Formuleren Flashcards

1
Q

Woordkeusfouten

A
Verkeerd woord
Contaminatie
containerwoord, (Vakterm, abstract of vaag woord)
Barbarisme, vreemd woord
Modewoord
Neologisme
Archaïsme
Plat of grof woord
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Contaminatie

A

Foutieve woordvervlechting

Nachecken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Containerwoord (Vakterm, abstract of vaag woord)

A

Conform= volgens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Barbarisme, vreemd woord

A
Woorden of uitdrukkingen die letterlijk uit een andere taal in het nederlands zijn vertaald
Gallicisme = frans
Germanisme= duits
Anglicisme= engels
Belgicisme= belgisch
\+ vroeger of later > sooner or later
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Modewoord

A

Woorden die “in” zijn

Chill

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Neologisme

A

Nieuwe woorden die in t dagelijks taalgebruik zijn opgenomen

- pimpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Archaïsmen

A

Verouderde woorden

- doen toekomen = sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Platte woorden

A

Kunnen kwetsend overkomen

- ze flikkerde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stijlfouten

A
Storende woordherhaling
Tautologie foutief
Pleonasme foutief
Dubbele ontkenning
Overbodige woorden
Dubbelzinnigheid/ambiguïteit niet bedoeld
Figuurlijk taalgebruik storend
Overdrijving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Storende woordherhaling

A

Steeds hetzelfde woord gebruiken

- als je dat vindt, moet je dat zelf maar weten, want dat is je eigen keuze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Tautologie foutief

A

2 synoniemen die tot de zelfde woordsoort behoren

- het gebeurt me soms dat ik weleens te laat ben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Pleonasme foutief

A

Bepaling wordt overbodig aan een znw gekoppeld
- de ronde cirkel

Betekenis is al in een ander woord aanwezig (van zelfde woordgroep)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dubbele ontkenning

A

2x een ontkenning

- hij gebruikt dat nooit niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Overbodige woorden

A

Ik vind dus zegmaar dat jij eigenlijk moet werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Dubbelzinnigheid/ambiguïteit niet bedoeld

A
Dubbele betekenis
- gramaticaal : zinsbouw
De man slaat de hond met de stok
- semantisch : woordgroep
We hebben de fiets aan de kant gezet (weggedaan of verplaatst)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Figuurlijk taalgebruik storend

A

Of verkeerd gebruik van uitdrukkingen

17
Q

Overdrijving

A

Anti-overdrijving als gevolg

18
Q

Fouten in zinsbouw

A
Verkeerde plek woorden
Telegramstijl
Congruentiefout
Gebruik van lijdende vorm
Te lange zinnen
Tangconstructie
Dat/als-constructie
Beknopte bijzin verkeerd aansluiten
Losstaand zinsgedeelte
Foutieve samentrekking
Foutieve inversie
Geen symmetrie
19
Q

Verkeerde plek woorden

A

Morgen verwacht de weerman mooi weer

20
Q

Telegramstijl

A

Onvolledige zinnen + weggelaten woorden
- hij is nog aan het twijfelen over wie de dader is
Over de vraag wie de dader is

21
Q

Congruentiefout

A

Het ond en de pv passen niet bij elkaar

De media maakt

22
Q

Lijdende vorm

A

Het ond ondergaat een handeling= minder direct

-de bal wordt geschopt door bas

23
Q

Te lange zinnen

A

Saai

24
Q

Tangconstructie

A

Informatie wordt uit elkaar gehaald

- de nog net aan de klauw van de kat ontsnapte muis verdween piepend

25
Q

Dat/als-constructie

A

Soort tangconstructie

- hij zei dat als ik verdween, hij zal huilen

26
Q

Beknopte bijzin verkeerd aansluiten

A

Beknopte bijzin= geen ond (te+inf v (on)voltooid deelwoord)
- na uren in de file te hebben gestaan, vertrok de boot eerder dan gepland
X maak gwn bijzin of verander hz

27
Q

Losstaand zinsgedeelte

A

Bijzin heeft hoofdletter en punt gekregen

28
Q

Foutieve samentrekking

A

Verschil gramaticale functie:
- de politie stelt de bom veilig en zal later tot ontploffing gebracht worden
Verschil in getal
- hier wordt vaak ingebroken en diverse auto’s vernield
Verschil in betekenis
- ze maakte eerst het bed op en dan zichzelf

29
Q

Foutieve inversie

A

Ond achter pv

- gisteren ben ik gestorven en ga ik vandaag weer dood

30
Q

Geen symmetrie

A

Opsomming is shit
- 3 delen: het begin, het middenstuk en hoe het afloopt
Het begin, het middenstuk en het einde