Economie begrippen H3, H6, H8 Flashcards
(35 cards)
Begrippen H3:
Inflatie
Stijging van algemene prijspijl
Koopkracht
Geeft aan wat de huishoudens met hun inkomen kunnen doen
Lenen
Geld bedrag dat door een ander partij aan een andere partij ter beschikking wordt gesteld
Sparen
Het niet uitgeven van een deel van je inkomen
Rente
een vergoeding voor het uitlenen van geld
Leningen:
Hypotheek lening
Lening met huis als onderpand {huis geven aan bank}
Persoonlijke lening
Lening waarbij het geleende bedrag in een keer wordt uit betaald. Lener betaalt in een vaststaand aantal termijnen de lening terug. {met rente}
Doorlopend krediet
Een leenbedrag naarmate van tijd steeds weer geheel of in delen opgenomen kan worden
Rood staan
Negatief saldo staan op je bankrekening
Kopen op afbetaling
Kopen waarbij de betaling in termijnen plaatsvindt
Begrippen H6:
Consumenten
huishoudens die goederen en diensten kopen om hun behoefte te voorzien
Producenten
Particuliere bedrijven die goederen en diensten produceren
Markt
Plaats waar vragers en arbeiders elkaar treffen
Consumeren
het kopen van goederen en diensten
Primaire goederen
Goederen die noodzakelijk zijn om te leven {levensbehoefte}
Luxe goederen
Goederen die niet noodzakelijk zijn om te leven
Beroepsbevolking
Personen tussen de 15 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd die willen en kunnen werken
Vacature
Onbezette arbeidsplaats waarvoor personeel wordt gezocht
Begrippen H8:
Beperkt gemeenschap van goederen
Spullen en schulden tijdens het huwelijk worden van jullie samen
Eigen spullen, schulden, erfenissen en schenkingen voor het huwelijk blijven van jou zelf
Financiële zelfredzaamheid
weloverwegen {bewust} keuzes maken zodat je financiën op lange en korte termijn in balans zijn
Risico-avers
Het vermijden van risico, uit angst voor onverwachte nadelige gebeurtenissen
Verzekering
Een overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekerde. Waarbij de verzekerde tegen betaling van een periodiek bedrag de garantie krijgt dat de eventuele schade door de verzekeraar wordt vergoed.
Premie
Het bedrag dat de verzekerde aan de verzekeraar moet betalen
Risicospreiding
Risico’s delen met een grote groep mensen die dezelfde risico lopen