stoom en fabrieken (h7) Flashcards
tijdvak: tijd van stoommachines en burgers (1800-1900) (17 cards)
industriële revolutie
de snelle overgang van handmatige productie naar machinale productie van goederen met enorme sociaal-economische gevolgen
socialisme
politieke stroming die streeft naar gelijkheid tussen de sociale klassen
liberalisme
politieke stroming waarbij de persoonlijke vrijheid voorop staat
modern imperialisme
proces waarbij landen hun macht in andere delen van de wereld uitbreiden voor hun eigen economische en politieke gewin
schaalvergroting
het proces van groei van de productie per bedrijf
huisnijverheid
werkzaamheden thuis voor vooral handmatige productie, vaak in opdracht van een handelaar
waterframe
tweede generatie spinmachine, aangedreven door waterkracht (uitvinding van richard arkwright)
mechanisering
vervanging van handmatige handelingen door machinale handelingen
transport
het vervoeren van producten en personen
industriestad
een stad die snel is gegroeid/uitgebreid vanwege industrialisatie
urbanisatie
migratieproces van platteland naar stad, ook wel verstedelijking genoemd
arbeidsdeling
de opsplitsing van een fabricageproces in alle onderdelen daarvan, met de bedoeling elk onderdeel door een andere arbeider te laten uitvoeren
arbeidsomstandigheden
het lichamelijk en geestelijk klimaat waarin gewerkt moet worden
sociale kwestie
de discussie over de armoede onder de arbeiders en wat de overheid daar aan moet doen
kinderarbeid
betaald (fabrieks)werk dat in een gewone werkweek door (kleine) kinderen verricht wordt
kolonie
gebied dat het bezit is van, en bestuurd wordt door, een ander land
cultuurstelsel
economisch systeem in indonesië tussen 1830 en 1870 waarbij de bevolking verplicht werd landbouwproducten te verbouwen voor de nederlanders