frans woordjes en zinnen 2025 p2 Flashcards
23 mei 2025 so p2 (48 cards)
1
Q
boodschappen doen
A
faire les courses
2
Q
afmaken
A
finir
3
Q
besluiten
A
décider
4
Q
ik heb verloren
A
j’ai perdu
5
Q
een beetje
A
un peu
6
Q
sorry
A
désolé
7
Q
alleen
A
seul
8
Q
lief
A
gentil
9
Q
mogelijk
A
possible
10
Q
samen
A
ensemble
11
Q
ik ook
A
moi aussi
12
Q
niets
A
ne… rien
13
Q
misschien
A
peut-être
14
Q
de maand
A
le mois
15
Q
de supermarkt
A
le supermarché
16
Q
de appel
A
la pomme
17
Q
de gozer
A
le mec
18
Q
het boek
A
le livre
19
Q
het stripboek
A
la BD
20
Q
het spel
A
le jeu
21
Q
wat wil je kopen?
A
qu’est-ce que tu veux acheter
22
Q
ik zoek een cadeau voor Lucas
A
je cherche un cadeau pour Lucas
23
Q
gaan we naar mode&co
A
on va à mode&co
24
Q
oke! laten we gaan!
A
d’accord on y va
25
de mode
la mode
26
het voorbeeld
l'exemple
27
het verschil
la différence
28
het ding
la chose
29
de grap
la blague
29
het merk
la marque
30
de spijkerbroek
le jean
31
de rok
la jupe
32
het overhemd
la chemise
33
de hoed
le chapeau
34
eigen
propre
35
vreselijk
terrible
36
origineel
original
37
zwart
noir
38
grijs
gris
39
minder
moins
40
genoeg
assez
41
het hangt er vanaf
Ça dépend
42
ik wil
je veux
43
gebruiken
utiliser
44
waar houdt hij van?
qu'est-ce qu' il aime?
45
hij houdt van sport en videogames
il aime le sport et les jeux vidéos
46
wat vind hij leuk om te dragen?
qu'est-ce que il aime porter?
47
hij draagt vaak gympen met een t shirt
il porte souvent des baskets et une t shirt