Geneeskunde 3A2 HC week 8 Flashcards
(71 cards)
Waar is intra-uteriene groei afhankelijk van?
Maternale factoren, foetale factoren, functie patiënten. Insuline achtige groei factor (IGF) I + II.
Welk percentage van groei is genetisch bepaald?
80%
Wat is de groeispurt in de puberteit bij meisjes en jongens en waardoor wordt deze beïnvloedt?
Meisjes: 20-25 cm. Eerder dan bij jongens.
Jongens: 25-30 cm
-> groeihormoonproductie onder invloed van geslachtshormonen
Hoe is de groei van kinderen?
Proliferatie en hypertrofie kraakbeencellen + uitscheiding van ECM door uitgerijpte kraakbeencellen -> endochondrale ossificatie -> lengtegroei
Waardoor wordt de groei beïnvloedt?
- Hormonen
- Genen
- Voeding
- Chronische ziekte
- Medicatie
Wat zijn primaire groeistoornissen?
- Verstoorde regulatie groeischijf
- Mutaties in genen met rol in cellulaire processen, paracriene signalen, ECM
- SGA (small for gestational age) geboorte zonder inhaalgroei
Wat zijn secundaire groeistoornissen?
- Invloed van buiten op groeischijf
- Endocriene stoornissen, chronische ziekte, onder/overvoeding
Wat zijn idiopathische groeistoornissen?
- Familiair/niet familiair
- Langzame of snelle groei van onbekende origine
= 80% van de verwijzingen
Welke soorten primaire groeistoornissen zijn er?
Zonder/met milde dysmorfe kenmerken:
* Monogenetische afwijkingen
* Vaak gepaard met disproportie
Met dysmorfe kenmerken/syndromaal:
* Chromosoom afwijkingen: Turner
* Epigenetische afwijkingen: genmutaties, methyleringsdefecten, uniparentale disomie
Vroege afbuiging met stabiele lengtegroei tot aan puberteit
Welke soorten secundaire groeistoornissen zijn er?
Endocriene stoornissen:
* Geïsoleerde of multipele hormoonuitval
* Overmaat aan cortisol
Chronische ziekte in orgaansystemen: hartafwijkingen, nierziekten, darmziekten
Iatrogeen: glucocorticoïden, bestraling
Emotionele deprivatie
Malnutritie
Aanvankelijke normale groei gevolgd door afbuiging
Waar is groeihormoon en IGF-I essentieel voor:
- Lengtegroei, direct effect en mn via stimulatie productie IGF-I
- Botdichtheid
- Balans spier en vetmassa
- Cardiovasculaire gezondheid
Wat gebeurt er bij een groeihormoon deficiëntie?
- Kleine lengte met meestal progressieve afbuiging: zichtbaar na 1e 6-12 maanden
- Vertraagde botrijping en daardoor achterlopende skeletleeftijd
- Meer vet, minder spiermassa
Waar zorgt het schildklierhormoon voor in de groei/ontwikkeling?
- Lengtegroei
- Hersengroei/neurologische ontwikkeling
- Stofwisseling: thermogenese, aminozuur en vetmetabolisme
Wat is het resultaat van een te hoog cortisol?
- Cushing
- Blootstelling teveel cortisol: afbuigende lengtecurve met toename gewicht tot obesitas, emotionele/gedragsproblemen, moeheid, spierzwakte.
- Overproductie cortisol door: ACTH producerende tumor in hypofyse, cortisol producerende tumor in bijnier, iatrogeen
Welke anamnesevragen stel je bij kleine lengte?
- Medische voorgeschiedenis
- Medicatie
- Ontwikkeling
- Psychosociale anamnese
- Uitgebreide tractusanamnese
- Voedingsanamnese
- Familie anamnese
- Reconstructie lengte en gewichtscurve
Welk lichamelijk onderzoek doe je bij kleine lengte?
- Lengte, gewicht, hoofdomtrek, tensie
- Zithoogte, spanwijdte
- Lengte van ouders meten
- Dysmorfe kenmerken
- Algemeen intern LO
- Puberteitsstadium (incl testisvolume)
Welk aanvullend onderzoek doe je bij kleine lengte?
Bij verdenking stoornis GH-IGF-I as:
- GH stimulatie testen:
* Clonidine en/of arginine
* Beide testen kunnen op 1 dag
* Priming bij meisjes > 8 jaar en jongen > 9 jaar
- Combinatie van IGF-I waarde en oploop GH tijdens testen:
* Groeihormoondeficiëntie
* Groeihormoonresistentie
X-hand
Wat is de Beighton score?
testen hoe hypermobiel een kind is. Bij 7 punten of meer bij kind denken aan hypermobiliteit.
Welk genetisch onderzoek doe je bij kleine lengte?
- SNP array of karyogram bij vrouwen met kleine lengte
- SNP array bij mannen met ontwikkelingsproblemen en/of dysmorfieën
- NGS genpanel analyse: kleine lengte (19 groeigerelateerde genen)
- Uitgebreidere NGS panel voor: groeistoornissen incl skeletdysplasie
- Methyleringsonderzoek
- WES en WGS: ontwikkelingsproblemen en/of dysmorfe kenmerken
- Alleen door klinische geneticus
Wanneer spreek je van perinataal? En perinatale sterfte?
AD 22 weken tm 28 dagen postpartum -> perinatale sterfte = doodgeboortee of sterfte 22w tm 28 d postpartum = 7,8/1000
Wat zijn oorzaken van perinatale sterfte?
- Prematuriteit
- Dysmaturiteit
- Aangeboren afwijkingen
- Placenta-afwijkingen
- Infecties
- Lage APGAR-score
Welke twee soorten onderzoeken kan je als patholoog doen bij foetus of neonaat?
Post mortem: onderzoek van placenta, obductie van foetus of neonaat
Ad vitam: onderzoek van elk weefsel dat noodzakelijk wordt geacht door de behandelend arts.
Wat zijn voorbeelden van placentapathologie?
- Te laag gewicht/insufficiëntie
- Terminale villus deficiëntie
- Pre-eclampsie
- Solutio placentae
- Intra-uteriene infecties
- Chronische histiocytaire intervillositis
- Navelstrengproblemen
Waaruit bestaat een normale a terme placenta?
- Intervilleuze ruimte (moeder)
- Chorionvlok (foetus)
- Trofoblast
- Vasculosyncitiële membraan
- Fibrine