Externe taalgeschiedenis Flashcards

(22 cards)

1
Q

2 visies over de bakermat van het Indo-Europees

A

Zuid-Rusland en Oost-Oekraïne (Gimbutas): ruiters en herders uit de Kurgancultuur rond de benedenloop van de Wolga nemen geleidelijk aan de Balkan en gebied rond de Donau in 4000 v.C. en nadien ook Noord- en West-Europa. Het Indo-Europees zou de Lage Landen bereikt hebben rond 2500 v.C.

Huidige Turkije (Renfrew): vanaf 6000 v.C. verspreiden agrarische gemeenschappen zich via de Balkan over de rest van Europa op zoek naar nieuwe landbouwgronden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wet van Grimm

A

Cluster van drie klankverschuivingen die de occlusieven en fricatieven van het Indo-Europees betrof (zie diachrone fonologie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Futhark

A

Het Germaanse runenschrift, tevens het oudste bekende Germaanse schrift. De naam is ontleend aan de eerste zes letters van het alfabet (cf. Griekse alfa-bèta). Het heeft 18 consonanten en 6 vocalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Oost-Germaans (1/3 grote taalgroepen vanwege verspreiding Germaanse bevolking)

A

Oer-Oost-Germaans: alle talen zijn uitgestorven, alleen het Gotisch is ons vrij goed bekend door de Wulfila bijbelvertaling. Het oude Oost-Germaans dient vaak als referentiepunt bij de reconstructie van oudere taalfasen van het Germaans.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wulfila-bijbelvertaling

A

Bisschop Wulfila (311-383) vertaalde de bijbel uit het Grieks naar het Gotisch. De vertaling is onvolledig, slechts driekwart van het Nieuwe Testament en een klein stuk uit het Oude Testament zijn bewaard gebleven. De Wulfilavertaling is bewaard gebleven in de Codex Argenteus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Codex Argenteus

A

Een handschrift dat zijn naam ontleende aan het feit dat er met zilverkleurige letters geschreven werd. 188 van de vermoedelijk 336 folio’s werder overgeleverd. Het handschrift (een kopie) dat vermoedelijk rond 500 is ontstaan, wordt in de Universiteit van Upssala bewaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noord-Germaans (1/3 grote taalgroepen vanwege verspreiding Germaanse bevolking)

A

Uit deze dialecten hebben zich de Oudnoord-Germaanse talen ontwikkeld, waaronder het Oudnoors waarvan enkele geschiften zijn overgeleverd, met name de Edda-liederen uit de codes Regius (middeleeuws manuscript)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Edda-liederen

A

Oudnoorse gedichten die in een middeleeuws manuscript zijn teruggevonden, de codes Regius. Ze verschaffen niet alleen belangrijke info op talig vlak, maar vormen een waardevolle bron voor kennis over oude Germaanse mythologieën.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

West-Germaans (1/3 grote taalgroepen vanwege verspreiding Germaanse bevolking)

A

Uit deze tak van het Germaans hebben zich de Oudwest-Germaanse dialecten ontwikkeld en uit die dialecten zijn dan weer uiteindelijk de moderne West-Germaanse talen voortgekomen: Duits, Nederlands, Fries en Engels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Dialectische differentiatie binnen het West-Germaans in 2 ontwikkelingen

A

500 n.C.
1) Ontstaan van ingweonismen langs de Noordzeekust (zo ontstond de tegenstelling binnenland-kuststreek)
2) Hoogduitse klanverschuiving: zo ontstond een tweedeling binnen het continentale Westgermaans (plusminus onderscheid Duits- Nederlands)
(zie diachrone fonologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

6 keltische talen

A

Irish Gaelic, Scottish Gaelic, Manx, Welsh, Cornish, Bretoens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verovering van Gallië door Julius Caesar

A

Einde van de prehistorie, 58 v.C., romanisering van de Kelten, veroveringstocht naar het Noorden. De Romeinse bezetting duurde tot 406 n.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Latijnse leenwoorden vóór de 5e eeuw (aan West-Germaanse talen)

A

Poort, straat, muur, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Morfologisch ingweonisme: meervoud-s

