gesneden. 佢切咗一個菠蘿。 keoi5 cit3 zo2 jat1 go3 bo1 lo4 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij/zij 切咗 (cit3 zo2) = heeft gesneden 一個 (jat1 go3) = één [algemeen maatwoord] 菠蘿 (bo1 lo4) = ananas
30
🍑 Hij/zij heeft drie perziken gekocht. 佢買咗三個桃。 keoi5 maai5 zo2 saam1 go3 tou4 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij/zij 買咗 (maai5 zo2) = heeft gekocht 三個 (saam1 go3) = drie [algemeen maatwoord] 桃 (tou4) = perzik
31
🍋 Ik heb een citroen gekocht voor de thee. 我買咗一個檸檬做茶。 ngo5 maai5 zo2 jat1 go3 ning4 mung1 zou6 caa4 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 買咗 (maai5 zo2) = heb gekocht 一個 (jat1 go3) = één [algemeen maatwoord] 檸檬 (ning4 mung1) = citroen 做茶 (zou6 caa4) = om thee te maken
32
🍈 Deze meloen is zoet. 呢個蜜瓜好甜。 ni1 go3 mat6 gwaa1 hou2 tim4 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 呢個 (ni1 go3) = deze [algemeen maatwoord] 蜜瓜 (mat6 gwaa1) = meloen 好甜 (hou2 tim4) = is erg zoet
33
🍒 Ik heb een halve kilo kersen gekocht. 我買咗一斤車厘子。 ngo5 maai5 zo2 jat1 gan1 ce1 lei4 zi2 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 買咗 (maai5 zo2) = heb gekocht 一斤 (jat1 gan1) = een “gan” = ± 600g (maatwoord voor gewicht) 車厘子 (ce1 lei4 zi2) = kersen Maatwoord: 斤 (gan1) Toelichting: "斤" is een maatwoord voor gewicht, vooral gebruikt bij fruit en vlees op markten.
34
🥭 Hij/zij heeft twee mango’s gegeten. 佢食咗兩個芒果。 keoi5 sik6 zo2 loeng5 go3 mong1 gwo2 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij/zij 食咗 (sik6 zo2) = heeft gegeten 兩個 (loeng5 go3) = twee [algemeen maatwoord] 芒果 (mong1 gwo2) = mango Maatwoord: 個 (go3) Toelichting: "個" is het meest gebruikte maatwoord, ook voor mango’s.
35
🫐 Hou je van blauwe bessen? 你鐘意食藍莓嗎? nei5 zung1 ji3 sik6 laam4 mui4 maa3 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 你 (nei5) = jij 鍾意 (zung1 ji3) = houdt van 食 (sik6) = eten 藍莓 (laam4 mui4) = blauwe bessen 嗎 (maa3) = vraagpartikel
36
🍐 Ik wil een peer kopen. 我想買一個啤梨。 ngo5 soeng2 maai5 jat1 go3 be1 lei4 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 想 (soeng2) = wil 買 (maai5) = kopen 一個 (jat1 go3) = één [algemeen maatwoord] 啤梨 (be1 lei4) = peer Maatwoord: 個 (go3)
37
🥝 Heb je ooit kiwi gegeten? 你食過奇異果未? nei5 sik6 gwo3 kei4 ji6 gwo2 mei6 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 你 (nei5) = jij 食過 (sik6 gwo3) = hebt gegeten 奇異果 (kei4 ji6 gwo2) = kiwi 未 (mei6) = al/nog niet?
38
Uitleg verschillende vraagpartikelen ... 嗎 (maa3) – Echte vraagpartikel, formeel / neutraal Gebruik je bij echte ja/nee-vragen. 📌 Niet zo vaak gebruikt in dagelijks gesproken Kantonees. Komt eerder voor in formele of geschreven taal (zoals nieuws, schoolboeken).
Hou je van appels? 你鍾意食蘋果嗎? nei5 zung1 ji3 sik6 ping4 gwo2 maa3 ## Footnote Woord-voor-woord: 你 (nei5) = jij 鍾意 (zung1 ji3) = houden van 食 (sik6) = eten 蘋果 (ping4 gwo2) = appel 嗎 (maa3) = vraagpartikel (neutraal, ja/nee-vraag) 📌 Functie van 嗎 (maa3): Maakt een beleefde ja/nee-vraag, vergelijkbaar met Mandarijn 嗎 (ma)。
39
Uitleg verschillende vraagpartikelen ... 咩 (me1) – Verraste of twijfelende vraag Gebruik je als je verbaasd bent over iets dat iemand zegt. 🟡 Toon van verbazing of ongeloof (vaak informeler dan 嗎)
Eet hij/zij geen chocolade dan? 佢唔食朱古力咩? keoi5 m4 sik6 zyu1 gu1 lik1 me1 ## Footnote Woord-voor-woord: 佢 (keoi5) = hij/zij 唔 (m4) = niet 食 (sik6) = eten 朱古力 (zyu1 gu1 lik1) = chocolade 咩 (me1) = vraagpartikel met verbazing 📌 Functie van 咩 (me1): Drukt twijfel of verrassing uit over iets dat onverwacht of vreemd lijkt.
40
Uitleg verschillende vraagpartikelen ... 未 (mei6) – Vraag naar voltooiing (iets al gebeurd?) Vergelijkbaar met Mandarijn 的 “了嗎?” → "al gedaan?" 🟢 Zeer typisch en veelgebruikt in het gesproken Kantonees!
Heb je al gegeten? 你食咗飯未? nei5 sik6 zo2 faan6 mei6 ## Footnote Woord-voor-woord: 你 (nei5) = jij 食咗 (sik6 zo2) = gegeten (verleden tijd door 咗) 飯 (faan6) = rijst / maaltijd 未 (mei6) = nog niet? (vraag naar voltooiing) 📌 Functie van 未 (mei6): Gebruikt om te vragen of een actie al voltooid is – zeer gebruikelijk in spreektaal.
41
Uitleg verschillende vraagpartikelen ... 呀 (aa3) – Open vraag of zachte vraag Klinkt vriendelijker, zachter, minder formeel. 📌 Vaak gebruikt om een open vraag te verzachten.
Hoe heet je? 你叫咩名呀? nei5 giu3 me1 meng2 aa3 ## Footnote Woord-voor-woord: 你 (nei5) = jij 叫 (giu3) = heten / noemen 咩 (me1) = welk(e) (informeel vraagwoord “wat”) 名 (meng2) = naam 呀 (aa3) = informele vraagpartikel 📌 Functie van 呀 (aa3): Verzacht de vraag, maakt het vriendelijk of casual.
42
Uitleg verschillende vraagpartikelen ... 啫咩 (ze1 me1) – "Echt waar? Is dat het?" Gecombineerde vraagpartikel met lichte spot of sarcasme.
Sta je écht zo vroeg op? 你咁早起身啫咩? nei5 gam3 zou2 hei2 san1 ze1 me1 ## Footnote Woord-voor-woord: 你 (nei5) = jij 咁 (gam3) = zo 早 (zou2) = vroeg 起身 (hei2 san1) = opstaan 啫 (ze1) = alleen maar, toch gewoon 咩 (me1) = verbazing / twijfel (vraagpartikel) 📌 Functie van 啫咩 (ze1 me1): Geeft een sarcastische toon, alsof je zegt: "Echt waar?! Jij? Zo vroeg?"
43
🍏 Ik hou niet van groene appels. 我唔鍾意青蘋果。 ngo5 m4 zung1 ji3 ceng1 ping4 gwo2 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 唔鍾意 (m4 zung1 ji3) = hou niet van 青蘋果 (ceng1 ping4 gwo2) = groene appel(s) Maatwoord: — (niet nodig bij algemene uitspraak) Met "ceng1 ping4 gwo2" wordt een appelsoort bedoeld, bijv. Granny Smith. Niet de kleur "luk6" van de appel!
44
Rijpe appels zijn zoet. 熟嘅蘋果好甜。 suk6 ge3 ping4 gwo2 hou2 tim4 ## Footnote 🔍 Woord-voor-woord uitleg: 熟 (suk6 ) = rijp (voor fruit) / gaar 嘅 (ge3) = verbindend partikel ("die/dat") 蘋果 (ping4 gwo2) = appel 好 (hou2) = erg / heel 甜 (tim4) = zoet
45
Deze mango is niet rijp. 呢個芒果未熟。 ni1 go3 mong1 gwo2 mei6 suk6 ## Footnote 🔍 Woord-voor-woord uitleg: 呢個 (ni1 go3) = deze (algemeen maatwoord) 芒果 (mong1 gwo2) =mango 未 (mei6 ) = nog niet 熟 (suk6 ) = rijp (of gaar bij voedsel)
46
Deze mango is nog steeds niet rijp. 呢個芒果仲未熟。 ni1 go3 mong1 gwo2 zung6 mei6 suk6 ## Footnote 🔍 Woord-voor-woord uitleg: 呢個 (ni1 go3) = deze (algemeen maatwoord) 芒果 (mong1 gwo2) =mango 仲 (zung6) = nog steeds 未 (mei6 ) = nog niet 熟 (suk6 ) = rijp (of gaar bij voedsel)
47
Is deze mango rijp? 呢個芒果熟未? ni1 go3 mong1 gwo2 suk6 mei6? ## Footnote 🔍 Woord-voor-woord: 呢個 (ni1 go3) = deze 芒果 (mong1 gwo2) = mango 熟 (suk6 ) = rijp 未 (mei6 ) = nog niet? 📌 熟未?(suk6 mei6?) is een veelgebruikte spreektaalvorm om te vragen of iets al gebeurd of klaar is (zoals rijp, gekookt, gedaan). **Alternatief:** Is deze mango rijp of niet? 呢個芒果熟唔熟? ni1 go3 mong1 gwo2 **suk6 m4 suk6?**?
48
🍊 Wil je een mandarijn eten? 你想唔想食個柑? nei5 soeng2 m4 soeng2 sik6 go3 gam1 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 你 (nei5) = jij 想唔想 (soeng2 m4 soeng2) = wil je of niet 食 (sik6) = eten 個 (go3) = [algemeen maatwoord] 柑 (gam1) = mandarijn Maatwoord: 個 (go3)
49
🍈 Cantaloupe is erg aromatisch en zoet. 哈密瓜好香甜。 haa1 mat6 gwaa1 hou2 hoeng1 tim4 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 哈密瓜 (haa1 mat6 gwaa1) = cantaloupe 好 (hou2) = erg 香甜 (hoeng1 tim4) = geurig en zoet Maatwoord: — (geen maatwoord in deze beschrijvende zin)
50
🍈 Hij/zij heeft een honingmeloen doorgesneden. 佢切開咗一個蜜瓜。 keoi5 cit3 hoi1 zo2 jat1 go3 mat6 gwaa1 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij/zij 切開咗 (cit3 hoi1 zo2) = heeft doorgesneden 一個 (jat1 go3) = één [algemeen maatwoord] 蜜瓜 (mat6 gwaa1) = honingmeloen Maatwoord: 個 (go3)
51
🍅 Hoeveel tomaten heb je gekocht? 你買咗幾多個蕃茄? nei5 maai5 zo2 gei2 do1 go3 faan1 ke2 ## Footnote Woord-voor-woord uitleg: 你 (nei5) = jij 買咗 (maai5 zo2) = hebt gekocht 幾多 (gei2 do1) = hoeveel 個 (go3) = [algemeen maatwoord] 蕃茄 (faan1 ke2) = tomaat Maatwoord: 個 (go3)
52
Heb je een afspraak? 你有预约吗? nei5 jau5 jyu6 joek3 maa3? ## Footnote Woord voor woord uitleg 你 (nei5) = jij 有 (jau5) = hebben 预约 (jyu6 joek3) = afspraak maken, reservering 吗 (maa3) = vraagpartikel voor ja/nee-vragen Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig in deze zin. Er wordt geen specifiek object of telbaar zelfstandig naamwoord aangeduid waarvoor een maatwoord nodig zou zijn. Het gaat om het algemeen vragen of iemand een afspraak heeft.
53
Een afspraak maken voor 8 uur 's-avonds. of Reservering voor 8 uur 's-avonds. 预约晚上八时 jyu6 joek3 maan5 soeng6 baat3 si4 ## Footnote Woord voor woord uitleg 预约 (jyu6 joek3) = een afspraak maken / reserveren 晚上 (maan5 soeng6) = 's avonds (avond-tijd) 八时 (baat3 si4) = acht uur Maatwoorden ➡️ 時 (si4) = maatwoord voor tijdstippen in uren In deze zin functioneert "时" als tijdsaanduiding en is dus ook een maatwoord. Het telt het aantal uren/tijdstippen.
54
Een reservering voor drie personen maken. of Reservering voor drie personen. 预约三位 jyu6 joek3 saam1 wai2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 预约 (jyu6 joek3) = reserveren / een afspraak maken 三 (saam1) = drie 位 (wai2) = maatwoord voor mensen (beleefd/vriendelijk) Maatwoorden ✅ 位 (wai2) = maatwoord voor personen, gebruikt in formele of beleefde context (zoals bij reserveringen of klantenservice). Dit geeft aan hoeveel mensen er gereserveerd worden.
55
Ik ben een arts. 我是个医生 ngo5 si6 go3 ji1 sang1 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 是 (si6) = ben (werkwoord “zijn”) 个 (go3) = maatwoord voor algemene dingen of personen 医生 (ji1 sang1) = arts / dokter Maatwoorden ✅ 个 (go3) = algemeen maatwoord, hier gebruikt voor een beroep (één arts). Hoewel “位 (wai2)” beleefder is voor mensen, is “個” hier correct en gebruikelijk bij het praten over jezelf of in informele contexten. Opmerking: Alternatief: ngo5 hai6 ji1 sang1 = prima voor dagelijks gesprek ngo5 si6 go3 ji1 sang1 = beter voor formele of geschreven context
56
Ik ben een student. 我係学生 ngo5 hai6 hok6 saang1 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 係 (hai6) = ben / zijn (Kantonese vorm van “zijn”) 學生 (hok6 saang1) = student (letterlijk: leren + geboren = iemand die leert) Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig in deze zin. Dat is normaal in dit soort zinnen: wanneer je over je beroep, rol of status praat in het Kantonees, gebruik je vaak geen maatwoord, tenzij je iets benadrukt (bijv. “一個學生” = “één student”).
57
Ik ben zijn oudere broer. 我係他哥哥 ngo5 hai6 keoi5 go4 go1 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 係 (hai6) = ben / zijn 佢 (keoi5) = hij / zij (3e persoon, geslachtneutraal) 哥哥 (go4 go1) = oudere broer Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig Bij familieleden worden soms maatwoorden zoals 個 (go3) gebruikt (bijv. 一個哥哥 = één oudere broer), maar in zinnen zoals deze waarin een verwantschap wordt uitgedrukt, laat men het maatwoord meestal weg.
58
Ik ben zijn jongere broer. 我係佢細佬 ngo5 hai6 keoi5 sai3 lou2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 係 (hai6) = ben / zijn 佢 (keoi5) = hij / zij 細佬 (sai3 lou2) = jongere broer (letterlijk: “kleine jongen”) Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord gebruikt in deze zin. Dat is normaal bij uitspraken over familiebanden zoals "ik ben zijn broer/zus/vader".
59
Ik ben zijn oudere zus. 我係佢家姐 ngo5 hai6 keoi5 gaa1 ze1 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 係 (hai6) = ben / zijn 佢 (keoi5) = hij / zij 家姐 (gaa1 ze1) = oudere zus (in gesproken Kantonees – letterlijk: "familie-zus") In geschreven Chinees gebruikt men meestal 姐姐 (ze1 ze1), maar 家姐 is de natuurlijke spreektaalvorm. Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord gebruikt. Maatwoorden zijn niet nodig bij familierelaties in dit soort identificerende zinnen.
60
Ik ben zijn jongere zus. 我係佢細妹 ngo5 hai6 keoi5 sai3 mui2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 係 (hai6) = ben / zijn 佢 (keoi5) = hij / zij 細妹 (sai3 mui2) = jongere zus (letterlijk: “kleine zus” – gebruikelijk in gesproken Kantonees) 妹妹 (mui6 mui2) is de meer formele of geschreven vorm. Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord gebruikt in deze zin. Zoals bij andere familieleden is dat in dit soort zinnen niet nodig.
61
Ik heet Nicole. 我叫Nicole ngo5 giu3 Nicole ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 叫 (giu3) = heten / genoemd worden Nicole = eigennaam (hier: de voornaam van de spreker) 5. Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig. Er worden geen telbare zelfstandige naamwoorden of aanduidingen gebruikt die een maatwoord vereisen.
62
Hoe heet jij? (Letterlijk: “Jij heet welke naam?”) 你叫咩名? nei5 giu3 me1 meng2? ## Footnote Woord voor woord uitleg 你 (nei5) = jij 叫 (giu3) = heten 咩 (me1) = wat / welk (Kantonese vraagwoord) 名 (meng2) = naam Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig. Hoewel "名" (naam) technisch telbaar is, wordt er in deze vraagzin geen maatwoord gebruikt — dat is normaal in vragen over iemands naam. Opmerking: In standaard geschreven Chinees zou men meestal schrijven: 你叫什么名字?
63
Ik wil eten bestellen (afhaalmaaltijd). (Letterlijk: “Ik wil afhaalmaaltijd bestellen.”) 我要叫外賣。 ngo5 jiu3 giu3 ngoi6 maai6 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 要 (jiu3) = willen 叫 (giu3) = bestellen / roepen / laten komen (in deze context: bestellen) 外賣 (ngoi6 maai6) = afhaalmaaltijd / take-away / bezorgeten Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord in deze zin. Er wordt geen specifiek aantal maaltijden genoemd, dus er is geen maatwoord nodig. Als je een specifieke maaltijd zou willen bestellen, dan zou er een maatwoord komen, bijvoorbeeld: 我要叫一份燒鴨飯 (ngo5 jiu3 giu3 jat1 fan6 siu1aap3 faan6) – "Ik wil één portie geroosterde eend met rijst bestellen" → 一份 (jat1 fan6) = één portie (maatwoord voor porties eten)
64
Ik wil een taxi bestellen. 我要叫一架的士。 ngo5 jiu3 giu3 jat1 gaa3 dik1 si2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 要 (jiu3) = willen 叫 (giu3) = bestellen / laten komen 一 (jat1) = één 架 (gaa3) = maatwoord voor voertuigen 的士 (dik1 si2) is het Kantonese leenwoord voor “taxi” (uit het Engels: "taxi"). Maatwoord ✅ 架 (gaa3) = maatwoord voor voertuigen zoals auto's, taxi’s, bussen, enz.
65
Waar ben jij? 你喺邊? nei5 hai2 bin1? ## Footnote Woord voor woord uitleg 你 (nei5) = jij 喺 (hai2) = zijn / zich bevinden (plaatsaanduiding; Kantonese vorm van “在”) 邊 (bin1) = waar / welke plaats Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig, want het is een vraag naar locatie, niet naar een telbaar zelfstandig naamwoord.
66
Hoe gaat het de laatste tijd met je? (Letterlijk: “Jij de laatste tijd hoe (eindpartikel)?”) 你最近點呀? nei5 zeoi3 gan6 dim2 aa3? ## Footnote Woord voor woord uitleg 你 (nei5) = jij 最近 (zeoi3 gan6) = recent / de laatste tijd 點 (dim2) = hoe / hoe gaat het 呀 (aa3) = eindpartikel dat een vriendelijke, geïnteresseerde toon toevoegt aan de vraag Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig, want het is een open vraag over iemands toestand, niet over telbare zaken. Dit is een zeer natuurlijk en veelgebruikte begroeting in het Kantonees! Er is een verschil tussen 最緊 (zeoi3 gan6) en 呢排 (ni1 paai4), zowel in betekenis als gebruik: 呢排 (ni1 paai4) = deze periode / de laatste tijd Betekenis: Verwijst naar de huidige periode in bredere zin – meestal dagen of weken. Gebruik: Wordt vaak gebruikt om te vragen of praten over hoe het iemand recentelijk gaat. 最近 (zeoi3 gan6) = recent / onlangs / kort geleden (Let op: het wordt meestal geschreven als 最近, niet 最緊) Betekenis: Wijst naar iets dat heel recent gebeurd is — meestal in een kortere tijdspanne zoals gisteren, eergisteren of de afgelopen paar dagen. Gebruik: Meer geschikt in formele of neutrale contexten dan 呢排, dat wat informeler klinkt.
67
Vandaag ben ik erg blij! (Letterlijk: “Vandaag heel blij ah!”) 今日好開心啊! gam1 jat6 hou2 hoi1 sam1 aa3 ## Footnote Woord voor woord uitleg 今日 (gam1 jat6) = vandaag 好 (hou2) = erg / heel / zeer 開心 (hoi1 sam1) = blij / gelukkig 啊 (aa3) = eindpartikel dat een gevoel van enthousiasme of emotie uitdrukt Maatwoorden ➡️ Geen maatwoord aanwezig. Er worden geen telbare zelfstandige naamwoorden gebruikt in deze zin, dus geen maatwoord is nodig.
68
Dit is mijn boek. 呢個係我嘅書。 ni1 go3 hai6 ngo5 ge3 syu1 ## Footnote Woord-voor-woord: 呢個 (ni1 go3) = dit 係 (hai6) = is 我 (ngo5) = ik 嘅 (ge3) = van / bezit 書 (syu1) = boek 📝 Je kunt het vertalen als "van mij" → 我嘅 = mijn Het eindpartikel 嘅 (ge3) in het Kantonees is heel veelzijdig. Het heeft niet één vaste functie, maar kan verschillende betekenissen hebben afhankelijk van de zinstructuur en intonatie. 🟡 1. Bezittelijk partikel ("van") – vergelijkbaar met 的 (de) in Mandarijn 📌 Functie: Duidt bezit of specificatie aan.
69
Ik vind hem/haar best goed. 我覺得佢幾好 ngo5 gok3 dak1 keoi5 gei2 hou2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 覺得 (gok3 dak1) = vinden / van mening zijn 佢 (keoi5) = hij / zij 幾 (gei2) = vrij / tamelijk / best wel 好 (hou2) = goed
70
Hoe gaat het de laatste tijd? 呢排點呀? ni1 paai4 dim2 aa3? ## Footnote Woord voor woord uitleg 呢 (ni1) = deze 排 (paai4) = periode / tijd (in context: "deze periode" = "de laatste tijd") 點 (dim2) = hoe 呀 (aa3) = eindpartikel voor mild vragende toon of interesse 呢排 (ni1 paai4) betekent samen: "deze periode" of "de laatste tijd". 點呀?(dim2 aa3) is een informele manier om te vragen "hoe gaat het?" of "wat is er aan de hand?" Hoewel 排 (paai4) ook een maatwoord kan zijn voor rijen/reeksen, is het hier een zelfstandig naamwoord dat "periode" betekent. Er is een verschil tussen 最緊 (zeoi3 gan6) en 呢排 (ni1 paai4), zowel in betekenis als gebruik: 呢排 (ni1 paai4) = deze periode / de laatste tijd Betekenis: Verwijst naar de huidige periode in bredere zin – meestal dagen of weken. Gebruik: Wordt vaak gebruikt om te vragen of praten over hoe het iemand recentelijk gaat. 最近 (zeoi3 gan6) = recent / onlangs / kort geleden (Let op: het wordt meestal geschreven als 最近, niet 最緊) Betekenis: Wijst naar iets dat heel recent gebeurd is — meestal in een kortere tijdspanne zoals gisteren, eergisteren of de afgelopen paar dagen. Gebruik: Meer geschikt in formele of neutrale contexten dan 呢排, dat wat informeler klinkt.
71
Ik ben de laatste tijd erg druk geweest. (Of korter: Ik ben de laatste tijd druk.) 最近我好忙。 zeoi3 gan6 ngo5 hou2 mong4 ## Footnote Woord voor woord uitleg 最近 (zeoi3 gan6) = recent / de laatste tijd 我 (ngo5) = ik 好 (hou2) = erg / zeer (intensifieert het bijvoeglijk naamwoord) 忙 (mong4) = druk (zijn) Opmerking: In het Kantonees wordt vaak geen werkwoord “zijn” gebruikt zoals in het Nederlands. 好忙 betekent dus letterlijk “erg druk” en functioneert als een volledige predicaat.
72
Heb je hem/haar de laatste tijd gezien? 你最近有冇見到佢? nei5 zeoi3 gan6 jau5 mou5 gin3 dou2 keoi5? ## Footnote Woord voor woord uitleg 你 (nei5) = jij 最近 (zeoi3 gan6) = recent / de laatste tijd 有冇 (jau5 mou5) = heb je of niet? (vraagvorm voor voltooid aspect) 見到 (gin3 dou2) = zien (en waarnemen / ontmoeten) 佢 (keoi5) = hij / zij 有冇 + [werkwoord in voltooid aspect] is een typische Kantonees vraagpatroon, vergelijkbaar met: “Heb je [iets] gedaan (of niet)?” In dit geval: 有冇見到 (jau5 mou5 gin3 dou3) = “heb je gezien (of niet)”
73
Het weer is de laatste tijd onstabiel. 呢排天氣唔穩定。 ni1 paai4 tin1 hei3 m4 wan2 ding6 ## Footnote Woord voor woord uitleg 呢排 (ni1 paai4) = de laatste tijd / deze periode 天氣 (tin1 hei3) = het weer 唔 (m4) = niet 穩定 (wan2 ding6) = stabiel / stabiel zijn
74
Ik kom morgen om tien uur 's ochtends. 我聽日朝早十點嚟。 ngo5 ting1 jat6 ziu1 zou2 sap6 dim2 lai4 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 聽日 (ting1 jat6) = morgen 朝早 (ziu1 zou2) = 's ochtends / in de ochtend 十點 (sap6 dim2) = tien uur 嚟 (lai4) = komen **De zinsstructuur is tijdsbepalingen gevolgd door het werkwoord.** **In het Kantonees worden tijdsaanduidingen meestal van groot naar klein geordend: dag → dagdeel → uur**
75
Ik heb volgende week tijd. 我下星期有時間。 ngo5 haa6 sing1 kei4 jau5 si4 gaan3 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我 (ngo5) = ik 下星期 (haa6 sing1 kei4) = volgende week - 下 (haa6) = volgend / beneden (in tijd: "volgende") - 星期 (sing1 kei4) = week 有 (jau5) = hebben 時間 (si4 gaan3) = tijd Let op: in het Kantonees komt de tijdsaanduiding (下星期) (haa6 sing1 kei4) meestal voor het werkwoord.
76
Ik ga om één uur 's middags naar de fitnesszaal. 下晝一點我去健身室。 haa6 zau3 jat1 dim2 ngo5 heoi3 gin6 san1 sat1 ## Footnote Woord voor woord uitleg 下晝 (haa6 zau3) = namiddag / 's middags - 一點 (jat1 dim2) = één uur - 一 (jat1) = één - 點 (dim2) = uur (tijdseenheid) 我 (ngo5) = ik 去 (heoi3) = gaan 健身室 (gin6 san1 sat1) = fitnesszaal / sportschool - 健身 (gin6 san1) = fitness / trainen - 室 (sat1) = kamer / zaal De tijdsbepaling komt vooraan: 下晝一點 (haa6 zau3 jat1 dim2) = “om één uur ’s middags” Daarna volgt het onderwerp (我) (ngo5) en het werkwoord (去) (heoi5)
77
De film begint om negen uur 's avonds. 套戲喺夜晚九點開始。 tou3 hei3 hai2 je6 maan5 gau2 dim2 hoi1 ci2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 套 (tou3) = maatwoord voor films, series, enz. 戲 (hei3) = film / toneelstuk 喺 (hai2) = zich bevinden / op (plaats of tijdstip) 夜晚 (je6 maan5) = avond / 's avonds 九點 (gau2 dim2) = negen uur - 九 (gau2) = negen - 點 (dim2) = uur (tijdseenheid) 開始 (hoi1 ci2) = beginnen / starten 套戲 (tou3 hei3) betekent letterlijk “een film” of “die film”, met 套 (tou3) als het maatwoord voor audiovisuele werken. De zinsstructuur is: [onderwerp] + 喺 (hai2) + [tijd] + 開始 (hoi1 ci2).
78
De klok slaat twaalf keer om middernacht. 鐘喺半夜響十二次。 zung1 hai2 bun3 je6 hoeng2 sap6 ji6 ci3 ## Footnote Woord voor woord uitleg 鐘 (zung1) = klok 喺 (hai2) = op / zich bevinden (hier: tijdsaanduiding) 半夜 (bun3 je6) = middernacht 響 (hoeng2) = luiden / klinken / afgaan (bijv. een bel of klok) 十二 (sap6 ji6) = twaalf 次 (ci3) = keer (maatwoord voor herhaalde handelingen of gebeurtenissen) De zinsstructuur is: [onderwerp] + 喺 (hai2) + [tijd] + [werkwoord] + [hoe vaak] Maatwoorden in de zin ✅ 次 (ci3) = maatwoord voor aantal keren (bijv. "één keer", "drie keer")
79
Wij hebben om twaalf uur 's middags een vergadering. 我哋正午十二點開會。 ngo5 dei6 zing3 ng5 sap6 ji6 dim2 hoi1 wui2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 我哋 (ngo5 dei6) = wij 正午 (zing3 ng5) = 12:00 's middags (noon) 十二點 (sap6 ji6 dim2) = twaalf uur 開會 (hoi1 wui2) = vergadering houden / een vergadering beginnen Als je 十二點 (sap6 ji6 dim2) weglaat, dan wordt de betekenis "rond 12:00 's-middags" en is dus minder precies. 我哋正午開會。(ngo5 dei6 zing3 ng5 hoi1 wui2) = Wij hebben rond 12:00 's-middags een vergadering. Opmerking: 正午 (zing3 ng5) = 12:00 exact ('noon') - Formeel / neutraal 中午 (zung1 ng5) = Midden van de dag - Algemeen bekend
80
De persoon die aan het zingen is, is mijn vriend. 唱歌嘅人係我朋友。 coeng3 go1 ge3 jan4 hai6 ngo5 pang4 jau5 ## Footnote Woord-voor-woord: 唱歌 (coeng3 go1) = zingen 嘅 (ge3) = die [verbindt actie met persoon] 人 (jan4) = persoon 係 (hai6) = is 我朋友 (ngo5 pang4 jau5) = mijn vriend 🟡 嘅 (ge3) is hier een relatief partikel – Het verbindt beschrijvingen met zelfstandig naamwoorden 📌 Functie: Verbindt een bijzin of bijvoeglijke omschrijving met een zelfstandig naamwoord.
