Fysica - Magnetisch veld rondom een stroom (samenvatting vakmap) Flashcards

(22 cards)

1
Q

Hoe zijn de magnetische veldlijnen van een rechte stroomvoerende geleider?

A

concentrische cirkels met de draad als middelpunt en gelegen in vlakken loodrecht op de draad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kan je de zin van de veldlijnen ve rechte stroomvoerende geleider onthouden?

A

1e regel vd rechterhand:
- geleider omknellen met R-hand
- duim wijst in conventionele stroomzin
- kromming van je vingers = zin vd veldlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan je de grootte vh magnetisch veld B op een afstand r ve draad met stroom I berekenen?

A

met de formule:

B = µ * I/2pir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe groter I, hoe … B in een bepaald punt.

A

groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe groter r, hoe … vd draad, hoe … B.

A

verder - kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de constante µ?

A

de permeabiliteit vd middenstof
-> hangt af vd stof die zich rond de draad bevindt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe groter µ, hoe … het magnetisch veld.

A

groter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel bedraagt de permeabiliteit vo vacuüm?

A

µ_0 = 1,257 * 10^-6
in Tm/A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je de relatieve permeabiliteit?

A

µ_r = µ/µ_0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer spreek je van een winding?

A

Als je met een geleider een lus vormt of hem 1maal rond een cilinder wikkelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat creëert een stroom door een winding?

A

een magnetisch veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe staan de magnetische veldlijnen ve stroomvoerende winding tov de winding?

A

die staan loodrecht op de winding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan je de zin vd veldlijnen rond een stroomvoerende winding onthouden?

A

met de 2e regel vd R-hand:
- krom je vingers v je R-hand volgens de stroomzin
- duimt wijst id zin vd veldlijnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer spreek je van een spoel?

A

als je met een geleider rond bv een pvc-buis wikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer spreek je van een solenoïde?

A

Als de lengte vd spoel groot is tov de doorsnede ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor magnetisch veld heb je in een stroomvoerende spoel?

A

een homogeen magnetisch veld

17
Q

Hoe bereken je de grootte vh magnetisch veld B in het middelpunt ve cirkelvormige winding met straal r en stroom I?

A

met de formule:

B = µ * I/2r

18
Q

Hoe vind je de zin vd veldlijnen in een stroomvoerende geleider?

A

met de 2e regel vd R-hand:
- krom je vingers v je R-hand volgens de stroomzin
- duimt wijst id zin vd veldlijnen

19
Q

Hoe bereken je de grootte B vh magnetisch veld ve stroomvoerende geleider?

A

met de formule:

B = µ * I(i)*N/l(L)

20
Q

Welke apparaten vallen er onder een relais?

A

apparaten die via een stuursignaal een elektrische verbinding tussen 2 of meer punten tot stand brengen.

21
Q

Wat is een relais?

A

een bediende schakelaar door een elektromagneet die een aantal schakelcontacten kan openen of sluiten

22
Q

Uit wat bestaat een relais? (4)

A
  • elektromagneet: spoel met Uvormige kern
  • anker: plaatje weekijzer dat aangetrokken wordt door de elektromagneet
  • 1 of meer contacten
  • veermechanisme