Fysiologie vragen Flashcards

(46 cards)

1
Q

Welk tumulus gedeelte van het nefron wordt gekenmerkt door een borstelzoom die voor oppervlakte vergroting zorgt van het apicale membraan?

A

proximale tubulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke structuren behoren tot het juxtaglomerulaire apparaat?

A

Macula densa, epitheloide cellen, extraglomerulaire mesangiumcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke structuur van de nier bevinden zich het pariëtale blad en het viscerale blad van het kapsel van bowman?

A

Nierlichaampje // Nefron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke hormonen hebben een effect op de ereabsorptie van natrium ionen en water door de principal cells van de verzamelbuizen van de nier?

A

Aldosteron en ADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat heeft constrictie van de efferente arteriole voor effect?

A

Dit kan leiden tot een stijging of een daling van de glomerulaire filtratiesnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Vergeleken met de concentratie in het bloedplasma, heeft ureum in de voorurine (die de proximale tubulus verlaat) een hogere concentratie. Hoe komt dit?

A

Doordat ureum door de proximale tubulus epitheelcellen wordt gereabsorbeerd maar met minder hoge snelheid dan water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welke renale structuur is het verschil tussen de osmolariteit van de tubulaire vloeistof gedurende maximale verdunning en maximale concentrering het grootst?

A

Aan het einde van de modulaire verzamelbuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mensen met een dubbelzijdige stenose in de arteria renalis hebben verhoogd risico op nierschade door ACE-remmers. Via welk mechanisme treedt deze schade op?

A

Bij een dubbelzijdige nierarterie stennes is het handhaven van de glomerulaire perfusiedruk afhankelijk van de aanwezigheid van angiotensine. De ACE-remmer remt de vorming van angiotensine, waardoor de glomerulaire perfusiedruk afneemt en de glomeruli beschadigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de belangrijkste functie van podocyten?

A

Aanmaak van de lamina basalis die functioneert als filtratiemembraan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaruit bestaat de wand van het dunne deel van de lis van Henle?

A

Plaveiselepitheel zonder borstelzoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Epitheloide cellen van het juxtaglomerulair apparaat bevatten veel secretiegranula. Welke stof bevind zich hierin?

A

Renine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvan is renale glucose transport afhankelijk?

A

afhankelijk van cationen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke anatomische relatie berust het regale counter current mechanisme?

A

Relatie tussen de loop van Henle en vasa recta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke vorm van diuretica is het risico op hypokaliemie het grootst?

A

Thiazidediuretica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar staat GFR voor en wat zegt het

A

Glomerulaire filtration rate: maat voor nierfunctie.

Plasmavolume dat per tijdseenheid de glomerulaire filter passeert. normaal is 180 L per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de juiste term voor het plasmavolume dat de stof aanvoert in dezelfde snelheid als waarmee dezelfde stof in de urine wordt uitgescheiden?

A

de klaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Het lichaam heeft verschillende aanpassingsmechanismen wanneer het bloedvolume kwijtraakt. Bij hoeveel procent wordt de keukenzoutbalans aangepast?

Wat gebeurd er wanneer er een hoger percentage van het bloedvolume kwijt geraakt wordt?

A
  1. 10%

2. Verhogen van de afgifte van antiduretisch hormoon ADH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe bereken je de plasma osmolaliteit?

A

2x na + ureum + glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Op het moment dat iemand de helft van zijn glomeruli kwijt raakt. Wat gebeurd er dan met de hoeveelheid ureum in het plasma volume?

A

De hoeveelheid plasma volume bevat nu meer ureum om dat er minder plasma van ureum ontdaan wordt doordat er een afname is van glomeruli

20
Q

Waar grijpt een liddiuretica aan?

A

Natrium kalium chloride co transporter (NNC)

21
Q

Regulatie van de extracellulaire zuur-base balans hangt af van

A

berust ten dele op regulatie van de bicarbonaat excretie

22
Q

Noem 2 nierziektes die immuuncomplex gemediteerd zijn:

A

Post-infectieuze glomerulonefritis & Lupus nefritis

23
Q

Welke 2 nierziektes worden gekenmerkt door podocytenschade?

A

Membraneuze glomerulopathie & post infectieuze glomerulopathie

24
Q

Wat kan prerenale acute nierinsufficientie veroorzaken?

