Economische omgeving E Flashcards

(44 cards)

1
Q

KT

A
  • economische groei
  • verdeling nationaal inkomen
  • economische schommelingen afzwakken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

LT

A
  • verbetering uitrusting
  • bescherming milieu
  • tewerkstelling
  • koopkracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

begroting

A

overzicht van verwachte ontvangsten en uitgaven van een overheid in een jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

middelenbegroting

A

staatsinkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

algemene uitgavenbegroting

A

staatsuitgaven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

begroting bestaat uit 3 onderdelen

A
  • middelen begroting
  • algemene uitgavenbegroting
  • algemene toelichting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 fases wet opstellen

A
  • wetsontwerp = regering
  • goedkeuring = Kamer van Volksvertegenwoordigers
  • bekrachting = koning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

over hoeveel tijd is de begrotingscyclus verdeeld?

A

over drie jaar -> n-1/n/n+1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 fases begrotingscyclus

A
  • afsluitende fase
  • uitvoerende fase
  • voorbereidende fase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

begrotingscyclus: afsluitende fase

A
  • afsluiten begroting jaar n-1 = 2023
  • opstellen eindrekening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

begrotingscyclus uitvoerende fase

A

uitvoeren begroting jaar n = 2024

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

begrotingscyclus: voorbereidende fase

A

totstandkoming begroting jaar n + 1 = 2025

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 grote groepen staatsontvangsten

A
  • fiscale staatsontvangsten
  • parafiscale staatsontvangsten
  • niet fiscale en niet parafiscale staatsontvangsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 soorten fiscale staatsontvangsten

A
  • directe belastingen = belastingen op inkomsten
  • indirecte belastingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

3 voorbeelden directe belastingen

A
  • personenbelastingen
  • vennootschapsbelastingen
  • rechtspersonenbelastingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rechtspersonenbelasting

A

bij vzw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

3 voorbeelden indirecte belastingen

A
  • BTW
  • accijnzen
  • milieuheffingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

accijnzen

A

tabak, alcohol en brandstoffen

19
Q

uit wat vloeien parafiscale staatontvangsten voort?

A

uit sociale wetgeving

20
Q

parafiscale staatsontvangsten

A

sociale zekerheidsbijdragen van werkgever en werknemer

21
Q

door wat worden parafiscale staatsontvangsten geïnd?

22
Q

niet fiscale en niet parafiscale staatsontvangsten

A

alle andere staatsontvangsten -> vloeien niet voort uit fiscale wet

23
Q

voorbeeld niet fiscale en niet parafiscale staatsontvangsten

A

inkomsten van boeten of verkoop overheidsgoederen

24
Q

voorbeeld staatsuitgave

25
rente
vergoeding die wordt ontvangen voor het uitlenen van geld en die betaald wordt door degene die het geld leent
26
uit wat bestaat de staatsuitgaven?
primaire uitgaven en rentelasten
27
3 groepen binnen primaire uitgaven
- overheidsconsumptie - overheidsinvesteringen - transferten aan gezins- en bedrijfshuishoudingen en buitenland
28
overheidsconsumptie
lonen en pensioenen ambtenaren + aankopen goederen en diensten
29
overheidsinvesteringen
onderhoud bruggen, wegen en schoolgebouwen
30
rentelasten
interesten op leningen die staat aangaat wanneer uitgaven groter zijn dan inkomsten
31
formule primair saldo
totale ontvangsten - totale uitgaven (exclusief rentelasten)
32
uitkomst primair saldo
kan zowel positief als negatief getal zijn, als het positief is worden hiermee de rentelasten afbetaald
33
formule financieringssaldo
totale ontvangsten - totale uitgaven (inclusief rentelasten)
34
uitkomst financieringssaldo
kan positief of negatief zijn, indien negatief is er een begrotingstekort
35
hoe wordt het begrotingstekort uitgedrukt?
in % van het BBP
36
wanneer is er een begrotingstekort?
- totale ontvangsten zijn lager dan totale uitgaven (inclusief rentelasten) - financieringssaldo is negatief
37
wat is de Europeese doelstelling bij het begrotingstekort?
3%
38
wat valt onder schulden van gezamenlijke overheid?
alle financieringssaldi samen -> alle uitstaande leningen van de overheid
39
overheidsschuld
schuld van de gezamenlijke overheid
40
uit wat bestaat de gezamenlijke overheid?
- entiteit I -> federale overheid/sociale zekerheid - entiteit II -> deelstaten/lokale overheden
41
schuldgraad of schuldratio
overheidsschuld in % van het BBP
42
formule schuldgraad of schuldratio
overheidsschuld/BBP x 100
43
Europeese doelstelling schuldgraad/schuldratio
60%
44