81
Doe lijm op het papier. (Letterlijk: Breng lijm aan op het papier.) 在紙上塗上膠水。 zoi6 zi2 soeng6 tou4 soeng6 gaau1 seoi2 ## Footnote Woord voor woord uitleg 在 (zoi6) = op / in / bij (plaatsbepaling – meestal schriftelijk of formeel) 紙 (zi2) = papier 上 (soeng6) = bovenop / op 塗上 (tou4 soeng6) = aanbrengen / smeren op - 塗 (tou4) = smeren / insmeren - 上 (soeng6) = erop / naar boven 膠水 (gaau1 seoi2) = lijm - 膠 (gaau1) = plastic / lijmstof - 水 (seoi2) = vloeistof (hier: "lijmvloeistof")
82
Papier en potlood 紙及鉛筆 zi2 kap6 jyun4 bat1 ## Footnote Woord voor woord uitleg 紙 (zi2) = papier 及 (kap6) = en / evenals (formeel schriftelijk voegwoord) 鉛筆 (jyun4 bat1) = potlood - 鉛 (jyun4) = lood (het metaal) - 筆 (bat1) = schrijfinstrument / pen / potlood 及 (kap6) is een vrij formeel schriftelijk woord voor "en". In gesproken Kantonees zou men meestal gewoon 同 (tung4) gebruiken: 👉 紙同鉛筆 (zi2 tung4 jyun4 bat1) = papier en potlood (spreektaal) Maatwoorden in deze uitdrukking Er zijn geen maatwoorden in deze vorm aanwezig. Maar als je zou willen zeggen: een vel papier en een potlood → 一張紙及一支鉛筆 - 一張紙 (jat1 zoeng1 zi2) → één vel papier - 一支鉛筆 (jat1 zi1 jyun4 bat1) → één potlood Opmerking: Potlood = 鉛筆 (jyun4 bat1) Pen (algemeen) = 原子筆 (jyun4 zi2 bat1)
83
Geeft niet. / Maakt niet uit. / Het is niet erg. 唔緊要 m4 gan2 jiu3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 唔 (m4) = niet 緊 (gan2) = dringend, belangrijk (in deze context als deel van een vaste uitdrukking) 要 (jiu3) = nodig, belangrijk zijn
84
Spreek jij Kantonees? 你識唔識講廣東話? nei5 sik1 m4 sik1 gong2 gwong2 dung1 waa2? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 你 (nei5) = jij 識 (sik1) = kunnen / vaardig zijn in (iets weten of beheersen) 唔 (m4) = niet 識 (sik1) = kunnen → 識唔識 (sik1 m4 sik1) = een alternatieve vraagvorm: “kun je of kun je niet...” 講 (gong2) = spreken 廣東話 (gwong2 dung1 waa2) = Kantonees (taal) - 廣東 (gwong2 dung1) = Guangdong (provincie in Zuid-China) - 話 (waa2) = taal / spraak
85
Ik heb eerder dansen geleerd. (of: Ik heb ooit dansles gehad.) 我學過跳舞。 ngo5 hok6 gwo3 tiu3 mou5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 學 (hok6) = leren 過 (gwo3) = aspectpartikel dat aangeeft dat je een ervaring hebt gehad (vergelijkbaar met "heb ooit...") 跳 (tiu3) = springen, in deze context: dansen (als werkwoord, "dansen doen") 舞 (mou5) = dans (zelfstandig naamwoord) → 跳舞 (tiu3 mou5) = dansen (vaste combinatie: letterlijk "sprong-dans") → 學過 (hok6 gwo3) = heb geleerd (ooit eerder)
86
Samen iets eten. (of informeel: Laten we wat eten samen.) 一齊食嘢。 jat1 cai4 sik6 je5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 一齊 (jat1 cai4) = samen, tegelijkertijd 食 (sik6) = eten 嘢 (je5) = ding, iets → 食嘢 (sik6 je5) = iets eten (vaste informele uitdrukking) ⚠️ 食嘢 is typisch spreektaal en wordt heel veel gebruikt in het dagelijks Kantonees. Formeler zou men spreken van 食飯 (sik6 faan6) = rijst eten / maaltijd eten. Maatwoorden in deze zin: 嘢 (je5) is een vaag, onbepaald woord ("iets"), dus er is geen maatwoord nodig.
87
Ik weet niet wat ik moet doen. (of: Ik weet niet wat ik moet doen om het goed te maken. – afhankelijk van context) 我唔知做乜好。 ngo5 m4 zi1 zou6 mat1 hou2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 唔 (m4) = niet 知 (zi1) = weten → 唔知 (m4 zi1) = niet weten 做 (zou6) = doen 乜 (mat1) = wat (informeel, spreektaal voor 乜嘢 = wat voor iets) 好 (hou2) = goed → hier in de betekenis van “wat ik het beste kan doen” of “wat goed zou zijn om te doen” 做乜好 (zou6 mat1 hou2) = “wat te doen (om het goed op te lossen / om het goed te maken)” → dit is een veelgebruikte structuur in spreektaal als je je afvraagt wat je moet doen.
88
De laatste tijd is er veel te doen. (of: Ik heb het de laatste tijd erg druk. – afhankelijk van context) 最近好多嘢做。 zeoi3 gan6 hou2 do1 je5 zou6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 最近 (zeoi3 gan6) = recent, de laatste tijd 好 (hou2) = erg / zeer 多 (do1) = veel → 好多 (hou2 do1) = veel 嘢 (je5) = dingen / dingen (om te doen, om te eten, etc.) 做 (zou6) = doen
89
Zachtjes alsjeblieft. Of iets vrijer: Kun je wat zachter praten? / Zou je wat stiller willen zijn? 唔該細聲啲。 m4 goi1 sai3 seng1 di1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 唔該 (m4 goi1) = alsjeblieft / dank je / excuseer → in deze context als beleefde vraag: "alsjeblieft (zou je kunnen...)" 細 (sai3) = klein, zacht 聲 (seng1) = stem, geluid → 細聲 (sai3 seng1) = zachtjes spreken / zacht geluid 啲 (di1) = een beetje meer, comparatief partikel → 細聲啲 (sai3 seng1 di1) = een beetje zachter, stiller Het partikel 啲 (di1) komt veel voor in het Kantonees, en het heeft meestal een vergrotende of verzachtende betekenis: “meer”, “een beetje”, “-er” (zoals in zachter, sneller, meer van iets). Het kan ook "meerdere dingen van iets"of "wat" of "een beetje" betekenen: 啲人 (di1 jan4) = de mensen 啲嘢 (di1 je5) = wat dingen 呢啲書 (ni1 di1 syu1) = deze boeken 啲水果 (di1 seoi2 gwo2) = wat fruit / de vruchten
90
Sorry, ik kan niet met je meegaan. 唔好意思,我唔可以同你去。 m4 hou2 ji3 si1, ngo5 m4 ho2 ji5 tung4 nei5 heoi3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 唔好意思 (m4 hou2 ji3 si1) = sorry / excuseer 唔好 (m4 hou2) = niet goed / liever niet 意思 (ji3 si1) = betekenis, bedoeling → samen: "ongemakkelijk voelen" → "sorry" 我 (ngo5) = ik 唔 (m4) = niet 可以 (ho2 ji5) = mogen, kunnen (toestemming of mogelijkheid) 同 (tung4) = met 你 (nei5) = jij 去 (heoi3) = gaan
91
Sorry, heb jij mijn hond gezien? (of: Excuseer, heb je mijn hond misschien gezien?) 唔好意思,你有冇見過我隻狗? m4 hou2 ji3 si1, nei5 jau5 mou5 gin3 gwo3 ngo5 zek3 gau2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 唔好意思 (m4 hou2 ji3 si1) = excuseer / sorry 你 (nei5) = jij 有冇 (jau5 mou5) = heb je of heb je niet...? → vraagvorm met "hebben of niet" 見過 (gin3 gwo3) = ooit gezien hebben - 見 (gin3) = zien - 過 (gwo3) = ervaringspartikel (geeft aan dat iets ooit gebeurd is) 我 (ngo5) = ik / mijn 隻 (zek3) = maatwoord voor dieren 狗 (gau2) = hond Maatwoorden in deze zin: ✅ 隻 (zek3) — standaard maatwoord voor dieren zoals honden, katten, vogels etc. → 我隻狗 (ngo5 zek3 gau2) = mijn hond
92
Ik heb twee oudere zussen. 我有兩個姐姐。 ngo5 jau5 loeng5 go3 ze4 ze1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 有 (jau5) = hebben 兩 (loeng5) = twee (wanneer het getal vóór een maatwoord staat) 個 (go3) = maatwoord voor mensen en algemene dingen 姐姐 (ze4 ze1) = oudere zus → 兩個姐姐 (loeng5 go3 ze4 ze1) = twee oudere zussen Let op: In het Kantonees gebruik je 兩 (loeng5) i.p.v. 二 (ji6) wanneer je “twee” combineert met een maatwoord. Woord voor woord uitleg:
93
Mevrouw, pardon, mag ik er even langs? (of letterlijker: Mevrouw, alsjeblieft, laat me erlangs.) 小姐,唔該借過。 siu2 ze2, m4 goi1 ze3 gwo3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 小姐 (siu2 ze2) = jongedame / mevrouw (vaak gebruikt om een vrouw beleefd aan te spreken, bv. op straat of in een winkel) 唔該 (m4 goi1) = alsjeblieft / excuseer mij / dank je → hier gebruikt als beleefde aanduiding voor aandacht trekken of verzoek 借 (ze3) = lenen, in deze context: toestemming vragen 過 (gwo3) = voorbijgaan / passeren → 借過 (ze3 gwo3) = letterlijk: “mij toestaan om voorbij te gaan” → spreektaalbetekenis: “mag ik erlangs?”, “mag ik even passeren?” 🔎 Extra context: 借過 (ze3 gwo3) is een vaste, beleefde uitdrukking in het Kantonees, vaak gebruikt in drukke situaties zoals: in de metro op een markt in een restaurant → Je zegt dan vriendelijk: 唔該借過 (m4 goi1 ze3 gwo3) = “Excuseer, mag ik er even langs?”
94
Ik wil één ticket. (of: Ik wil een kaartje. – bijv. voor vervoer of een evenement) 我要一張飛。 ngo5 jiu3 jat1 zoeng1 fei1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 要 (jiu3) = willen / nodig hebben 一 (jat1) = één 張 (zoeng1) = maatwoord voor platte, dunne dingen (zoals papier, kaarten, bedden, tafels) 飛 (fei1) = ticket / kaartje (verkorte vorm van 飛機票 = vliegticket, maar ook gebruikt voor ov-kaartjes, bioscooptickets enz.) → 一張飛 = één ticket → 我要一張飛 = ik wil een kaartje / ticket Maatwoorden in deze zin: ✅ 張 (zoeng1) – maatwoord voor platte dingen zoals: 張枱 (zoeng1 toi4) = een tafel 張紙 (zoeng1 zi2) = een vel papier 張飛 (zoeng1 fei1) = een ticket
95
Ik ben een uur online geweest. (of letterlijker: Ik ben een uur op het internet geweest.) 我上咗網一個鐘。 ngo5 soeng5 zo2 mong5 jat1 go3 zung1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 上 (soeng5) = opgaan / opstappen / verbinden met (in moderne context: online gaan) 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → geeft aan dat de actie is afgerond → 上咗網 (soeng5 zo2 mong5) = ben online geweest 網 (mong5) = net → hier: internet 一 (jat1) = één 個 (go3) = maatwoord voor tijdseenheden, mensen, objecten 鐘 (zung1) = klok / uur → 一個鐘 (jat1 go3 zung1) = één uur → 我上咗網一個鐘 = ik ben één uur online geweest Maatwoorden in deze zin: ✅ 個 (go3) — maatwoord voor 鐘 (zung1) = uur → gebruikt voor tijdsaanduidingen zoals: 一個鐘 (jat1 go3 zung1) = 1 uur 兩個鐘 (loeng5 go3 zung1) = 2 uur 半個鐘 (bun3 go3 zung1) = een half uur
96
Ben je alleen gekomen? (of letterlijk: Één persoon (komt)? → bedoeld als: Kom je alleen?) 一個人嚟? jat1 go3 jan4 lai4? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 一 (jat1) = één 個 (go3) = maatwoord voor mensen en algemene dingen 人 (jan4) = persoon → 一個人 (jat1 go3 jan4) = één persoon 嚟 (lai4) = komen → In spreektaal vaak gebruikt i.p.v. 書面語 來 (lai4) Maatwoorden in deze zin: ✅ 個 (go3) — maatwoord voor 人 (jan4) → persoon 📌 Context: Deze zin hoor je vaak in situaties zoals: Een restaurant (host vraagt hoeveel mensen er komen) Iemand begroet je ergens en wil weten of je alleen bent → "一個人嚟?" betekent dan: Ben je alleen gekomen? of Kom je alleen?
97
Ik wil een fles rode wijn. 我要一支紅酒。 ngo5 jiu3 jat1 zi1 hung4 zau2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 要 (jiu3) = willen / nodig hebben 一 (jat1) = één 支 (zi1) = maatwoord voor lange, slanke dingen (zoals flessen, pennen, stokjes) 紅酒 (hung4 zau2) = rode wijn - 紅 (hung4) = rood - 酒 (zau2) = alcohol / wijn → 一支紅酒 = een fles rode wijn 📝 Opmerking: In de praktijk kan 支 zowel een glas als een fles aanduiden afhankelijk van de context, maar meestal verwijst het naar een fles wanneer het over wijn of alcohol gaat. Maatwoorden in deze zin: ✅ 支 (zi1) — maatwoord voor slanke, cilindervormige voorwerpen, zoals: 一支筆 (jat1 zi1 bat1) = een pen 一支牙刷 (jat1 zi1 ngaa4 caat2) = een tandenborstel 一支酒 (jat1 zi1 zau2) = een fles alcohol
98
Ik zou graag een flesje bier willen. (of: Ik wil een bier(tje). – beleefder/voorzichtiger dan gewoon "我要...") 我想要支啤酒。 ngo5 soeng2 jiu3 zi1 be1 zau2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 想 (soeng2) = willen / zouden willen (drukt wens of intentie uit, beleefder dan 直接 “要”) 要 (jiu3) = willen hebben → 想要 (soeng2 jiu3) = graag willen (beleefde vorm) 支 (zi1) = maatwoord voor slanke voorwerpen → hier: fles of blikje 啤酒 (be1 zau2) = bier - 啤 (be1) = bier (transcriptie van "beer") - 酒 (zau2) = alcohol / drank → 支啤酒 (zi1 be1 zau2) = een fles/blikje bier Maatwoorden in deze zin: ✅ 支 (zi1) — maatwoord voor cilindervormige voorwerpen zoals: flessen (啤酒, 酒) pennen (筆) tandenborstels (牙刷) In cafés of restaurants verwijst 支啤酒 (zi1 be1 zau2) meestal naar een flesje, maar het kan ook een blikje betekenen afhankelijk van de context.
99
Geen probleem, laat mij het overnemen. 冇問題嘅,等我接手啦。 mou5 man6 tai4 ge3, dang2 ngo5 zip3 sau2 laa1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 冇 (mou5) = niet hebben / geen 問題 (man6 tai4) = probleem, vraag → 冇問題 (mou5 man6 tai4) = geen probleem 嘅 (ge3) = eindpartikel om een stelling te bevestigen of mild te beklemtonen → 冇問題嘅 = echt geen probleem / is goed hoor 等 (dang2) = wachten / laten (in deze context: laat mij...) 我 (ngo5) = ik 接手 (zip3 sau2) = overnemen, het werk of de taak van iemand overnemen - 接 (zip3) = oppakken / ontvangen - 手 (sau2) = hand 啦 (laa1) = eindpartikel dat een lichte nadruk geeft, vaak bij een voorstel of beslissing → 等我接手啦 = laat mij het overnemen Maatwoorden in deze zin: 📌 Opmerking over stijl: Dit is een vriendelijke en praktische uitdrukking, vaak gebruikt op het werk of in teamverband, als iemand zegt: “Ik neem het wel van je over.” “Ik regel het wel.” “Geen zorgen, laat mij het maar doen.”
100
Twee personen. (of in context, zoals in een restaurant: Tafel voor twee?) 兩位。 loeng5 wai2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 兩 (loeng5) = twee (wanneer gebruikt met een maatwoord) 位 (wai2) = beleefd maatwoord voor personen, vaak gebruikt bij klanten, gasten, collega’s, enz. → 兩位 = twee personen (beleefd) Maatwoorden in deze zin: ✅ 位 (wai2) — beleefd maatwoord voor personen Vergelijking: 兩個人 (loeng5 go3 jan4) = twee mensen (neutraal) 兩位 (loeng5 wai2) = twee personen (beleefd – vaak gebruikt door obers, receptionisten, enz.) 📌 Context: Je hoort dit vaak in situaties zoals: In een restaurant: 侍應:幾多位?(gei2 do1 wai2?) → “Met hoeveel personen?” 你:兩位。 → “Twee personen.”
