domein F Flashcards

1
Q

kenmerken gevangenisdilemma

A

beide partijen hebben een dominante strategie
de uitkomst is sub-optimaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

meervoudig evenwicht

A

een spel heeft meerdere evenwichten
er is dan geen dominante strategie, maar ze hebben wel een voorkeur voor een evenwicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zelfbinding

A

vrijwillig afwijken van je dominante strategie
-> van te voren bekend gemaakt
->bij het verbreken ervan zijn er kosten aan verbonden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

simultaan- en sequenteel spel

A

simulaan: je weet niet wat de ander doet
sequenteel: je beslist na elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

simultaan- en sequenteel spel

A

simulaan: je weet niet wat de ander doet
sequenteel: je beslist na elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

collectieve dwang

A

je wordt verplicht om een bepaalde keuze te maken.
-> niet vrijwillig.
-> via een contract of de wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

externe effecten

A

onbedoelde bijwerking van productie of consumptie die de welvaart van een andere beinvloed.
-> zit niet in de prijs verwerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

collectieve goederen en kenmerken

A

worden niet door de markt tot stand gebracht

-> niet rivaliserend: consumptie van het goed door de ene persoon gaat niet te koste van de consumptie van de ander.
-> niet uitsluitbaaar: je kan niet uitgesloten worden van consumptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

prijsstarheid

A

marktprijs past zich niet snel aan op de verandering in vraag en aanbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly