een koning te rijk (h5) Flashcards

tijdvak: regenten en vorsten (1600-1700) (28 cards)

1
Q

Wat betekent ‘wereldeconomie’?

A

Productie en consumptie van alles waar mensen wereldwijd behoefte aan hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ‘absolute macht’?

A

Onbeperkte macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt de ‘wetenschappelijke revolutie’ in?

A

Tijd in de geschiedenis waarin er veel belangstelling was voor het onderzoeken van de wereld door middel van experimenten.

In deze periode werden veel uitvindingen gedaan en werd de wereld meer benaderd vanuit de wetenschap dan vanuit het geloof. Deze verandering begon al eerder met het humanisme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de ‘Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden’?

A

Officiële volledige naam van Nederland tussen 1588 en 1795, meestal afgekort tot De Republiek.

Een republiek houdt in dat er geen vorst, zoals een koning, aan het hoofd staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de ‘Gouden Eeuw’?

A

Periode in de Nederlandse geschiedenis waarin De Republiek een bloeiperiode kende, grotendeels in de zeventiende eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt ‘handelspolitiek’ in?

A

Beleid gericht op de handel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een ‘stapelmarkt’?

A

Een plaats waar op grote schaal producten worden opgeslagen en doorverkocht.

De stapelmarkt in Amsterdam was de belangrijkste in Europa in de zeventiende eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een ‘wisselbank’?

A

Bank waar geld kon worden gewisseld of in bewaring kon worden gegeven.

De Amsterdamse wisselbank werd in 1609 opgericht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een ‘beurs’?

A

Plaats waar handelsovereenkomsten worden gesloten en aandelen worden verhandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een ‘monopolie’?

A

Marktsituatie waarin er maar één aanbieder van een bepaald product is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn ‘compagnieën’?

A

Handelsorganisatie(s).

De bekendste voorbeelden zijn de VOC en de WIC.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de ‘VOC’?

A

Verenigde Oost-Indische Compagnie, opgericht in 1602.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een ‘aandeel’?

A

Waardepapier dat de eigenaar rechten geeft in een bedrijf of handelsorganisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de ‘WIC’?

A

West-Indische Compagnie, opgericht in 1621.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een ‘multinational’?

A

Bedrijf dat vestigingen heeft in meerdere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ‘kaapvaart’?

A

Met schepen andere schepen proberen te veroveren (kapen).

17
Q

Wat is ‘driehoekshandel’?

A

Handel tussen de werelddelen Europa, Afrika en Amerika.

18
Q

Wie zijn ‘regenten’?

A

Bestuurders van de Nederlandse steden.

Bestuursfuncties bleven vaak heel lang binnen dezelfde (koopmans)familie.

19
Q

Wat betekent ‘tolerantie’?

A

Verdraagzaamheid tegenover mensen met andere ideeën over bijvoorbeeld geloof.

20
Q

Wie zijn ‘kooplieden’?

A

Mensen die hun beroep gemaakt hebben van kopen en verkopen van producten.

21
Q

Wie zijn ‘ambachtslieden’?

A

Mensen die hun beroep gemaakt hebben van het be-/verwerken van een grondstof tot (eind)producten.

22
Q

Wat is ‘armenzorg’?

A

Zorg voor armen, gebrekkigen en bejaarden in de samenleving.

23
Q

Wat is een ‘staatsgreep’?

A

Machtsgreep of coup d’état.

24
Q

Wie zijn ‘standenvertegenwoordiging’?

A

Vergadering van vertegenwoordigers van de drie standen.

25
Wat is 'centralisatie'?
Het streven van vorsten naar één centraal bestuur met overal dezelfde wetten en regels.
26
Wat is 'droit divin'?
Goddelijk recht van koningen om als oppermachtige te regeren.
27
Wat is een 'parlement'?
Door ‘het volk’ gekozen volksvertegenwoordiging van een land.
28
Wat is een 'parlementaire monarchie'?
Bestuursvorm waarbij de koning samen met het parlement beslissingen neemt.