25
Noem 3 oorzaken van acute interstitial nefritis
Leptospirose, sarcoidose, cellulaire afstoting in het niertansplantaat
26
Patiënt heeft verlaagd complement C3 en antistoffen tegen dubbelstrengs DNA, Welke ziekte-syndroom heeft zij?
SLE
27
Welk medicament is gecontraindiceerd bij een GFR onder de 20ml/min?
Metformine
28
Noem 3 dingen die passen bij HUS
verhoogd LDH, fragmentocyten, trombopenie
29
Nefrotisch syndroom gaat gepaard met verlies van groot aantal lichaamseiwitten in de urine. Welke complicaties worden in kans verhoogd?
Verhoogde kans op trombose & infecties & hypothyreoïdie
30
Lisa is 14 jaar heeft een keel ontsteking gehad. Komt nu met hoofdpijn en cola kleurige urine, beetje oedeem aan enkels. Ery: +++, eiwit: +++. beetje proteïnurie. Bloeddruk: 140/90 mmHG. Wat is meest waarschijnlijke diagnose?
Post infectieuze glomerulonefritis
31
Rosa heeft donkerkleurige urine en klaagt over hoofdpijn. Sinds 2 dagen ook keelpijn. Vorig jaar ook een periode met donkere urine mee gemaakt. Bij onderzoek beetje oedeem aan enkels. RR 140/90 mmHg. Ery: +++ eiwit: +++ .
IgA nefropathie
32
Jimmy 3 jaar, presenteert zich met gegeneraliseerd oedeem na een verkoudheid. zijn scrotum hangt tot aan zijn knieën. Lab: krat 28 mcmil/l, ablumine 12g/L, urine er +,eiwit +++. Wat is diagnose?
nefrotisch syndroom > minimal change
33
Sanne 5 jaar, heeft sinds een paar dagen rode niet wegdrukbare vlekken op de onderbenen. Ze klaagt over haar gewrichten en buik. Haar urine is Cola kleurig. Lab: serum: kreatinine 50umol/L, albumine 30g/L urine: ery: +++, eiwit: ++ Wat is diagnose?
Ziekte van Henoch Schonlein
34
jan, 13 jaar heeft een meningitis. Hij krijgt antibiotica IV en ruim vocht. de volgende dag klaagt hij over hoofdpijn. Temp: 38 graden RR: 110/60 mmHg Goed gecirculeerd. ``` Lab: Serum: Na 126 mmol/L K 4,3 mmol/L creatinine 55 umol/L ``` Urine: Na 180 mmol/L K 45 mmol/L osmol 800 mosm/kg Wat is waarschijnlijke diagnose?
SIADH | bij hyponatremie
35
In hoeveel procent van de gevallen recidiveert minimal change nefrotisch syndroom?
meer dan 70%
36
Nefrotisch syndroom kenmerken
oedeem, hypoalbuminemie, proteinurie, hyperlipidemie
37
Nefritisch syndroom kenmerken
nier insufficientie (kreatinine hoog), hypertensie, hematurie, beetje proteinurie
38
Is minimal change nefrotisch syndroom selectief proteinuria of a-selectief?
selectief
39
ECG bij dialyse patiënt. Welke afwijkingen kunnen er worden gezien bij iemand met een hyperkaliemie?
spitse t toppen en verbrede qrs-complexen
40
welke laboratorium afwijking past bij chronisch nierfalen?
Hyperfosfatemie
41
Welke bevinding past het beste bij vroege fase van diabetische nefropathie?
Microalbuminurie
42
Welk glucose verlagend middel is niet geschikt voor patiënten met een diabetische neuropathie met cartonnen klaring < 30 ml/min?
Methformine
43
Hoe kan men typische HUS differentieren van a typische HUS?
aantonen van verotoxine in het bloed, diarree
44
er wordt tabulo interstitiele nefritis gediagnosticeerd. Welke afwijkingen heeft de patholoog in het nierbiopt gezien?
Beschadigde tubulii, tubulitis, onttrekking in het interstitium
45
Welke 2 nierziekten worden door imuuncomplexen gemediteerd?
postinfectieuze glomerulonefritis & IgA nefropathie
46
Welke bevinding in nierbiopt past bij membraneuze glomerulopathie:
immuuncomplex afzetting onder de podocyten