A

Nog bewaard in het West-Vlaamse “arms, zwijns, broeks” en in het standaardtalige “appels, zoons, broers”. De ‘s’ werd toegevoegd toen het onduidelijk werd of iets enkel- of meervoud was na het weglaten van de eind-n in de uitspraak. (Broere, broers). Vandaar dat er ook nog dubbelvormen bestaan: gedachten/gedachtes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Voorbeelden van lexicale ingweonismen

A

Wiel, big, eiland (zoals het Engels, t.o.v. continentaal-Germaanse woorden Rad, Ferkel, Insel). In dialecten zijn er veel meer lexicale overblijfselen. Ook terug te vinden in toponiemen: Zwin (Swin), -muide (Diksmuide, Arnemuiden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ingweoonse substraat in het Nederlands

A

Lexicaal, morfologisch, toponymisch.. Het Kust-Nederlands is voortgekomen uit het Oudnederfrankisch dat bovenop de oude Ingweoonse taallaag is terechtgekomen. Het Ingweoons is dus niet als dusdanis overgeleverd, maar fungeert voor het Nederlands als een substraattaal.

17
Q

Utrechtse doopbelofte + Hollandse lijst van Heidense praktijken

A

776-800: Vaak beschouwd als de oudste Nederlandse tekst, komt uit de periode waarin de kerstening in onze streken volop aan de gang was. De belofte bestaat uit vragen van de priester en de bijbehorende antwoorden van de dopeling of de peetoom bij de doop. De heidense praktijken zijn in het Latijn geschrevenmaar vergezeld van een aantal Nederlandse glossen (tussen de regels of in de marge). De Utrechtse belofte verraadt niet alleen Duitse maar ook Engelse invloeden: Gysseling veronderstelt dat de tekst afkomstig is van een Angelsaksische missionaris, en dat de tekst vervolgens door een Duitse kopiist is overgeschreven.

18
Q

Wachtendonckse Psalmen

A

Begin 10e eeuw: Een vertaling van een Latijnse tekst. De vertaler heeft onder de Latijnse lijnen telkens een stukje vertaling neergepend. De oorspronkelijke vertaling moet een Oudhoogduitse geweest zijn, waarvan de Oudnederlandse opnieuw een bewerking is. Er is geen rechtstreekse overlevering, wel een gekopieerd afschrift in een brief van Justus Lipsius (16e eeuw).

19
Q

Leidse Williram

A

Halfweg de 11e eeuw: oudst overgeleverde BOEK in het Nederlands. Het werk bevat een vertaling en bewerking van het Hooglied-commentaar van Williram. Williram maakte een bewerking waar links een herdichting in het Latijn stond, in het midden de oorspronkelijke Latijnse bijbeltekst en rechts de Duitse en Latijnse commentaar.
Rond 1100 werd in de abdij van Egmond een Oudnederlandse bewerking gemaakt (Egmondse Willeram). Gevonden woorden: beide, eerst, geen, genoeg, tachtig, dus, gaarne, nog, meer, minst, een, de, zulk, schrijven, venster, …

20
Q

Glossen

A

Verklarende of vertalende aantekeningen tussen de regels of in de marge van een tekst.

21
Q

Lex Salica

A

Een wet, genoemd naar de Salische Franken. Ze bevat voorsschriften betreffende de rechtspleging en het strafrecht en burgerlijk recht. Heet gebeurde onder invloed van de Romaanse traditie, onder de Germanen was dit niet gebruikelijk. De Lex Salica is de oudste West-Germaanse wet en ze is in het Latijns geschreven. In bepaalde latere afschriften zijn Frankische glossen te vinden.

22
Q

Corpus Gysseling

A

Het brengt de Middelnederlandse teksten van voor 1300 samen. Het is dus van onschatbare waarde voor Vroegmiddelnederlands mar het bevat ook een heel aantal Oudnederlandse tekstfragmenten. Het werd in de jaren 70-80 samengesteld door Gysseling. Het bestaat uit 15 boeken, waarvan de eerste 9 niet-literair zijn maar ambtelijk bescheiden en de laatste 6 wel literair zijn.