GESCH C, C2, C3 Flashcards

1
Q

welvaartsstaat

A

de overheid zorgt voor een sociaal vangnet voor mensen die het financieel moeilijk hebben + welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Dieren of mensen afzonderen zodat ze anderen niet kunnen
besmetten

A

quarantaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Een microscopisch klein organisme waarvan er op en in ons
lichaam miljarden voorkomen.

A

bacterie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een middel dat men toedient om dieren of mensen te
beschermen tegen een ziekte

A

vaccin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Een manier om de evolutie van aantallen (stijging, daling) visueel
voor te stellen

A

grafiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een nog kleiner organisme dat geen nuttige bijdrage levert
voor de gezondheid en meestal zelfs schadelijk is.

A

virus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een virus dat vernoemd is naar de uitstulpingen die aan een
kroon doen denken

A

corona

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een ziekte die zich snel op een grotere schaal verspreidt

A

Epidemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een ziekte die zich snel op wereldschaal verspreidt

A

pandemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Via besmette speekseldruppel(tje)s infecteren de pestbacteriën
de longen. De pestlijder hoest schuim en bloed op. Ademhalen
wordt moeilijk.
De pestbacteriën

A

longpest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De pestbacteriën dringen het lymfesysteem binnen. Via de
lymfevaten bereiken ze de lymfeklieren. Die ontsteken, zwellen
op, gaan etteren en bloeden. De infectie leidt uiteindelijk tot het
falen van de organen, met de dood tot gevolg.

A

builenpest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De pestbacteriën dringen binnen in de bloedbaan en vergiftigen
het bloed. Onderhuidse bloedingen veroorzaken paarse, bijna
zwarte vlekken.

A

zwarte pest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In welk jaar duikt de ziekte voor
het eerst op in Europa?

A

In 1347

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is braakland?

A

Een stuk grond dat niet bezaaid is door de landbouwer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe weten de boeren in de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd dat ze gewassen het best
afwisselen?

A

Ze leren het door jarenlange ervaring of van vader op zoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ploegen:

A
  • schuifploeg/zoolploeg
  • karploeg
17
Q

Welk werktuig gebruiken de mannen?

A

Graan dorsen met een dorsvlegel

18
Q

De lestekst bespreekt de oorzaken van de productiestijging. Kun jij enkele gevolgen bedenken?
Noteer er twee.

A

De bevolking zal groeien. Door de overschotten hoeft niet iedereen als boer te
werken. Voedseloverschotten worden verkocht op de markt. Sommige boeren worden
handelaars of specialiseren zich in een beroep