diabetes deel 2 Flashcards

(8 cards)

1
Q

wat betekent het diabetesvoetsyndroom ?

A

de verzameling van verwikkelingen ter hoogte van de voet bij een zv met diabetes , ze ontstaan ten gevolge van zenuwaantasting van de kleine bloedvaten en minder beweeglijkheid van de gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mogelijke oorzaken / risicofactoren of kunnen herkennen

A
  • wanneer de zv gevoelsverlies/ vermindering heeft in de voeten
  • kleine bloedvaten zijn aangetast
  • pijn voelen tijdens het wandelen
  • wanneer de voeten van vorm veranderen
  • nagelschimmel
  • wanneer een zv al eerder een voetwonde heeft gehad
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

mogelijke gevolgen :

A
  • verminderen van het voelen van pijn , koud , warmte , druk
  • pijn als alarmsignaal verdwijnt langzaam
  • wondjes ontstaan zonder dat het zv het voelt
  • wondjes genezen moeilijker
  • mogelijkheid tot amputaties van tenen voeten. ,…
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kan je preventief te werk gaan met een zv met diabetesvoetsyndroom ?

A
  • algemene preventieve maatregelen
  • behandeling van diabetes door een multidisciplinaire team
  • voorlichting van zowel zv als mantelzorg.
  • voethygiene
  • voetinspectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat kunnen wij doen als zorgvuldige

A
  • controleer de voeten dagelijk
  • aangepaste schoeisel laten dragen
  • controleer binnenzijde van schoeisel
  • let erop dat de voeten niet in contact met hete voorwerpen
  • niet op blote voeten laten lopen
  • droog de. voeten goed deppend af
  • verzorg voeten met vochtinbrengende lotion
  • knip de teennagels voorzichtig en recht af
  • raadpleeg indien nodig hulp van arts of pedicure
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

door wie mag glycemie gemeten worden

A
  • verzorgende
  • zorgkundige
  • verpleegkundige
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom controleren we de glycemie ?

A
  • om afwijkende bloedsuikerwaarden op te sporen
  • om voeding te kunnen optimaliseren
  • om de juiste dosis insuline te kunnen toedienen of eventueel aan te passen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op welke tijdstippen gaan we de glycemie controleren ?

A
    • nuchter
  • voor een maaltijd
  • na een maaltijd
  • voor het slapengaan
  • bij een vermoede van hypo of hyperglycemie
  • bij extra inspanningen
  • biz iekte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly