Gérer le stock Flashcards

1
Q

omschrijving

A

désignation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bedrag

A

montant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

onderbreking

A

rupture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aanpassen

A

modifier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de leveringswijzen

A

les modalités de livraison

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een nieuwe keuze maken

A

reporter son choix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

echter

A

cependant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

passen

A

convenir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een tegenslag

A

un contretemps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wachten op instructies

A

attendre des instructions

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

raadplegen

A

consulter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een grote vraag

A

une forte demande

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

uitgeput

A

épuisé

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de gevraagde leveringstermijnen

A

les délais de livraison demandés

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

uitvoeren

A

effectuer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

laatste

A

dernier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

een groot succes

A

un grand succès

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

niet kunnen

A

ne pas pouvoir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bestel

A

ordre

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

volgende

A

prochain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

niet beschikbaar

A

en rupture de stock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

stuur ze naar u

A

vous les envoyer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

voorbij

24
Q

zorgen voor

25
bestelling
commande
26
niet in staat zijn om grote behoefte
ne sommes pas en mesure
27
huidige
courant
28
bereikt
parvenu
29
vervangen
remplacer
30
vernieuwd
renouvelé
31
aan het winkelmandje toevoegen
ajouter au panier
32
de computer aanzetten
allumer l’ordinateur
33
op de knop klikken
cliquer sur le bouton
34
online bestellen
commander en ligne
35
de bestelling vestigen
confirmer la commande
36
het online shoppen verderzetten
continuer le shopping en ligne
37
een account aanmaken
créer un compte
38
het paswoord invoeren
entrer le mot de passe
39
het venster afsluiten
fermer la fenêtre
40
een promotiecode ingeven
introduire un code promotionnel
41
de bestelling wijzigen
modifier la commande
42
de bestelling plaatsen
passer la commande
43
de bestelling verwijderen
supprimer la commande
44
de bestelling bevestigen
valider la commande
45
waarborgen
assurer
46
verzenden
expédier
47
gedeeltelijk
partiel
48
een bevoorrading
un approvisionnement
49
beschikbaar
disponible
50
onvoldoende voorraad hebben
être en rupture de stock
51
opnieuw samenstellen
reconstituer
52
hernieuwen
renouveler
53
het uitstel
le report
54
het geval van overmacht
le cas de force majeure
55
zonder tegenbericht
sauf contrordre