Geschiedenis v/h econ. denken Flashcards
(45 cards)
Wat is ceteris paribus?
Alle overige omstandigheden blijven gelijk
Wat is stationary state?
Economische stagnatie met een winstvoet en rentestand van 0, waarbij lonen nauwelijks boven bestaansminimum uitkomen
Grieken en scholasten:
Wat dachten zij van inkomensverdeling?
Inkomen naar maatschappelijke functie en status
Grieken en scholasten:
Wat dachten zij van prijzen?
Voldoende om kosten te dekken en gekoppeld aan maatschappelijke waardering van het goed
Grieken en scholasten:
Wat is de waardeparadox?
Goederen met een hoge gebruikswaarde hebben soms een hele
lage ruilwaarde
Grieken en scholasten:
Wat zijn enkele kenmerken van die economische tijd?
o Voortbrengen goederen en diensten voornamelijk door slaven.
o Goede leven voor hen die Griek zijn en tot het mannelijk geslacht
behoren.
o “Kunst van het huishouden”
o Prijsvorming en inkomensverdeling via instituties.
Grieken en scholasten:
Wat is het onderscheid tussen gebruikswaarde en ruilwaarde bij Aristoteles?
o Gebruikswaarde
Bepaald door het nut van een product
▪ Nut neemt meer toe bij schaarse goederen
o Ruilwaarde
De prijs
▪ Mag niet afwijken van de gebruikswaarde, anders winst
* Winst is een niet natuurlijke bron van inkomsten
Wat is de visie van Thomas v. Aquino t.a.v. de verdelende en de ruil- rechtvaardigheid?
o Van Aguino was niet tegen allocatie via de markt, maar dit mocht niet de
ideale en rechtvaardige orde verstoren.
- Het inkomen wordt verdeeld naar maatschappelijke functie
en status. - De prijs moet enerzijds de kosten dekken, anderzijds
bepaald de maatschappelijke waardering een rol in de
prijsvorming.
Wat waren de belangrijkste elementen van het scholastisch denken?
o Marktverkeer wordt geaccepteerd maar wel regels:
▪ Rechtvaardige prijs is resultaat van vraag en aanbod
* Vraag: nut en marktwaarde
* Aanbod: kosten
▪ Eerste levensbehoefte via overheid
o Rente is toegestaan, maar het mag niet voortkomen uit winstbejag.
Wat betekent het Mercantilisme?
o Begrip afgeleid van het woord mercator (koopman).
o Stroming binnen het economisch denken in de 16e t/m 18e eeuw
o Voor handel en nijverheid ter bevordering macht en rijkdom staat
Wat is de hoofdveronderstelling van het mercantilistisch denken?
- Geld is essentieel voor machtspositie van de staat
- Extreme stroming: Hoe meer geld, hoe rijker
- Gematigde stroming: Geld is smeer- en stimuleringsmiddel voor productie - Hoeveelheid goederen en hulpbronnen in de wereld is statistisch gegeven.
Wat zijn 3 manieren waarop mercantilisme een overschot op de handelsbalans kon worden bereikt?
- Tegengaan van import
- Export bevorderen
- Verbod uitvoer edelmetalen
- Monopolisering buitenlandse handel
Wat is een denkfout in het mercantilistisch denken en wat zijn de gevolgen?
o Vergroting geldhoeveelheid leidt tot prijsstijgingen
▪ Export bemoeilijkt (duurder voor het buitenland)
▪ Import gestimuleerd (goedkopere producten buitenland)
Wat zijn fysiocraten?
▪ Economische school die de relatie tussen productie en verdeling aan onderzoek onderwerpt. Verondersteld dat er in navolging op
natuurkunde wetmatigheden te ontdekken zijn.
Wat is de tableau économique?
Macro economisch kringloopmodel van Quesnay
Wat betekent classe productive?
Landbouw
Wat betekent classe sterile?
Handel en nijverheid
Wat betekent classe propiétaire
De grondeigenaren
Productiesurplus
Productieoverschot
Impót unique
Enkelvoudige belastingheffing op pachtinkomens, geen belasting op landbouw en handel
Geef een korte beschrijving van het economisch systeem van de fysiocraten (zoals in tableau économique)
- Landbouw
Vormt de basis voor iedere economie - Handel en nijverheid
Productieve bijdrage nuttig, geen overproductie - Grondeigenaren
Adel en geestelijken
Wat zijn twee factoren die de ontwikkeling van het productie- en verdelingsproces konden bedreigen en hinderen? (fysiocraten)
- Uitbuiting landbouwsector
- Te hoge pachten
- Mercantilistische regels die landbouwprijzen kunstmatig laag maken ter bevordering van export - Oppotten van grondeigenaren
- Minder continuïteit productie
Wat zijn twee voordelen van impôt unique en waarom kwam deze niet in Frankrijk vóór de revolutie?
- Goedkope inning.
- Door één soort belasting is het innen goedkoper en eenvoudiger - Ongestoord laten productie- en verdelingsproces
- Landbouwsector vormde economisch draagvlak andere sectoren
De adel was tegen deze heffing.
Waarin verschilt Turgot van de overige fysiocraten?
o Turgot stelde naast landbouw ook de nijverheid en handel als bouwsteen
voor economische vooruitgang
o Turgot vond dat oppotten kon, maar dat dit wel in investeringen moest
worden omgezet.