frans p112-116 Flashcards
(91 cards)
1
Q
een sticker
A
un autocollant
2
Q
een brievenbus
A
une boite aux lettres
3
Q
een kartonnen doos
A
une boite en carton
4
Q
een uitwisseling
A
un échange
5
Q
een rek
A
une étagère
6
Q
de werking, het functioneren
A
le fonctionnement
7
Q
het materiaal
A
le matériel
8
Q
een voorwerp
A
un objet
9
Q
het delen
A
le partage
9
Q
het uitlenen
A
un prêt
9
Q
een pictogram
A
un pictogramme
9
Q
een dienst
A
un service
10
Q
een (deur)bel
A
une sonnette
11
Q
een stofzuiger
A
un aspirateur
12
Q
een (keuken) weegschaal
A
une balance (de cuisine)
13
Q
een ladder
A
une échelle
14
Q
een grill, barbecue
A
un grilll
15
Q
een zaklamp
A
une lampe de poche
16
Q
een naaimachine
A
une machine à coudre
17
Q
een hamer
A
un marteau
18
Q
een mixer
A
un mixeur
19
Q
een taartvormun
A
moule à gâteau
20
Q
een (tuin) gereedschap
A
un outil (de jardin)
21
Q
een boormachine
A
une perceuse
22
een fietspomp
une pompe à vélo
23
een zaag
une scie
24
een fondeuset
un set à fondue
25
een grasmachine
une tondeuse (à gazon)
26
een schroevendraaier
un tournevis
27
stom
bête
28
stevig
solide
29
Zwitsers
suisse
30
plakken
coller
31
bestellen
commander
32
zich verbinden, verbinding maken
se connecter
33
uitwisselen
échanger
34
(iets van iemand) (ont)lenen
emprunter (quelque chose à quelque'un)
35
aanmoedigen (om)
encourager (à)
36
delen (met)
partager (avec)
37
deelnemen (aan)
participer (à)
38
(uit) lenen (aan)
prêter (à)
39
opruimen
ranger
40
(in elkaar) vijzen
visser
41
een tak afzagen
couper une branche
42
een dienst vragen
demander un service
43
een nagel inkloppen
enforcer un clou
44
een band oppompen
gonfler un pneu
45
het gras maaien
tondre le gazon
46
een raclettetoestel
un four à raclette
47
een vergiet
une passoire
48
de overconsumptie
la surconsommation
49
schitterend
lumineux, lumineuse
50
zijn gezicht laten zien
pointer le bout de son chez
51
in je buurt
autour de chez soi
52
een activiteit
une activité
53
een hulp
une aide
54
een mening
un avis
55
een (vrienden) groepje
une band (d'amis)
56
een geluid, lawaai
un bruit
57
de energie
l'énergie (f.)
58
een ervaring
une expérience
59
een handeling
un manuel
60
een mening
une opinion
61
een organisator, organisatrice
un irganisateur, une organisatrice
62
een product
un produit
63
een spot, projector
un projecteur
64
een technicus, technica
un technicien, une technicienne
65
favoriet
favori, favorite
66
technisch
technique
67
waarderen, appreciëren
apprécier
68
vaststellen, merken
constater
69
functioneren, werkenfoncionner
70
huren
louer
71
beloven
promettre
72
het bevalt me, ik vind het leuk
Ca me plait
73
een handje helpen
donner un coup de main
74
een bericht achterlaten
laisser un message
75
zijn hulp aanbieden
offrir son aide
76
naar mijn mening
à mon avis
77
met plezier
avec plaisir
78
met plezier
volontiers
79
een goed
un bien
80
een gemeenschap
une communauté
81
een (financiële) winst
un gain (financier)
82
een particulier
un particulier
83
een inkomen
un revenu
84
de ruil (handel)
le troc
85
een bedrog
une tromperie
86
erin slagen (te)
parcenir (à)
87
een beroep doen op
faire appel à
88
een blik verwerpen
jeter un coup d'oeil (sur)