examenvragen Flashcards

(39 cards)

1
Q

Idiot savant

A

uitblinken in 1 domein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

slimme hans

A

paarddat kon “rekenen” door onbewuste signalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welk effect langer hulp met andere mensen in de buurt

A

omstaander effect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

jokeren vaker risicogedrag

A

slecht ontwikkeld fontrale context & overontwikkeld stratium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Attributiefout

A

We schrijven falen anderen toe aan persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stellingen REM-slaap

A

gelijkmatige daling als algemeen slaap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Feromonen

A

opvangen door vomeronasaal orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

intersensorisch zien & horen

A

4 maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kan je jezelf kietelen

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

actief kind wordt actiever behandeld

A

evocatieve interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welke prikkels vooral subliminaa

A

proprioceptie & kinesthesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

handdruk

A

non-verbaal digitaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

type A

A

ongeduldig & zelfzeker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

systhematische desentisatie

A

behaviorisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

7e emotie

A

minachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

geen voorbeeld van TAB

A

transient adaptive behavior
object permanentie

17
Q

omgekeerd novelty

18
Q

wat niet in driehoek van maslov

19
Q

pincetgreep

A

= systeem van werner & deel van ethiologische evolutie thoerie

20
Q

partiele bekrachtiging

A

in dagelijks leven

21
Q

alcohol verminderde koudeperceptie

22
Q

iemand op tv sporten -> vrienden moedigen aan

A

plaatsvervangende perceptie

23
Q

gedragsbeheersing en planning

24
Q

grens hoogbegaafdheid-beperking

25
wat is fout over rem
leidt diepe slaap in
26
type D
negatieve affectie & sociale inhibitie
27
na ongeval niet meer in staat zijn om voorgaande dingen te herinneren
retrograde amnesie van episodisch geheugen
28
gemeenschappelijke categorieën big five & eysenk
extraversion & neuroticisme
29
geen parameter bij normaliteit van emoties
moment van optreden emotie
30
welk soort geheugen is automatisatie
procedueel geheugen
31
wat hoort samen
harm avoidance & neurocisme
32
shrick van een machine door vorige ervagin
klassieke conditionering -> na een tijd niet meer = extinctie
33
tot wat behoort anorexia
body dismorphic disorder
34
cognitieve dissonantie is een toepassing op
selectieve aanvaarding
35
tegengestelde halo-effect
horn effect
36
wat staat centraal bij transtheoretische model van gedragsverandering
vergelijking baten & kosten gedragsverandering
37
Verhoogde stress leidt tot
eerst verhoogde performantie, daarna negatief
38
verband tussen overt & covert behaviour
het geen wat je denkt/voelt & uiterlijk waarneembaar is
39
zesde zintuig
orgaan van jakobsen