101
Meneer, met hoeveel personen bent u? (of korter: Meneer, met hoeveel? – gebruikelijk in restaurants) 先生,幾位? sin1 saang1, gei2 wai2? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 先生 (sin1 saang1) = meneer 幾 (gei2) = hoeveel 位 (wai2) = beleefd maatwoord voor personen → 幾位 (gei2 wai2) = hoeveel personen (beleefd) Maatwoorden in deze zin: ✅ 位 (wai2) — beleefd maatwoord voor personen Gebruikt in horeca, klantenservice, enz. 📌 Typische context: In restaurants of cafés.
102
Appelsap, sinaasappelsap en druivensap. 蘋果汁,橙汁,及葡萄汁。 ping4 gwo2 zap1, caang2 zap1, kap6 pou4 tou4 zap1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 蘋果 (ping4 gwo2) = appel 汁 (zap1) = sap → 蘋果汁 (ping4 gwo2 zap1) = appelsap 橙 (caang2) = sinaasappel → 橙汁 (caang2 zap1) = sinaasappelsap 及 (kap6) = en (formeel / geschreven taal, gelijkwaardig aan “同 (tung4)” in spreektaal) 葡萄 (pou4 tou4) = druiven → 葡萄汁 (pou4 tou4 zap1) = druivensap 📝 Voorbeelden mét maatwoorden: 一杯蘋果汁 (jat1 bui1 ping4 gwo2 zap1) = een glas appelsap ✅ 杯 (bui1) = maatwoord voor drankjes (glazen, kopjes, bekers) 兩支橙汁 (loeng5 zi1 caang2 zap1) = twee flessen sinaasappelsap ✅ 支 (zi1) = maatwoord voor flessen of blikjes
103
De vrouw is water aan het drinken. 女人正在飲水。 neoi5 jan4 zing3 zoi6 jam2 seoi2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 女人 (neoi5 jan4) = vrouw - 女 (neoi5) = vrouwelijk - 人 (jan4) = persoon 正在 (zing3 zoi6) = aan het ... zijn / bezig met ... → geeft aan dat een handeling nu bezig is (progressieve aspectmarkeerder) 飲 (jam2) = drinken 水 (seoi2) = water → 正在飲水 = is (nu) water aan het drinken Spreektaal: 女人飲緊水 (neoi5 jan4 jam2 gan2 seoi2) = De vrouw is water aan het drinken.
104
Ik heb erg dorst, ik wil water drinken. 好口渴,我想飲水。 hou2 hau2 hot3, ngo5 soeng2 jam2 seoi2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: Eerste deel: 好 (hou2) = heel / erg 口 (hau2) = mond 渴 (hot3) = dorstig → 口渴 (hau2 hot3) = dorst hebben → 好口渴 (hou2 hau2 hot3) = ik heb erg dorst Tweede deel: 我 (ngo5) = ik 想 (soeng2) = willen (mild, beleefd – “zou willen”) 飲 (jam2) = drinken 水 (seoi2) = water
105
De advocaat is de verdachte aan het verdedigen. (of letterlijker: De advocaat is bezig met het voeren van een verdediging voor de verdachte.) 律師正在為犯人辯護。 leot6 si1 zing3 zoi6 wai6 faan6 jan4 bin6 wu6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 律師 (leot6 si1) = advocaat - 律 (leot6) = wet - 師 (si1) = expert / meester → samen: jurist / advocaat 正在 (zing3 zoi6) = is bezig met... / aan het... zijn (progressief aspect) 為 (wai6) = voor, ten behoeve van 犯人 (faan6 jan4) = verdachte / crimineel - 犯 (faan6) = overtreden / misdaad plegen - 人 (jan4) = persoon 辯護 (bin6 wu6) = verdedigen (in juridische zin) - 辯 (bin6) = bepleiten - 護 (wu6) = beschermen
106
Is hier wifi? (of iets beleefder: Hebben jullie hier wifi?) 呢度有冇wifi啊? ni1 dou6 jau5 mou5 wifi aa3? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢度 (ni1 dou6) = hier 有冇 (jau5 mou5) = is er / hebben of niet? → vraagvorm met "hebben" wifi = wifi (geleend woord, gewoon zo uitgesproken in spreektaal) 啊 (aa3) = eindpartikel dat de toon verzacht of iets vriendelijker maakt
107
Ik kom je helpen. (of: Ik ben hier om je te helpen.) 我嚟幫你。 ngo5 lai4 bong1 nei5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 嚟 (lai4) = komen → spreektaalvorm van 來 (lai4) 幫 (bong1) = helpen 你 (nei5) = jou / je
108
Het eten hier is erg lekker. (of letterlijker: De dingen hier zijn heel lekker om te eten.) 呢度啲嘢好好食。 ni1 dou6 di1 je5 hou2 hou2 sik6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢度 (ni1 dou6) = hier 啲 (di1) = een onbepaalde / meervoudsaanduiding → "de dingen" 嘢 (je5) = dingen / spullen → hier: eten (spreektaal) → 啲嘢 (di1 je5) = het eten / de dingen (die men eet) 好好食 (hou2 hou2 sik6) = erg lekker
109
Heb je tijd? (of beleefder: Heb je even tijd?) 你有冇時間? nei5 jau5 mou5 si4 gaan3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 你 (nei5) = jij 有冇 (jau5 mou5) = heb je of niet? → vraagconstructie van “hebben” 時間 (si4 gaan3) = tijd - 時 (si4) = uur, tijdstip - 間 (gaan3) = ruimte, tussenruimte → samen: tijd
110
Hij/Zij heeft het voor mij geregeld. (of: Hij/Zij heeft het voor me opgelost.) 佢幫我搞掂。 keoi5 bong1 ngo5 gaau2 dim6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 幫 (bong1) = helpen 我 (ngo5) = mij 搞掂 (gaau2 dim6) = regelen, oplossen, fixen - 搞 (gaau2) = doen, regelen - 掂 (dim6) = in orde maken, klaar zijn → samen: 搞掂 = iets regelen/oplossen/afmaken 🗣️ Spreektaaltip: 搞掂 (gaau2 dim6) is typisch Kantonees en wordt heel vaak gebruikt in de betekenis van: "fixen" "regelen" "voor elkaar krijgen"
111
Geen zorgen, ik heb alles geregeld. (of: Maak je geen zorgen, ik heb het helemaal opgelost.) 唔使擔心,我搞掂晒。 m4 sai2 daam1 sam1, ngo5 gaau2 dim6 saai3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: Eerste deel: 唔使 (m4 sai2) = niet nodig / hoeft niet 擔心 (daam1 sam1) = zich zorgen maken → 唔使擔心 = maak je geen zorgen / geen zorgen nodig Tweede deel: 我 (ngo5) = ik 搞掂 (gaau2 dim6) = regelen / oplossen / fixen 晒 (saai3) = alles / helemaal / volledig → wordt vaak toegevoegd om de volledigheid van een actie aan te geven 🗣️ Spreektaaltip: Deze zin is zeer natuurlijk en komt vaak voor in dagelijkse gesprekken, bijvoorbeeld wanneer: Je iemand geruststelt Je vertelt dat je een taak of probleem succesvol hebt afgehandeld
112
Waarom ben je niet gekomen? (of: Waarom kom je niet? – afhankelijk van context en tijd) 點解你唔嚟? dim2 gaai2 nei5 m4 lai4 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 點解 (dim2 gaai2) = waarom - 點 (dim2) = hoe - 解 (gaai2) = uitleggen / verklaren → samen: waarom (spreektaalvorm van 為甚麼) 你 (nei5) = jij 唔 (m4) = niet 嚟 (lai4) = komen (spreektaalvorm van 來) 📝 De werkwoordstijd (tegenwoordige of verleden tijd) wordt meestal uit de context gehaald in het Kantonees. Dus deze zin kan beide betekenen: Als je spreekt over een geplande afspraak: Waarom kom je niet? Als het al gebeurd is: Waarom ben je niet gekomen?
113
Ik ben ziek geweest. (of: Ik was ziek.) 我病咗。 ngo5 beng6 zo2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 病 (beng6) = ziek zijn / ziekte 咗 (zo2) = aspectpartikel voor voltooide actie of toestand → drukt uit dat iets al gebeurd is
114
Ik heb geen tijd. (of: Ik ben niet vrij. / Ik ben druk bezig.) 我唔得閒。 ngo5 m4 dak1 haan4 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 唔 (m4) = niet 得閒 (dak1 haan4) = vrij zijn / tijd hebben - 得 (dak1) = kunnen / beschikbaar zijn - 閒 (haan4) = vrije tijd / niets te doen hebben
115
Ik ben het vergeten. (of: Ik vergat het. – in gesproken Kantonees komt dit op hetzelfde neer) 我唔記得咗。 ngo5 m4 gei3 dak1 zo2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 唔 (m4) = niet 記得 (gei3 dak1) = zich herinneren, onthouden - 記 (gei3) = onthouden / noteren - 得 (dak1) = kunnen / in staat zijn → 唔記得 = vergeten 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → geeft aan dat de handeling al gebeurd is
116
Laat mij het doen. (of: Laat mij komen. / Ik doe het wel. – afhankelijk van context) 等我嚟。 dang2 ngo5 lai4 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 等 (dang2) = wachten / laten → in deze context: laat (mij) iets doen 我 (ngo5) = ik / mij 嚟 (lai4) = komen → spreektaalvorm van 來 (Mandarijn: lái)
117
Bij mij thuis kun je op het internet. (of: Mijn huis heeft internet. / Thuis heb ik internettoegang.) 我屋企可以上網。 ngo5 uk1 kei2 ho2 ji5 soeng5 mong5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik / mijn 屋企 (uk1 kei2) = thuis / mijn huis → spreektaal voor 家庭 / 家 (gaa1 ting4 / gaa1) 可以 (ho2 ji5) = mogen / kunnen 上網 (soeng5 mong5) = internetten / verbinding maken met internet - 上 (soeng5) = opgaan / verbinden - 網 (mong5) = netwerk / internet 🗣️ Spreektaaltip: 屋企 (uk1 kei2) is heel typisch voor het Kantonees en betekent letterlijk "huis", maar wordt bijna altijd gebruikt als "thuis" in spreektaal.
118
Deze kamer is klein. 呢間房好細。 ni1 gaan1 fong2 hou2 sai3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢 (ni1) = dit / deze 間 (gaan1) = maatwoord voor kamers, huizen, gebouwen 房 (fong2) = kamer 好 (hou2) = heel / erg 細 (sai3) = klein Maatwoorden in deze zin: ✅ 間 (gaan1) — maatwoord voor ruimtes zoals kamers, huizen, winkels enz. Voorbeelden: 一間房 (jat1 gaan1 fong2) = één kamer 兩間屋 (loeng5 gaan1 uk1) = twee huizen 三間學校 (saam1 gaan1 hok6 haau6) = drie scholen
119
Zijn er nog kamers over? (of: Heb je nog kamers? – vaak gebruikt bij een hotel, hostel, flat etc.) 仲有冇房? zung6 jau5 mou5 fong2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 仲 (zung6) = nog (in de betekenis van "nog steeds" of "nog over") 有冇 (jau5 mou5) = is er of is er niet / hebben of niet (vraagvorm) 房 (fong2) = kamer 🗣️ Typische context: Deze zin is heel gebruikelijk in hotels, guesthouses of zelfs bij het zoeken naar huurwoningen.
120
Hoe gebruik je dit? (of: Hoe werkt dit? / Wat moet je hiermee doen? – afhankelijk van context) 呢個點用? ni1 go3 dim2 jung6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢 (ni1) = dit / deze 個 (go3) = maatwoord voor algemene dingen → hier voor “ding / object” → 呢個 (ni1 go3) = dit ding / dit voorwerp 點 (dim2) = hoe 用 (jung6) = gebruiken
121
Hij/Zij is naar het toilet gegaan. 佢去咗廁所。 keoi5 heoi3 zo2 ci3 so2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 去 (heoi3) = gaan 咗 (zo2) = aspectpartikel voor voltooiing → geeft aan dat de actie is afgerond 廁所 (ci3 so2) = toilet / wc
122
Mijn favoriete restaurant is SUBWAY. (of letterlijker: Het restaurant dat ik het leukst vind is SUBWAY.) 我最鍾意嘅餐廳係SUBWAY。 ngo5 zeoi3 zung1 ji3 ge3 caan1 teng1 hai6 SUBWAY ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik / mijn 最 (zeoi3) = het meest / superlatief 鍾意 (zung1 ji3) = leuk vinden / houden van → 最鍾意 (zeoi3 zung1 ji3) = het leukst vinden / favoriet zijn 嘅 (ge3) = partikel dat een relatieve bijzin verbindt → hier: “dat ik het leukst vind” 餐廳 (caan1 teng1) = restaurant - 餐 (caan1) = maaltijd - 廳 (teng1) = hal / ruimte 係 (hai6) = is (koppelwerkwoord) SUBWAY = Subway (restaurantnaam, gewoon overgenomen zoals in het Engels)
123
De man is op het internet aan het surfen. (of letterlijker: De man is bezig met het doorbladeren van het internet.) 男人正在瀏覽互聯網。 naam4 jan4 zing3 zoi6 lau4 laam5 wu6 lyun4 mong5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 男人 (naam4 jan4) = man - 男 (naam4) = mannelijk - 人 (jan4) = persoon 正在 (zing3 zoi6) = is aan het... / is bezig met... (progressieve aspect) 瀏覽 (lau4 laam5) = bladeren, doorzoeken, surfen (op internet of documenten) 互聯網 (wu6 lyun4 mong5) = internet - 互 (wu6) = onderling, wederzijds - 聯 (lyun4) = verbinden - 網 (mong5) = netwerk → samen: inter-netwerk → internet 🗣️ Spreektaaltip: Hoewel 瀏覽互聯網 correct en duidelijk is, hoor je in alledaags Kantonees vaak een simpelere zin zoals: 男人上緊網。 naam4 jan4 soeng5 gan2 mong5 → De man is online / is aan het internetten
124
Graag gedaan. / Geen dank. 唔使客氣。 m4 sai2 haak3 hei3
125
Is dit jouw boek? 呢本係唔係你嘅書? ni1 bun2 hai6 m4 hai6 nei5 ge3 syu1? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢 (ni1) = dit / deze 本 (bun2) = maatwoord voor boeken → 呢本 (ni1 bun2) = dit boek 係 (hai6) = is / zijn (koppelwerkwoord) 唔係 (m4 hai6) = is niet → 係唔係 (hai6 m4 hai6) = is het of is het niet...? → vraagvorm 你 (nei5) = jij 嘅 (ge3) = bezitsmarkeerder (“van”) 書 (syu1) = boek Maatwoorden in deze zin: ✅ 本 (bun2) — maatwoord voor boeken, schriftelijke documenten en boekachtige dingen
126
Mijn fiets is weg. (of letterlijker: Mijn fiets is verdwenen.) 我嘅單車唔見咗。 ngo5 ge3 daan1 ce1 m4 gin3 zo2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik / mijn 嘅 (ge3) = bezitsmarkeerder ("van") → 我嘅 (ngo5 ge3) = mijn 單車 (daan1 ce1) = fiets - 單 (daan1) = enkel / enkelvoudig - 車 (ce1) = voertuig → samen: fiets (letterlijk: enkel-wielig voertuig) 唔 (m4) = niet 見 (gin3) = zien → 唔見 (m4 gin3) = kwijt zijn / verdwenen 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → geeft aan dat de actie is gebeurd → 唔見咗 (m4 gin3 zo2) = is kwijtgeraakt / verdwenen
127
Ik zou graag een biertje willen. (of letterlijker: Ik wil een fles/blikje bier.) 我想要支啤酒。 ngo5 soeng2 jiu3 zi1 be1 zau2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 想 (soeng2) = willen / graag willen (drukt een wens uit, zachter dan gewoon 要) 要 (jiu3) = willen hebben → 想要 = zou graag willen 支 (zi1) = maatwoord voor slanke of cilindervormige voorwerpen (zoals flessen, pennen) 啤酒 (be1 zau2) = bier - 啤 (be1) = bier (fonetische overname van “beer”) - 酒 (zau2) = alcohol / drank 5. Maatwoord in deze zin: ✅ 支 (zi1) — maatwoord voor slanke objecten zoals: flessen (支啤酒 = een flesje bier) pennen (支筆) tandenborstels (支牙刷) 📝 In de praktijk kan 支啤酒 zowel een flesje als een blikje betekenen, afhankelijk van context.
