Dramatiek Flashcards

(34 cards)

1
Q

Ontstaan Griekse theather

A

Rituelen voor Dionysos (=God van wijn en vruchtbaarheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De Grote Dionysia

A

Jaarlijks festival (dichters dienen tetralogie in)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tetralogie

A

3 ernstige stukken gevolgd door een saterspel (luchtiger komedisch stuk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Choregen

A

Rijke burgers officieel daartoe aangesteld de onkosten van de opvoering te dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel mensen konden plaatsnemen in een Grieks Theather

A

15 000 mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom had het Griekse theater een goede akoestiek

A

Door de uitzonderlijke architectuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Proskenion

A

Voorscène, verhoogd platform voor acteurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parados

A

Zij-ingang voor acteurs en koor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Theatron

A

Tribune voor het publiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Skènè

A

Achtergrondgebouw voor decor en omkleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie speelde alle personages ik het Griekse toneel?

A

Mannen, zelfs de vrouwenrollen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom droegen de acteurs expressieve maskers?

A

Om zichtbaarheid en herkenbaarheid te vergroten, ook voor de mensen achteraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat was het doel van hoge toneelschoenen?

A

Acteurs groter maken en beter zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe droegen maskers bij aan de verstaanbaarheid

A

Brede ronde mond werkt als klankkast, waardoor de stemmen verder droegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar werd er gespeeld in het Griekse theater?

A

Op de proskenion (voorscène), niet op de scène zoals vandaag de dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Functie van de skènè

A

(=letterlijk ‘tent’) breed, ondiep gebouw voor acteurs op zich te verkleden en hun opkomst af te wachten

17
Q

Wat stelde de kant van de skènè voor die naar het publiek gericht was

A

Het achterdoek (meestal paleis, tempel of iets dergelijks)

18
Q

Doel van de zijgebouwen van de skènè

A

Akoestische functies

19
Q

Deus ex machina

A

Een acteur werd van achter de skènè met een soort kraan als God die ontknoping bracht omhoog gehesen

20
Q

Wat is de orchestra?

A

Dansplaat voor het koor, waar ze hun gevoelens uitdrukten door zang en dans

21
Q

Welke 2 soorten toneelstukken

A

Komedies (grappig, gebaseerd op alledaagse situaties) en tragedies (zware materie, gebaseerd op mythen)

22
Q

Voorbeeld van Griekse tragedie

A

Antigone (Sophocles) en Meda (Euripides)

23
Q

Aristotelische eenheden

A
  • Eenheid van tijd:
    Gaat over periode van 24u in het verhaal, vertelde tijd (eventueel bode)
  • Eenheid van handeling:
    Plot: één belangrijke verhaallijn
  • Eenheid van plaats:
    Speelt zich af op één vaste plaats (eventueel bode)
24
Q

Toneel in de middeleeuwen

A

Gene toneel meer, wel rondtrekkende minestrelen, acrobaten, goochelaars, mimespelers…

25
Wat is een mysteriespelen?
Een van de oudste toneelsoorten. Gaan over kerkelijke onderwerpen (schepping, laatste oordeel…) alles werd realistisch uitgebeeld (enorme decors nodig)
26
Wat zijn Mirakelspelen?
Gedramatiseerde legenden waarin een mirakel (=bevrijding van god) centraal staat. Bekendste: Mariken van Niemeghen (Duivel centraal)
27
Wat zijn heiligenspelen
Verhaal waarin het leven van een heilige wordt verteld (duivel centraal)
28
Wat is een moraliteit (of spelen van sinne)
Een didactisch toneelstuk dat een antwoord geeft op een morele vraag. Abstracte begrippen voorgesteld als personages (= allegorische personages) klemtoon ligt op de tweestrijd binnen de mens zelf. (Zintuigen, biecht, dood, deugd = personen in het verhaal)
29
Wat zijn passiespelen?
Passiespelen stellen het leiden en dood van Jezus voor en worden opgevoerd rond pasen.
30
Het wereldlijk toneel
Ging hoofdzakelijk over liefde
31
Abel betekenis
Komt van Latijnse woord habilis = ernstig, kunstig, verfijnd
32
Wat zijn abele spelen?
Gedramatiseerde ridderverhalen waarin hoofse liefde centraal staat
33
Wat zijn sotternieën of kluchten?
Een kort, ruw stuk na het ernstige abele spel, dat spot met de boertigheid en domheid van het gewone volk
34
Wat zijn sotternieën of kluchten?
Een kort, ruw stuk na het ernstige abele spel, dat spot met de boertigheid en domheid van het gewone volk