128
Hij/Zij heeft vanmorgen de kippen gevoerd. 佢今朝餵咗啲雞。 keoi5 gam1 ziu1 wai3 zo2 di1 gai1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 今朝 (gam1 ziu1) = vanmorgen - 今 (gam1) = nu / deze - 朝 (ziu1) = ochtend 餵 (wai3) = voeren 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → geeft aan dat de actie is afgerond 啲 (di1) = onbepaald meervoud / een aantal 雞 (gai1) = kip(pen) Maatwoord in deze zin: ✅ 啲 (di1) — onbepaald meervoudsmaatwoord → geeft aan dat het om meerdere kippen gaat, maar zonder exact aantal Als je het specifieker zou willen zeggen: 🗣️ Spreektaaltip: 啲 is erg handig in spreektaal wanneer je niet precies wilt of hoeft te tellen: 啲嘢 (di1 je5) = wat dingen 啲人 (di1 jan4) = mensen 啲雞 (di1 gai1) = kippen
129
Hij/Zij is mijn vriend(in). 佢係我朋友。 keoi5 hai6 ngo5 pang4 jau5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 係 (hai6) = is (koppelwerkwoord “zijn”) 我 (ngo5) = ik / mijn 朋友 (pang4 jau5) = vriend / vriendin (in de betekenis van “vriend(in)” of kennis) - 朋 (pang4) = kameraad / metgezel - 友 (jau5) = vriend / gezel
130
Wij zijn allemaal Chinezen. (of: We zijn allemaal Chinees.) 我哋都係中國人。 ngo5 dei6 dou1 hai6 zung1 gwok3 jan4 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我哋 (ngo5 dei6) = wij / we - 我 (ngo5) = ik - 哋 (dei6) = meervoudspartikel voor personen 都 (dou1) = allemaal / ook 係 (hai6) = zijn (koppelwerkwoord) 中國人 (zung1 gwok3 jan4) = Chinees (persoon van Chinese nationaliteit/etniciteit) - 中國 (zung1 gwok3) = China -- 中 (zung1) = midden -- 國 (gwok3) = land / natie - 人 (jan4) = persoon
131
Gaan jullie samen? (of: Gaan jullie met z’n allen?) 你哋一齊去? nei5 dei6 jat1 cai4 heoi3? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 你哋 (nei5 dei6) = jullie 你 (nei5) = jij 哋 (dei6) = meervoudspartikel voor personen 一齊 (jat1 cai4) = samen / gezamenlijk 去 (heoi3) = gaan
132
Wat doen zij? (of informeler: Wat zijn ze aan het doen? / Wat hebben ze aan het doen?) 佢哋做咩㗎? keoi5 dei6 zou6 me1 gaa3? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 佢哋 (keoi5 dei6) = zij (meervoud van “hij/zij”) 做 (zou6) = doen / bezig zijn met 咩 (me1) = wat (informeel, spreektaalvorm van 乜嘢 mat1 je5) 㗎 (gaa3) = eindpartikel dat zachtheid toevoegt of interesse / verbazing uitdrukt → klinkt vriendelijker of nieuwsgieriger dan een kale vraag
133
Bemoei je niet met hun zaken. (of: Wat zij doen, gaat jou niet aan. / Laat hun zaak met rust. – afhankelijk van toon/context) 佢哋嘅事你唔好理。 keoi5 dei6 ge3 si6 nei5 m4 hou2 lei5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 佢哋 (keoi5 dei6) = zij 嘅 (ge3) = bezitsmarkeerder (“van”) 事 (si6) = zaak, aangelegenheid, gebeurtenis → 佢哋嘅事 (keoi5 dei6 ge3 si6) = hun zaak / wat hen aangaat 你 (nei5) = jij 唔好 (m4 hou2) = niet doen / niet moeten 理 (lei5) = zich bemoeien met / aandacht aan besteden / zich inlaten met → 你唔好理 (nei5 m4 hou2 lei5) = bemoei je er niet mee / laat het met rust
134
Ik wil een fles rode wijn. 我要一支紅酒。 ngo5 jiu3 jat1 zi1 hung4 zau2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 要 (jiu3) = willen / willen hebben 一 (jat1) = één 支 (zi1) = maatwoord voor slanke, cilindervormige voorwerpen zoals flessen, pennen, paraplu’s 紅酒 (hung4 zau2) = rode wijn - 紅 (hung4) = rood - 酒 (zau2) = alcohol / wijn Maatwoord in deze zin: ✅ 支 (zi1) — maatwoord voor flessen of blikjes (en ook voor pennen, borstels, enz.) Andere voorbeelden: 一支啤酒 (jat1 zi1 be1 zau2) = een flesje bier 一支筆 (jat1 zi1 bat1) = een pen
135
Ik heb honger. 我肚餓。 ngo5 tou5 ngo6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 肚 (tou5) = buik 餓 (ngo6) = hongerig zijn → 肚餓 (tou5 ngo6) = letterlijk: de buik is hongerig → honger hebben → 我肚餓 = Ik heb honger
136
Ik ook. 我都係。 ngo5 dou1 hai6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 都 (dou1) = ook 係 (hai6) = ben / zijn (koppelwerkwoord)
137
🥤 Ik heb dorst. 我口渴。 ngo5 hau2 hot3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 口 (hau2) = mond 渴 (hot3) = dorstig → 口渴 (hau2 hot3) = dorst hebben → 我口渴 = Ik heb dorst
138
Die jongen heeft erge honger. (of: Die jongen is heel hongerig.) 嗰個男仔好肚餓。 go2 go3 naam4 zai2 hou2 tou5 ngo6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 嗰 (go2) = dat / die (aanwijzend voornaamwoord voor iets verder weg) 個 (go3) = maatwoord voor personen of dingen → 嗰個 (go2 go3) = die (ene) 男仔 (naam4 zai2) = jongen - 男 (naam4) = mannelijk - 仔 (zai2) = kind / jong persoon (informeel, spreektaal) 好 (hou2) = erg / heel 肚餓 (tou5 ngo6) = honger hebben - 肚 (tou5) = buik - 餓 (ngo6) = hongerig Maatwoord in deze zin: ✅ 個 (go3) — algemeen maatwoord voor mensen en dingen → gebruikt voor 男仔 (jongen), dus: 嗰個男仔 = die jongen
139
Jij bent ook heel schattig. 你都好可愛。 nei5 dou1 hou2 ho2 ngoi3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 你 (nei5) = jij 都 (dou1) = ook 好 (hou2) = erg / heel 可愛 (ho2 ngoi3) = schattig / lief - 可 (ho2) = kunnen / beminnelijk - 愛 (ngoi3) = liefde → samen: beminnelijk → schattig
140
Ik vind hem/haar ook leuk. (of: Ik hou ook van hem/haar. – afhankelijk van context) 我都鍾意佢。 ngo5 dou1 zung1 ji3 keoi5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 都 (dou1) = ook 鍾意 (zung1 ji3) = leuk vinden / houden van 佢 (keoi5) = hij / zij / hem / haar (genderneutraal zonder context) → 我都鍾意佢 = Ik vind hem/haar ook leuk / Ik hou ook van hem/haar 💬 Spreektaaltip: Deze zin kan romantisch zijn, maar hoeft niet! Het hangt volledig af van de context: Over een vriend(in): Ik mag hem/haar ook wel Over een idool of acteur: Ik ben ook fan van hem/haar Over een verliefdheid: Ik hou ook van hem/haar
141
Na de hele dag lopen ben ik erg moe. (of letterlijker: De hele dag gelopen, (dus) heel moe.) 行咗成日好攰。 haang4 zo2 seng4 jat6 hou2 gui6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 行 (haang4) = lopen / wandelen 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → geeft aan dat de handeling is afgerond → 行咗 = (heb) gelopen 成日 (seng4 jat6) = de hele dag - 成 (seng4) = heel / compleet - 日 (jat6) = dag 好 (hou2) = erg / heel 攰 (gui6) = moe / uitgeput 🗣️ Let op: in het Kantonees worden persoonlijke voornaamwoorden vaak weggelaten als ze uit de context duidelijk zijn. Daarom staat 我 (ngo5) hier niet expliciet.
142
Wij zouden samen naar het feestje moeten gaan. 我哋應該一齊去PARTY。 ngo5 dei6 jing1 goi1 jat1 cai4 heoi3 PARTY. ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我哋 (ngo5 dei6) = wij 應該 (jing1 goi1) = moeten / zouden moeten 一齊 (jat1 cai4) = samen 去 (heoi3) = gaan PARTY (paa3 ti4) = feestje / party (geleend uit het Engels) ⚠️ "PARTY" wordt in het Kantonees vaak gewoon als leenwoord uitgesproken (paa3 ti4 of paa1 ti4) of geschreven als 派對 (paai3 deoi3) in formelere context.
143
Ik hou ervan om op koude dagen warme thee te drinken. 我鍾意喺凍嘅日子飲熱茶。 ngo5 zung1 ji3 hai2 dung3 ge3 jat6 zi2 jam2 jit6 caa4 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 鍾意 (zung1 ji3) = leuk vinden / houden van 喺 (hai2) = op / in / bij (plaats- of tijdsaanduiding) 凍 (dung3) = koud 嘅 (ge3) = grammaticaal partikel voor attributieve verbinding (→ “van koude”) 日子 (jat6 zi2) = dagen / dagen in het algemeen → 凍嘅日子 = koude dagen 飲 (jam2) = drinken 熱 (jit6) = warm / heet 茶 (caa4) = thee → 飲熱茶 = warme thee drinken
144
Wat drink jij graag? (of: Wat vind jij lekker om te drinken?) 你鍾意飲咩? nei5 zung1 ji3 jam2 me1? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 你 (nei5) = jij 鍾意 (zung1 ji3) = leuk vinden / houden van 飲 (jam2) = drinken 咩 (me1) = wat (informeel spreektaalvorm van 乜嘢 mat1 je5) → 你鍾意飲咩? = Wat vind jij lekker om te drinken? / Wat drink jij graag?
145
Waarmee kan ik je helpen? (of letterlijker: Wat kan ik doen om je te helpen?) 有咩可以幫到你? jau5 me1 ho2 ji5 bong1 dou2 nei5? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 有 (jau5) = er is / hebben 咩 (me1) = wat (informeel spreektaal, van 乜嘢 mat1 je5) → 有咩 = wat is er / wat is er dat... 可以 (ho2 ji5) = kunnen / mogelijk zijn 幫到 (bong1 dou2) = kunnen helpen - 幫 (bong1) = helpen - 到 (dou2) = bereiken / in staat zijn om → 幫到 = in staat zijn om te helpen 你 (nei5) = jij
146
De rekening graag! 埋單,唔該。 maai4 daan1, m4 goi1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 埋單 (maai4 daan1) = afrekenen / de rekening vragen - 埋 (maai4) = afsluiten / samenbrengen - 單 (daan1) = bon / rekening → samen: 埋單 = de rekening opmaken / afrekenen 唔該 (m4 goi1) = alsjeblieft / dank je / excuseer mij → hier gebruikt als beleefde vraag: alsjeblieft (breng de rekening) 🗣️ Spreektaaltip: 埋單,唔該。 is dé standaardzin in restaurants of cafés als je wilt afrekenen.
147
Wat is er gebeurd? (of: Wat is er aan de hand?) 發生咩事? faat3 sang1 me1 si6? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 發生 (faat3 sang1) = gebeuren / plaatsvinden - 發 (faat3) = tevoorschijn komen / ontstaan - 生 (sang1) = ontstaan / geboren worden → samen: 發生 = iets gebeurt 咩 (me1) = wat (informeel, spreektaalvorm van 乜嘢 mat1 je5) 事 (si6) = zaak / gebeurtenis / probleem → 咩事 (me1 si6) = wat is er / welk probleem / welke gebeurtenis → 發生咩事? = Wat is er gebeurd? 🗣️ Spreektaaltip: 發生咩事? is een natuurlijke en directe manier om te vragen wat er aan de hand is — bijvoorbeeld: als je iemand ziet schrikken als er plots lawaai is als iemand zich onrustig gedraagt
148
De winkelbediende heeft mij geholpen. 個店員幫咗我。 go3 dim3 jyun4 bong1 zo2 ngo5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 個 (go3) = maatwoord voor personen of dingen 店員 (dim3 jyun4) = winkelbediende / medewerker in een winkel - 店 (dim3) = winkel - 員 (jyun4) = personeelslid / medewerker 幫 (bong1) = helpen 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → geeft aan dat de actie al is gebeurd 我 (ngo5) = ik / mij
149
Dank je dat je me hebt geholpen. (of: Bedankt voor je hulp.) 多謝你幫我。 do1 ze6 nei5 bong1 ngo5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 多謝 (do1 ze6) = bedankt / dank je wel (voor een dienst of hulp) 你 (nei5) = jij 幫 (bong1) = helpen 我 (ngo5) = mij / me 🗣️ Spreektaaltip: ✅ 多謝 wordt gebruikt om iemand te bedanken voor iets wat ze actief gedaan hebben (zoals helpen, iets voor je kopen, etc.) Voor een cadeau of een formele situatie gebruik je ook 唔該晒 (m4 goi1 saai3)
150
Kunt u mij even helpen, alstublieft? (of informeel: Help me even, alsjeblieft.) 唔該幫下我。 m4 goi1 bong1 haa5 ngo5 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 唔該 (m4 goi1) = alsjeblieft / dank je / excuseer mij → hier gebruikt als beleefd verzoek 幫 (bong1) = helpen 下 (haa5) = even / een beetje → verzacht het verzoek (maakt het vriendelijker) 我 (ngo5) = mij 🗣️ Spreektaaltip: Deze zin is heel natuurlijk en beleefd. Veelgebruikt op straat, in winkels of bij kleine verzoekjes.
151
Ik weet niet wat ik moet doen. 我唔知做乜好。 ngo5 m4 zi1 zou6 mat1 hou2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 唔 (m4) = niet 知 (zi1) = weten → 唔知 = niet weten 做 (zou6) = doen / maken 乜 (mat1) = wat (informeel, spreektaal – kort voor 乜嘢 mat1 je5) 好 (hou2) = goed → hier gebruikt als een eindpartikel in de zin: wat goed is om te doen → 做乜好 = wat (ik) moet doen 🗣️ Spreektaaltip: Deze zin wordt vaak gebruikt als je in een situatie zit waarin je: radeloos bent twijfelt of geen idee hebt wat de juiste stap is
152
Ik heb het de laatste tijd heel druk. (of letterlijk: Er is de laatste tijd veel werk te doen.) 最近好多嘢做。 zeoi3 gan6 hou2 do1 je5 zou6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 最近 (zeoi3 gan6) = recent / de laatste tijd - 最 (zeoi3) = het meest - 近 (gan6) = dichtbij → samen: recent / laatste tijd 好多 (hou2 do1) = veel - 好 (hou2) = erg / zeer - 多 (do1) = veel 嘢 (je5) = dingen / spullen (in spreektaal, ook: taken, werk, bezigheden) 做 (zou6) = doen / maken / werken
153
Kun je dat raam dichtdoen? (of letterlijk: Kun jij dat raam sluiten?) 你可唔可以閂咗嗰個窗? nei5 ho2 m4 ho2 ji5 saan1 zo2 go2 go3 coeng1? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 你 (nei5) = jij 可唔可以 (ho2 m4 ho2 ji5) = kan je of kan je niet? → standaard ja/nee-vraagstructuur in het Kantonees: [werkwoord] 唔 [werkwoord] 閂 (saan1) = sluiten / dichtdoen (voor ramen, deuren, apparaten) 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel → actie moet worden voltooid → 閂咗 = (hebben) dichtgedaan 嗰 (go2) = dat / die 個 (go3) = maatwoord voor algemene dingen 窗 (coeng1) = raam 🔍 Opmerking: Waarom gebruik je 咗 (zo2) — een voltooid aspectpartikel — in een verzoek dat gaat over een actie in de nabije toekomst? ✅ Het korte antwoord: In het Kantonees gebruik je 咗 (zo2) niet alleen voor verleden tijd, maar ook in verzoeken om iets te doen — om de nadruk te leggen op het afsluiten van een handeling. ⚠️ Het geeft dus geen verleden tijd aan, maar het verwachte resultaat van de actie: ➤ "Wil je dit doen en afronden?" 🧠 Vergelijking met Nederlands: In het Nederlands zeg je: Kun je dat raam dichtdoen? Dat is een verzoek met de bedoeling dat iets klaar is. In het Kantonees zeg je dan: 你可唔可以閂咗嗰個窗? ➤ Kun je (ervoor zorgen dat) dat raam dicht is (gemaakt)? → Het gebruik van 咗 betekent hier: "Ik wil dat het raam uiteindelijk dicht is (wordt gemaakt)", niet: "het raam is al dicht".
154
Ik kan de bus nemen. (of: Ik mag met de bus gaan. – afhankelijk van context) 我可以搭巴士。 ngo5 ho2 ji5 daap3 baa1 si2 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 可以 (ho2 ji5) = kunnen / mogen 搭 (daap3) = nemen (vervoermiddel) 巴士 (baa1 si2) = bus (fonetische overname van "bus") 🗣️ Spreektaaltip: De werkwoord 搭 (daap3) wordt gebruikt voor vervoer waarin je stapt:
155
Wij kunnen samen gaan. (of: We kunnen samen gaan.) 我哋可以一齊去。 ngo5 dei6 ho2 ji5 jat1 cai4 heoi3 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我哋 (ngo5 dei6) = wij / we 可以 (ho2 ji5) = kunnen / mogen 一齊 (jat1 cai4) = samen 去 (heoi3) = gaan
156
Ik kom afrekenen. (of: Ik zal betalen. / Ik reken af. – context afhankelijk) 我嚟埋單。 ngo5 lai4 maai4 daan1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 嚟 (lai4) = komen (spreektaalvorm van 來) → In deze context betekent "嚟" zoveel als: ik neem het op mij / ik doe dit 埋單 (maai4 daan1) = afrekenen / de rekening opmaken - 埋 (maai4) = afsluiten / optellen - 單 (daan1) = bon / rekening 🗣️ Spreektaaltip: Deze zin wordt vaak gebruikt in sociale situaties, zoals in een restaurant met vrienden of collega’s, om aan te bieden om te betalen.
157
Wat is het probleem? (of: Is er een probleem? / Wat is er aan de hand? – afhankelijk van toon en context) 有咩問題? jau5 me1 man6 tai4? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 有 (jau5) = er is / hebben 咩 (me1) = wat (informeel, spreektaal voor 乜嘢 mat1 je5) 問題 (man6 tai4) = probleem / vraag / kwestie 🗣️ Spreektaaltip: Deze zin kan op verschillende manieren worden gebruikt, afhankelijk van intonatie: Nieuwsgierig / behulpzaam: Is er iets aan de hand? Kan ik helpen? Verdedigend / scherp (bij conflict): Wat is jouw probleem dan? 😅 📌 Let dus goed op je toon in gesprekken!
158
Ik kijk vaak naar dit tv-programma. (of letterlijk: Ik kijk elke dag naar dit televisieprogramma.) 我成日睇呢個電視節目。 ngo5 sing4 jat6 tai2 ni1 go3 din6 si6 zit3 muk6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 成日 (sing4 jat6) = altijd / vaak / de hele tijd letterlijk: “de hele dag” → in spreektaal = vaak / voortdurend / meestal 睇 (tai2) = kijken (naar tv, films, dingen) 呢個 (ni1 go3) = dit 電視 (din6 si6) = televisie - 電 (din6) = elektrisch - 視 (si6) = kijken / zicht 節目 (zit3 muk6) = programma (tv/radio) - 節 (zit3) = aflevering / segment - 目 (muk6) = item / onderdeel 🗣️ Spreektaaltip: 成日 (sing4 jat6) is een veelgebruikt spreektaalwoord dat betekent "vaak" of "bijna altijd". Voorbeelden: Hij/Zij komt altijd te laat. Ik kijk vaak video’s thuis.
159
Zullen we een film kijken? (of: Wat dacht je van een film? / Waarom kijken we geen film? – afhankelijk van toon en context) 不如睇戲? bat1 jyu4 tai2 hei3? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 不如 (bat1 jyu4) = hoe zou het zijn als... / wat dacht je van... / laten we... ➤ Suggestieve structuur, vaak gebruikt om een voorstel te doen → Niet letterlijk "niet zoals", maar idiomatisch = "waarom niet..." 睇 (tai2) = kijken 戲 (hei3) = film / toneelstuk / voorstelling → 睇戲 = film kijken → 不如睇戲? = Zullen we een film kijken? / Wat dacht je van een film? 🗣️ Spreektaaltip: Dit is een superveelgebruikte structuur in spreektaal voor vriendelijke voorstellen: Zullen we wat gaan eten? Zullen we wat muziek luisteren? Zal ik je helpen?
160
Wat betekent ziekenhuis? 醫院係咩意思? ji1 jyun2 hai6 me1 ji3 si1? ## Footnote 🔍 Woord-voor-woord uitleg: 醫院 ji1 jyun2 = ziekenhuis 係 hai6 = is (koppeling werkwoord) 咩 me1 = wat 意思 ji3 si1 = betekenis / bedoeling 🧪 Voorbeeld 1: 搞掂係咩意思? gaau2 dim6 hai6 me1 ji3 si1? → Wat betekent “搞掂”? (搞掂 = opgelost, klaar zijn met iets)
161
Ik spreek een klein beetje Kantonees. 我識講少少廣東話。 ngo5 sik1 gong2 siu2 siu2 gwong2 dung1 waa2 ## Footnote 🔍 Woord-voor-woord uitleg: 我 ngo5 = ik 識 sik1 = kunnen / beheersen (taal/vaardigheid) 講 gong2 = spreken 少少 siu2 siu2 = een beetje / klein beetje 廣東話 = gwong2 dung1 waa2 Kantonees (letterlijk: "Guangdong-taal")
162
Wat is dit? 呢個係咩? ni1 go3 hai6 me1? ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢 (ni1) = dit / deze (aanwijzend voornaamwoord, dichtbij de spreker) 個 (go3) = maatwoord voor algemene dingen of personen 係 (hai6) = is / zijn (koppelwerkwoord) 咩 (me1) = wat? (vraagwoord – spreektaalversie van 乜嘢 / 乜嘢嘢)
163
Dit is geroosterde gans uit Sham Tseng. 呢個係深井燒鵝。 ni1 go3 hai6 sam1 zeng2 siu1 ngo2. ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢 (ni1) = dit / deze 個 (go3) = maatwoord voor algemene dingen of personen 係 (hai6) = is / zijn 深井 (sam1 zeng2) = Sham Tseng (een plaats in Hongkong, bekend om geroosterde gans) 燒 (siu1) = geroosterd 鵝 (ngo2) = gans
164
Ik hou ook erg van eten. (Of: Ik vind het ook heel lekker om te eten.) 我都好鍾意食。 ngo5 dou1 hou2 zung1 ji3 sik6. ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 都 (dou1) = ook 好 (hou2) = erg / heel 鍾意 (zung1 ji3) = leuk vinden / houden van 食 (sik6) = eten
165
Dit is (iets) dat oma mij heeft gegeven. 呢個係婆婆俾我嘅。 ni1 go3 hai6 po4 po4 bei2 ngo5 ge3. ## Footnote Woord voor woord uitleg 呢個 (ni1 go3) = dit 係 (hai6) = is 婆婆 (po4 po4) = oma 俾 (bei2) = geven 我 (ngo5) = mij / ik 嘅 (ge3) = [relativerend partikel, geeft aan dat het voorgaande een beschrijving is van het onderwerp] Bijzonderheden over de zinsconstructie De structuur 「X 係 Y 俾我嘅」 is een veelvoorkomende manier om bezit of herkomst aan te duiden: 「呢個係婆婆俾我嘅」 betekent letterlijk: “Dit is (datgene) dat oma mij heeft gegeven.” Het partikel 嘅 (ge3) aan het einde duidt een relatieve bijzin aan, vergelijkbaar met “die” of “dat” in het Nederlands. Zonder 嘅 zou de zin ongrammaticaal of onduidelijk zijn. Je kunt 係 (hai6) niet zomaar weglaten hier. 「呢個婆婆俾我嘅」 zou grammaticaal klinken als een nominale frase, maar mist dan de duidelijke identificatie (“dit is iets dat…”).
166
Dit kledingstuk is heel mooi. (Letterlijk: Deze kleding is erg goed om naar te kijken.) 呢件衫好好睇。 ni1 gin6 saam1 hou2 hou2 tai2. ## Footnote Woord voor woord uitleg 呢 (ni1) = dit 件 (gin6) = maatwoord voor kledingstukken 衫 (saam1) = kleding / shirt 好 (hou2) = erg / heel 好 (hou2) = erg / heel (hier als versterking herhaald) 睇 (tai2) = kijken → goed om naar te kijken = mooi
167
Dat liedje is heel mooi (om te horen). (Letterlijk: Dat liedje is erg goed om te luisteren.) 嗰隻歌好好聽。 go2 zek3 go1 hou2 hou2 teng1. ## Footnote Woord voor woord uitleg 嗰 (go2) = dat 隻 (zek3) = maatwoord voor liedjes, dieren, schepen, handen, ogen enz. 歌 (go1) = lied / liedje 好 (hou2) = erg / heel 好 (hou2) = erg (versterkend) 聽 (teng1) = luisteren → goed om te luisteren = aangenaam om te horen
168
De geroosterde gans van Sham Tseng is beroemd tot ver in de omtrek. 深井燒鵝遠近馳名。 sam1 zeng2 siu1 ngo2 jyun5 gan6 ci4 ming4 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 深井 (sam1 zeng2) = Sham Tseng (plaatsnaam in Hongkong, bekend om zijn geroosterde gans) 燒鵝 (siu1 ngo2) = geroosterde gans 遠近 (jyun5 gan6) = ver en nabij, in de wijde omtrek 馳名 (ci4 ming4) = beroemd zijn, naam maken Opmerkingen over de zinsconstructie: De structuur is typisch voor geschreven of formeel Kantonees, vergelijkbaar met een slagzin of krantenkop. 「遠近馳名」(jyun5 gan6 ci4 ming4) is een vierkarakter-idioom (成語) dat betekent: “beroemd over een grote afstand” of letterlijk “van ver tot dichtbij bekend”. → Dit geeft de zin een ietwat poëtisch of promotioneel karakter. 「深井燒鵝」(sam1 zeng2 siu1 ngo2) functioneert als een samengesteld naamwoord dat verwijst naar een beroemde lokale specialiteit van een plaats (vergelijkbaar met "Parmaham" of "Goudse kaas").
169
Het eten hier is heel lekker. (Letterlijk: De dingen hier zijn heel lekker om te eten.) 呢度啲嘢好好食。 ni1 dou6 di1 je5 hou2 hou2 sik6 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 呢度 (ni1 dou6) = hier 啲 (di1) = maatwoord voor meervoud of onbepaalde hoeveelheid (geen specifieke telling) 嘢 (je5) = dingen (in spreektaal vaak gebruikt voor eten of spullen) 好 (hou2) = erg / heel / goed 好食 (hou2 sik6) = lekker om te eten Let op: in spreektaal wordt soms 「好好食」(hou2 hou2 sik6) gezegd voor nadruk of om het extra lekker te vinden. De dubbele "好" dient hier als versterking. Maatwoorden: ✅ 啲 (di1) = maatwoord voor meervoudige of onbepaalde dingen — Het drukt niet een specifieke hoeveelheid uit, maar wordt vaak gebruikt bij verzamelingen of abstracte dingen zoals eten, spullen, opmerkingen enz. Opmerkingen over de zinsconstructie: 「啲嘢」(di1 je5) is een zeer typische en informele manier in het Kantonees om te verwijzen naar eten of dingen in het algemeen. In deze context betekent het vrijwel altijd “het eten”. 「好好食」(hou2 hou2 sik6) is een informele versterking van 「好食」(hou2 sik6), wat "lekker" betekent. Het benadrukt dat het eten écht lekker is. De structuur is subject–object–adjectief: → 「呢度啲嘢」(de dingen hier) + 「好好食」(zijn heel lekker) → In het Kantonees worden werkwoorden/adjectieven als "lekker zijn" vaak direct gebruikt zonder het werkwoord "zijn".
170
Ik hou van (het eten van) dim sum. 我鍾意食點心。 ngo5 zung1 ji3 sik6 dim2 sam1 ## Footnote Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 鍾意 (zung1 ji3) = houden van, leuk vinden 食 (sik6) = eten (werkwoord) 點心 (dim2 sam1) = dim sum (letterlijk: "iets kleins om het hart te vullen", verwijst naar een reeks kleine hapjes geserveerd bij yum cha)
171
Hij/Zij is een bekende acteur/actrice in Hongkong. 佢係香港出名嘅演員。 keoi5 hai6 hoeng1 gong2 ceot1 meng4 ge3 jin2 jyun4 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 係 (hai6) = is (koppelwerkwoord) 香港 (hoeng1 gong2) = Hongkong 出名 (ceot1 meng4) = beroemd, bekend 嘅 (ge3) = partikel om een adjectief of beschrijving te verbinden met een zelfstandig naamwoord 演員 (jin2 jyun4) = acteur / actrice
172
Hoe gaan we ernaartoe? (of: Hoe komen we daar?) 我哋點去啊? ngo5 dei6 dim2 heoi3 aa3? ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我哋 (ngo5 dei6) = wij / we 點 (dim2) = hoe (vraagwoord) 去 (heoi3) = gaan 啊 (aa3) = zinsfinale partikel, drukt een vraag of mildheid uit
173
Zullen we de metro nemen? (Letterlijker: Waarom nemen we niet de metro? / Wat dacht je van de metro?) 不如搭地鐵? bat1 jyu4 daap3 dei6 tit3? ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 不如 (bat1 jyu4) = wat dacht je van..., zullen we niet..., waarom niet... ⇒ Dit is een voorstel, vaak gebruikt om zachtjes iets aan te raden. 搭 (daap3) = nemen (van vervoer) 地鐵 (dei6 tit3) = metro Als je iets als “een rit met de metro” zou willen zeggen, kun je eventueel 次 (ci3 – keer/tijd) gebruiken: 搭一次地鐵 (daap3 jat1 ci3 dei6 tit3) = één keer de metro nemen. 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 不如 (bat1 jyu4) is een vaste uitdrukking om een voorstel te doen. Het is bijzonder frequent in gesproken Kantonees. → Het wordt meestal gebruikt aan het begin van de zin, net zoals in het Nederlands: "Zullen we...?" of "Waarom niet...?" De toon is vriendelijk en suggestief, niet dwingend. Het is een elliptische zin: het onderwerp “我哋” (ngo5 dei6 – wij) is weggelaten omdat het uit de context duidelijk is.
174
Ook goed. (of: Allebei zijn goed. / Het kan allebei. / Is allebei oké.) 都得。 dou1 dak1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 都 (dou1) = allebei / ook / allemaal 得 (dak1) = kan / mogelijk / goed / oké 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 都得 (dou1 dak1) is een vaste uitdrukking in gesproken Kantonees. → Het betekent: “maakt niet uit”, “beide opties zijn oké”, “ik vind alles goed”. → Bijvoorbeeld als iemand zegt: – 食中餐定西餐?(sik6 zung1 caan1 ding6 sai1 caan1?) = Chinees of Westers eten? – 回答: 都得 = allebei goed. De betekenis is vaak contextafhankelijk. Het kan zowel een antwoord zijn op een voorstel ("oké, kan") als op een keuze ("maakt niet uit welke").
175
Je kunt er zowel met de auto als met de boot naartoe. (Letterlijk: Met de auto gaan, met de boot gaan – allebei kunnen.) 搭車搭船都可以去。 daap3 ce1 daap3 syun4 dou1 ho2 ji5 heoi3 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 搭 (daap3) = nemen (vervoermiddel) 車 (ce1) = auto / voertuig / bus 搭 (daap3) = nemen (vervoermiddel) – herhaald voor de boot 船 (syun4) = boot / schip 都 (dou1) = allebei / ook 可以 (ho2 ji5) = kunnen / mogen 去 (heoi3) = gaan 📏 Maatwoord(en): Er staan hier twee maatwoordwaardige zelfstandige naamwoorden: 車 (auto) en 船 (boot). Maar in deze zin worden er geen maatwoorden gebruikt, wat typisch is bij vervoermiddelen in combinatie met het werkwoord 搭 (daap3). Indien je het specifiek wil tellen, zou je zeggen: 搭一架車 (daap3 jat1 gaa3 ce1) = één voertuig nemen 搭一隻船 (daap3 jat1 zek3 syun4) = één boot nemen Maatwoorden: 架 (gaa3) = maatwoord voor voertuigen zoals auto's, bussen, vliegtuigen 隻 (zek3) = maatwoord voor boten en sommige dieren
176
Gele taxi 黃色的士 wong4 sik1 dik1 si2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 黃色 (wong4 sik1) = geel 的士 (dik1 si2) = taxi ⇒ Lening van het Engelse "taxi", uitgesproken in Kantonees. Zeer gebruikelijk woord voor taxi in Hongkong. 📏 Maatwoord(en): Er staat in deze woordgroep geen maatwoord, maar als je dit in een volledige zin zou gebruiken, komt er meestal het maatwoord 架 (gaa3) bij: 一架黃色的士 (jat1 gaa3 wong4 sik1 dik1 si2) = een gele taxi 架 (gaa3) is het maatwoord voor voertuigen zoals auto’s, bussen, vliegtuigen.
177
De vrouw is bezig in een taxi te stappen. (of letterlijker: De vrouw is aan het instappen in een taxi.) 女人正在登上的士。 neoi5 jan2 zing3 zoi6 dang1 soeng5 dik1 si2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 女人 (neoi5 jan2) = vrouw - 女 (neoi5) = vrouwelijk - 人 (jan2) = persoon 正在 (zing3 zoi6) = is bezig met / is aan het… (progressieve aspect) 登上 (dang1 soeng5) = instappen / beklimmen / aan boord gaan ⇒ In deze context betekent het instappen in een voertuig. 的士 (dik1 si2) = taxi (fonetische leenvertaling van "taxi") 📏 Maatwoord(en): Er staat geen expliciet maatwoord in deze zin, maar als we het volledig zouden formuleren met telwoord + maatwoord, zou je bijvoorbeeld zeggen: 一架的士 (jat1 gaa3 dik1 si2) = een taxi 架 (gaa3) is het maatwoord voor voertuigen zoals taxi's, bussen, enz. 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 正在 (zing3 zoi6) is een vaste combinatie die het progressieve aspect aangeeft, vergelijkbaar met “bezig zijn met…” of “aan het…” in het Nederlands. ⇒ Het benadrukt dat de actie nu gebeurt. 登上 (dang1 soeng5) is een formeel/geschreven woord voor “instappen” of “aan boord gaan”, vaker gebruikt in geschreven of literaire stijl. In alledaags gesproken Kantonees gebruikt men vaker gewoon: 上的士 (soeng5 dik1 si2) = instappen in een taxi Dus een spreektaalversie van jouw zin zou zijn: 女人而家上緊的士。 (neoi5 jan2 ji4 gaa1 soeng5 gan2 dik1 si2) = De vrouw is nu aan het instappen in een taxi.
178
Noem iemand niet 'taxichauffeur' (op een neerbuigende manier). (of: Zeg niet tegen iemand: "taxichauffeur".) 唔好叫人地的士佬。 m4 hou2 giu3 jan4 dei6 dik1 si2 lou2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 唔好 (m4 hou2) = niet doen / moet niet / verboden te 叫 (giu3) = noemen / roepen / aanspreken als 人地 (jan4 dei6) = anderen / andere mensen ⇒ Let op: 人地 betekent hier niet letterlijk “hun land”, maar is een informele manier om te zeggen: iemand anders 的士 (dik1 si2) = taxi (fonetische transliteratie van “taxi”) 佬 (lou2) = man, kerel (informeel, soms neerbuigend of ruw) 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 🔸 1. 唔好 (m4 hou2) – Dit is de verbiedende vorm in Kantonees. Het betekent “niet doen” of “je moet niet”. – Wordt gebruikt voor negatieve imperatieven (geboden of waarschuwingen). 🔸 2. 叫人地... – 叫 (giu3) betekent hier “noemen” of “iemand aanspreken als”. – 人地 (jan4 dei6) is een informeel woord voor "iemand anders" en wordt vaak gebruikt in de spreektaal. 🔸 3. 的士佬 (dik1 si2 lou2) – Letterlijk: "taxi-man" – De toevoeging 佬 (lou2) aan beroepen (zoals 的士佬, 補鞋佬, 電器佬) klinkt informeel, en soms zelfs neerbuigend of onbeleefd, afhankelijk van toon en context.
179
Kun je autorijden? (of letterlijker: Weet je hoe je een auto moet besturen?) 你識唔識揸車呀? nei5 sik1 m4 sik1 zaa1 ce1 aa3? ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 你 (nei5) = jij / je 識唔識 (sik1 m4 sik1) = weet je / kun je (ken je of beheers je?) ⇒ Dit is de "A唔A"-vraagstructuur (positief-negatief-patroon), typisch voor ja/nee-vragen in Kantonees en Mandarijn. ⇒ 識 (sik1) betekent hier "iets kunnen", meestal in de zin van "ergens ervaring of kennis van hebben" 揸 (zaa1) = besturen (voertuig met stuur, zoals een auto) 車 (ce1) = auto / voertuig 呀 (aa3) = zinsfinale partikel, drukt hier een lichte vraagtoon uit Als je zou zeggen “een auto besturen”, gebruik je het maatwoord: 揸一架車 (zaa1 jat1 gaa3 ce1) = een auto besturen 架 (gaa3) = maatwoord voor voertuigen 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 揸車 (zaa1 ce1) Dit betekent specifiek autorijden, niet fietsen of motorrijden. 揸 (zaa1) wordt vooral gebruikt voor voertuigen met een stuur.
180
Hij/Zij heeft de blauwe auto gekozen. 佢揀咗部藍色車。 keoi5 gaan2 zo2 bou6 laam4 sik1 ce1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 揀 (gaan2) = kiezen 咗 (zo2) = voltooid aspectpartikel (geeft aan dat de actie voltooid is: heeft gekozen) 部 (bou6) = maatwoord voor apparaten en voertuigen 藍色 (laam4 sik1) = blauw (kleur) 車 (ce1) = auto / voertuig 📏 Maatwoord(en): ✔️ 部 (bou6) is het maatwoord dat hier gebruikt wordt. → Het wordt vaak gebruikt voor auto’s, elektronische apparaten, en soms ook films. Voor auto’s zijn 部 (bou6) en 架 (gaa3) allebei gangbaar. Bijvoorbeeld: 一部車 (jat1 bou6 ce1) 一架車 (jat1 gaa3 ce1) → Allebei = één auto 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: Adjectief + zelfstandig naamwoord zonder 嘅 (ge3) In deze zin zien we 藍色車 zonder het verbindingspartikel 嘅. Dat is perfect gebruikelijk in spreektaal, vooral bij korte beschrijvingen van voorwerpen (zoals kleuren). → 藍色車 = "blauwe auto" → Met 嘅 zou het worden: 藍色嘅車 – iets formeler of explicieter Beide zijn correct, maar de versie zonder 嘅 is korter en natuurlijker in dagelijks spreken.
181
Stop de auto en zet de motor uit. (Letterlijk: Stop de auto, motor afzetten.) 停車熄火。 ting4 ce1 sik1 fo2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 停 (ting4) = stoppen 車 (ce1) = auto / voertuig → 停車 (ting4 ce1) = een auto stoppen / parkeren 熄 (sik1) = uitdoen / doven / uitschakelen 火 (fo2) = vuur → 熄火 (sik1 fo2) = letterlijk "vuur doven", figuurlijk: de motor uitzetten 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: Deze uitdrukking wordt vaak gebruikt in instructies of waarschuwingen, bijvoorbeeld in parkeergarages of tunnels.
182
Ik wil een tweedehands auto kopen. 我想買部二手車。 ngo5 soeng2 maai5 bou6 ji6 sau2 ce1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 想 (soeng2) = willen / van plan zijn 買 (maai5) = kopen 部 (bou6) = maatwoord voor voertuigen (zoals auto's) 二手 (ji6 sau2) = tweedehands - 二 (ji6) = twee - 手 (sau2) = hand 車 (ce1) = auto / voertuig 📏 Maatwoord(en): ✔️ 部 (bou6) is het maatwoord voor voertuigen zoals auto's, computers, telefoons, enz. In spreektaal wordt ook vaak 架 (gaa3) gebruikt als maatwoord voor auto’s: 我想買架二手車。 (ngo5 soeng2 maai5 gaa3 ji6 sau2 ce1) → informeler, vooral mondeling Beide zijn correct en gangbaar.
183
Ik ga elke dag met de bus naar mijn werk. (Letterlijker: Ik neem elke dag de bus om naar het werk te gaan.) 我每日搭巴士返工。 ngo5 mui5 jat6 daap3 baa1 si2 faan1 gung1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 每日 (mui5 jat6) = elke dag - 每 (mui5) = elk - 日 (jat6) = dag 搭 (daap3) = nemen (vervoer) 巴士 (baa1 si2) = bus (fonetische transliteratie van “bus”) 返工 (faan1 gung1) = naar het werk gaan / gaan werken - 返 (faan1) = teruggaan - 工 (gung1) = werk, baan
184
Met de bus erheen gaan is ook heel handig. (Letterlijk: Bus nemen om erheen te gaan – ook heel handig.) 搭巴士過去都好方便。 daap3 baa1 si2 gwo3 heoi3 dou1 hou2 fong1 bin6 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 搭 (daap3) = nemen (vervoermiddel) 巴士 (baa1 si2) = bus 過去 (gwo3 heoi3) = erheen gaan / naartoe gaan - 過 (gwo3) = oversteken / overgaan - 去 (heoi3) = gaan 都 (dou1) = ook / zelfs 好 (hou2) = erg / heel 方便 (fong1 bin6) = handig / gemakkelijk / praktisch 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 🔸 1. 搭巴士過去 Betekent letterlijk: “de bus nemen om over te gaan (naar een andere plek)” 過去 (gwo3 heoi3) drukt een beweging uit weg van de spreker, dus naar een andere plaats 🔸 2. 都好方便 (dou1 hou2 fong1 bin6) 都 (dou1) = ook 好方便 (hou2 fong1 bin6) = heel handig Deze combinatie wordt vaak gebruikt om te zeggen dat een bepaalde optie ook erg praktisch is (in vergelijking met een andere eerder genoemde optie)
185
Metrolijn (Letterlijk: metro + lijnennet / spoorlijn) 地鐵線路 dei6 tit3 sin3 lou6 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 地鐵 (dei6 tit3) = metro - 地 (dei6) = aarde / grond - 鐵 (tit3) = ijzer → samen: “ijzer onder de grond” = metro (zoals “subway” of “underground”) 線路 (sin3 lou6) = lijn / traject / route - 線 (sin3) = lijn, draad, route - 路 (lou6) = weg, pad 📏 Maatwoord(en): In deze woordgroep staat geen maatwoord, maar als je het hebt over bijvoorbeeld één metrolijn, dan gebruik je het maatwoord: 條 (tiu4) = maatwoord voor lange, dunne dingen (zoals lijnen, straten, rivieren) ▶️ 一條地鐵線路 (jat1 tiu4 dei6 tit3 sin3 lou6) = één metrolijn 📝 Opmerkingen over gebruik en context: 地鐵線路 verwijst meestal naar het netwerk van metrolijnen of een specifieke metrolijn. Bijvoorbeeld: MTR kaart = 地鐵線路圖 (dei6 tit3 sin3 lou6 tou4) = metrolijnkaart In het dagelijks spraakgebruik kun je ook zeggen: 地鐵線 (dei6 tit3 sin3) = metrolijn (kortere vorm) 紅色線 (hung4 sik1 sin3) = de rode lijn
186
Ik ga met de metro naar kantoor. (Letterlijk: Ik neem de metro om naar het kantoor te gaan.) 我乘地鐵去辦公室。 ngo5 sing4 dei6 tit3 heoi3 baan6 gung1 sat1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 乘 (sing4) = nemen (een vervoermiddel) - Let op: formeel geschreven woord; in spreektaal gebruik je meestal 搭 (daap3) 地鐵 (dei6 tit3) = metro 去 (heoi3) = gaan (naar) 辦公室 (baan6 gung1 sat1) = kantoor - 辦公 (baan6 gung1) = werk uitvoeren, kantoorwerk - 室 (sat1) = kamer / ruimte 📏 Maatwoord(en): Er staat geen maatwoord in deze zin. Dat is normaal bij vervoermiddelen zoals 地鐵, vooral in combinatie met 乘 (sing4) of 搭 (daap3). → Wil je bijvoorbeeld zeggen “ik neem één metrolijn”, dan gebruik je: 搭一條地鐵線 (daap3 jat1 tiu4 dei6 tit3 sin3) → 條 (tiu4) is het maatwoord voor lijnen/wegen 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 🔸 1. Formeel vs. informeel 乘地鐵 (sing4 dei6 tit3) is formeel en schriftelijk. In dagelijks gesproken Kantonees zou je zeggen: 我搭地鐵去辦公室。 (ngo5 daap3 dei6 tit3 heoi3 baan6 gung1 sat1)
187
Zijn/Haar huis is vlak bij het metrostation. (Letterlijk: Zijn/Haar huis is bij het metrostation in de buurt.) 佢屋企喺地鐵站附近。 keoi5 uk1 kei2 hai2 dei6 tit3 zaam6 fu6 gan6 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 屋企 (uk1 kei2) = thuis / huis - Spreektaalwoord voor “thuis”; in schrijftaal gebruik je 家 (gaa1) 喺 (hai2) = zich bevinden op / is bij - Voorzetsel om een plaats aan te duiden 地鐵站 (dei6 tit3 zaam6) = metrostation - 地鐵 (dei6 tit3) = metro - 站 (zaam6) = station / halte 附近 (fu6 gan6) = in de buurt / nabijheid 📏 Maatwoord(en): Geen maatwoorden in deze zin. → “屋企” (huis) en “地鐵站” (metrostation) zijn in deze context niet geteld, want het gaat om locatiebepaling en niet om aantal. Wil je dit uitbreiden met telling, dan krijg je bijvoorbeeld: 一間屋 (jat1 gaan1 uk1) = één huis → 間 (gaan1) is het maatwoord voor gebouwen / kamers 一個地鐵站 (jat1 go3 dei6 tit3 zaam6) = één metrostation → 個 (go3) is het standaardmaatwoord
188
Vliegtickets zijn nu niet duur. 而家飛機票唔貴。 ji4 gaa1 fei1 gei1 piu3 m4 gwai3 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 而家 (ji4 gaa1) = nu 飛機票 (fei1 gei1 piu3) = vliegticket - 飛機 (fei1 gei1) = vliegtuig - 票 (piu3) = ticket / kaartje 唔 (m4) = niet 貴 (gwai3) = duur
189
Zullen we nog een mandje dim sum bestellen? (Letterlijk: Wat dacht je van nog een mandje dim sum bestellen, hé?) 不如叫多籠點心吖? bat1 jyu4 giu3 do1 lung4 dim2 sam1 aa1? ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 不如 (bat1 jyu4) = waarom niet... / wat dacht je van... ⇒ Veelgebruikte uitdrukking om een voorstel te doen 叫 (giu3) = bestellen / roepen / noemen 多 (do1) = meer / nog een / extra 籠 (lung4) = mandje (voor stomen, zoals dim sum wordt geserveerd) 點心 (dim2 sam1) = dim sum (kleine gestoomde of gefrituurde gerechtjes) 吖 (aa1) = zinsfinale partikel met vriendelijke suggestieve toon Geeft het voorstel een luchtige of uitnodigende sfeer 📏 Maatwoord(en): ✔️ 籠 (lung4) is hier het maatwoord én containerwoord → Een 籠點心 = een stoommandje dim sum Je kunt het vergelijken met: 一籠燒賣 (jat1 lung4 siu1 maai2) = een mandje siu mai 兩籠蝦餃 (loeng5 lung4 haa1 gaau2) = twee mandjes garnalenknoedels
190
Alles is goed. / Wat mij betreft is alles oké. / Maakt niet uit hoe. (Letterlijk: Op welke manier dan ook – het is oké.) 點都得。 dim2 dou1 dak1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 點 (dim2) = hoe / op welke manier 都 (dou1) = allemaal / ook / in elk geval 得 (dak1) = oké / goed / gaat / kan 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 🔸 1. Vaste spreektaaluitdrukking 點都得 (dim2 dou1 dak1) is een veelgebruikte vaste uitdrukking in gesproken Kantonees. Het betekent: “wat mij betreft is het allemaal goed” of “ik ben flexibel met alles”. 🔸 2. Contextafhankelijk gebruik Je gebruikt dit bijvoorbeeld als iemand vraagt: 「你想幾點食飯?」(nei5 soeng2 gei2 dim2 sik6 faan6?) = Hoe laat wil je eten? Antwoord: 點都得。 = Mij maakt het niet uit.
191
Laten we de volgende keer verder praten. (of: We praten de volgende keer verder. / Tot de volgende keer!) 下次再傾。 haa6 ci3 zoi3 king1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 下次 (haa6 ci3) = de volgende keer - 下 (haa6) = volgend - 次 (ci3) = keer / maal 再 (zoi3) = opnieuw / weer / verder 傾 (king1) = praten / overleggen / kletsen 傾 is spreektaal, kort voor 傾偈 (king1 gai6) = een praatje maken 📏 Maatwoord(en): ✔️ 次 (ci3) is een maatwoord voor frequentie → het telt hoe vaak iets gebeurt: 一次 (jat1 ci3) = één keer 下次 (haa6 ci3) = volgende keer 每次 (mui5 ci3) = elke keer 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 🔸 1. 下次再 + 動詞 Een veelgebruikte structuur om aan te geven dat je iets later opnieuw zult doen: 下次再見 (haa6 ci3 zoi3 gin3) = Tot de volgende keer 下次再講 (haa6 ci3 zoi3 gong2) = Volgende keer praten we verder 下次再試 (haa6 ci3 zoi3 si3) = Volgende keer opnieuw proberen 🔸 2. 傾 (king1) In deze context betekent 傾: kletsen, praten, overleggen. Vaak gebruikt in combinatie met: 傾偈 (king1 gai6) = babbelen, sociaal praten 傾計 (king1 gai3) = overleggen, serieuzer praten
192
Tot de volgende keer. (Letterlijk: Volgende keer weer zien.) 下次再見。 haa6 ci3 zoi3 gin3 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 下次 (haa6 ci3) = volgende keer - 下 (haa6) = volgend / onder - 次 (ci3) = keer / maal (maatwoord voor frequentie) 再 (zoi3) = weer / opnieuw 見 (gin3) = zien / ontmoeten
193
Minibus (kleine bus / minibusje) 小巴 siu2 baa1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 小 (siu2) = klein 巴 (baa1) = afkorting van 巴士 (baa1 si2) = bus → samen: 小巴 = kleine bus → minibus 📏 Maatwoord(en): ✔️ Gebruikelijk maatwoord voor voertuigen (ook voor 小巴): 架 (gaa3) = maatwoord voor voertuigen 一架小巴 (jat1 gaa3 siu2 baa1) = een minibus
194
O nee! / Verdorie! / Shit! / Dat is fout gegaan! 弊! bai6 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 弊 (bai6) = oorspronkelijk: slecht / rampzalig / corrupt → In modern spreektaal-Kantonees: een uitroep van paniek, schrik, of spijt 😱 Gebruik en betekenis in context: 🔸 1. Als uitroep (zoals in je voorbeeld): 弊! = "O nee!" / "Dat gaat mis!" Vergelijkbaar met het Engelse "Oh no!" of "Damn!" 🔸 2. Uitgebreid gebruik in zinnen: 今次弊啦! (gam1 ci3 bai6 laa1) = Deze keer zijn we de pineut! 你唔做功課就弊啦! (nei5 m4 zou6 gung1 fo3 zau6 bai6 laa1) = Als je je huiswerk niet maakt, krijg je gezeur! 🔸 3. Tone of voice telt! Kort, snel uitgesproken = lichte schrik Langgerekt “弊~~~啦” = grote paniek of dramatische flair 😆 📝 Opmerkingen: Deze uitroep is informeel en vooral in spreektaal of stripverhalen te vinden. In schrijftaal of formele situaties wordt 弊 niet gebruikt als uitroep.
195
Wat is er aan de hand? (Of afhankelijk van toon/context: – Wat gebeurt er? – Wat is er? – Wat wil je nou?) 咩事? me1 si6? ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 咩 (me1) = wat / welk (Kantonees vraagwoord, spreektaalvorm van 乜嘢 – mat1 je5) 事 (si6) = zaak / gebeurtenis / probleem / wat er aan de hand is 📝 Opmerkingen over gebruik en toon: 🔸 1. Spreektaal en intonatiegevoelig Zacht/bezorgd: “咩事呀?” = Wat is er gebeurd? (zorgzaam) Verbaasd: “咩事?!” = Hè? Wat gebeurt hier?! Irritatie: “咩事呀你?” = Wat moet je nou? 👉 Tone-of-voice bepaalt of het vriendelijk, bezorgd of geïrriteerd klinkt. 🔸 2. Vergelijking met schrijftaal In formelere schrijftaal zou je zeggen: 發生咩事?(faat3 sang1 me1 si6?) = Wat is er gebeurd? 有咩事?(jau5 me1 si6?) = Is er iets aan de hand?
196
Ik heb helemaal geen contant geld meer! (Letterlijk: Ik heb totaal geen cash meer.) 我冇晒cash! ngo5 mou5 saai3 cash ("cash" wordt als leenwoord uitgesproken zoals in het Engels, soms geromaniseerd als "kes" in lokale transcripties) ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 冇 (mou5) = niet hebben 晒 (saai3) = helemaal / volledig (in combinatie met 冇 = "helemaal op") cash = contant geld (Engelse leenwoord, vaak gebruikt in Kantonees i.p.v. 現金) 📏 Maatwoord(en): Geen maatwoord in deze zin — geld wordt hier in abstracte zin genoemd. → Wil je bedragen tellen, dan gebruik je gewoon telwoorden zoals 一百蚊 (jat1 baak3 man1) = 100 dollar (HKD). 📝 Opmerkingen over de zinsconstructie: 🔸 1. 冇晒 (mou5 saai3) 冇 = niet hebben 晒 = helemaal (voltooiing met nadruk) → Samen = “helemaal niet meer” / “op” ⇒ Zoals: 冇晒錢 = helemaal geen geld meer 食晒 (sik6 saai3) = alles is opgegeten 攰晒 (gui6 saai3) = helemaal moe 🔸 2. Gebruik van Engelse leenwoorden In gesproken Kantonees is het heel normaal om woorden als cash, card, Wi-Fi, phone, enz. te gebruiken. "cash" = contant geld Alternatief in schrijftaal: 現金 (jin6 gam1) 🗣️ Spreektaalvariant (nog informeler): 死啦,我冇晒cash! (sei2 laa1, ngo5 mou5 saai3 cash!) = O nee, ik heb geen cash meer!
197
Geen zorgen, ik heb er meer dan genoeg van. (of: Maak je geen zorgen, ik heb er zat van.) 唔使驚,我大把。 m4 sai2 geng1, ngo5 daai6 baa2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 唔使 (m4 sai2) = niet nodig / hoeft niet - 唔 (m4) = niet - 使 (sai2) = hoeven / nodig hebben 驚 (geng1) = bang zijn / zich zorgen maken → 唔使驚 = wees niet bang / maak je geen zorgen 我 (ngo5) = ik 大把 (daai6 baa2) = (ik heb) een hele hoop / overvloed / ruim voldoende 📏 Maatwoord(en): Geen expliciet maatwoord in deze zin. → 把 (baa2) in 大把 is hier geen maatwoord, maar een idioom dat “veel / overvloed” betekent. 大把 is een spreektaaluitdrukking en géén letterlijke maatconstructie zoals 一把刀 ("een mes"). Het betekent: “ik heb ruim voldoende” of zelfs “meer dan genoeg (geld, tijd, middelen, enz.)”
198
Ik ben bang voor muizen. 我好驚老鼠。 ngo5 hou2 geng1 lou5 syu2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 好 (hou2) = heel / erg 驚 (geng1) = bang zijn / schrik hebben 老鼠 (lou5 syu2) = muis / rat
199
Hij/Zij is volledig te schande gezet. (Letterlijk: Hij/Zij heeft helemaal geen gezicht meer over.) 佢冇晒面。 keoi5 mou5 saai3 min2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 冇 (mou5) = niet hebben 晒 (saai3) = helemaal / volledig → samen: 冇晒 = totaal niet meer / helemaal kwijt 面 (min2) = gezicht / eer / gezichtsverlies ⚠️ In het Kantonees (en ook in andere Chinese talen) betekent 「面」 niet alleen fysiek gezicht, maar ook eer, status, waardigheid (vergelijkbaar met het begrip “face” in culturele zin)
200
Mama maakt zich veel zorgen om jou. (Of letterlijker: Mama is erg bezorgd over jou.) 媽媽好擔心你。 maa4 maa1 hou2 daam1 sam1 nei5 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 媽媽 (maa4 maa1) = mama / moeder 好 (hou2) = erg / heel 擔心 (daam1 sam1) = zich zorgen maken / bezorgd zijn - 擔 (daam1) = dragen (figuurlijk: een last) - 心 (sam1) = hart → samen: “zorgen dragen in je hart” 你 (nei5) = jij / jou
201
Ik ben aan je zijde, je hoeft niet bang te zijn! (Of: Ik ben bij je, wees niet bang!) 我喺你身邊,唔使驚! ngo5 hai2 nei5 san1 bin1, m4 sai2 geng1! ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 我 (ngo5) = ik 喺 (hai2) = zich bevinden op / bij 你 (nei5) = jij / je 身邊 (san1 bin1) = aan de zijde van het lichaam / dichtbij / naast - 身 (san1) = lichaam - 邊 (bin1) = kant / zijde → samen: “aan iemands zijde” 唔使 (m4 sai2) = niet nodig / hoeft niet 驚 (geng1) = bang zijn
202
Hij/Zij heeft veel geld uitgegeven. 佢用咗好多錢。 keoi5 jung6 zo2 hou2 do1 cin2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 佢 (keoi5) = hij / zij 用 (jung6) = gebruiken / besteden 咗 (zo2) = aspectpartikel voor voltooide handeling → heeft gedaan 好多 (hou2 do1) = veel 錢 (cin2) = geld
203
Geld uitgeven 花錢 faa1 cin2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 花 (faa1) = besteden / uitgeven / bloemen In deze context betekent 花: geld uitgeven, niet "bloem" 錢 (cin2) = geld → Samen: 花錢 (faa1 cin2) = geld uitgeven 📝 Opmerkingen over gebruik en stijl: 花 vs. 用 Beide kunnen betekenen “uitgeven”, maar: 花錢 (faa1 cin2) = geld uitgeven nadruk op geld 用錢 (jung6 cin2) = geld gebruiken, iets formeler of neutraler - 用 (jung6) = gebruiken (in het algemeen), ook voor tijd, energie, enz. 🗣️ Voorbeeldzinnen: 佢成日花錢。 (keoi5 seng4 jat6 faa1 cin2) = Hij/Zij geeft voortdurend geld uit.
204
De man is (op dit moment) aan het betalen. 男人正在付錢。 naam4 jan2 zing3 zoi6 fu6 cin2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 男人 (naam4 jan2) = man 正在 (zing3 zoi6) = is bezig met / is aan het... → duidt progressieve handeling aan (nu bezig) 付 (fu6) = betalen 錢 (cin2) = geld
205
Bankbiljet / Papiergeld 紙幣 zi2 bai6 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 紙 (zi2) = papier 幣 (bai6) = geld / valuta / munteenheid (formeel) → Samen: 紙幣 (zi2 bai6) = papiergeld, oftewel bankbiljet 📏 Maatwoord(en): ✔️ 張 (zoeng1) is het maatwoord voor platte dingen zoals papier, foto's, en dus ook bankbiljetten. 一張紙幣 (jat1 zoeng1 zi2 bai6) = één bankbiljet 幾張紙幣 (gei2 zoeng1 zi2 bai6) = een paar bankbiljetten 📝 Opmerkingen over gebruik en stijl: 🔸 1. Formeel woord 紙幣 (zi2 bai6) is formeel / schrijftaal In spreektaal wordt vaak gewoon gezegd: 錢 (cin2) = geld 銀紙 (ngan4 zi2) = geldbiljet (letterlijk: "zilverpapier") → 銀紙 is de typische Kantonees-spreektaalvorm voor papiergeld 🔸 2. Verschil met munten 紙幣 (zi2 bai6) = papiergeld 硬幣 (ngaang6 bai6) = muntgeld
206
Reizen kost veel geld. (Letterlijk: Reizen geeft veel geld uit.) 旅行花好多錢。 leoi5 hang4 faa1 hou2 do1 cin2 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 旅行 (leoi5 hang4) = reizen / op reis gaan - 旅 (leoi5) = reis / tocht - 行 (hang4) = gaan / zich verplaatsen 花 (faa1) = uitgeven / besteden (bij geld of tijd) 好多 (hou2 do1) = veel - 好 (hou2) = erg / zeer - 多 (do1) = veel 錢 (cin2) = geld
207
Doe maar rustig aan, ik heb tijd genoeg. (Letterlijk: Neem je tijd, ik heb veel tijd.) 慢慢嚟,我大把時間。 maan6 maan6 lai4, ngo5 daai6 baa2 si4 gaan3 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 慢慢 (maan6 maan6) = langzaam / rustig aan Herhaling van 慢 versterkt de betekenis → rustig, op je gemak 嚟 (lai4) = komen → hier als imperatiefpartikel gebruikt: doe zo / kom maar zo → 慢慢嚟 = neem je tijd / rustig aan / geen haast 我 (ngo5) = ik 大把 (daai6 baa2) = veel / overvloedig (spreektaal voor: zat / genoeg) 時間 (si4 gaan3) = tijd
208
Je hoeft niet zo nerveus te zijn. (of: Niet zo gespannen zijn. / Ontspan een beetje.) 唔使咁緊張。 m4 sai2 gam3 gan2 zoeng1 ## Footnote 🧩 Woord voor woord uitleg: 唔使 (m4 sai2) = niet nodig / je hoeft niet - 唔 (m4) = niet - 使 (sai2) = hoeven / nodig hebben 咁 (gam3) = zo / op die manier (graad / intensiteit) 緊張 (gan2 zoeng1) = nerveus / gespannen