Gezondheid & Preventie Flashcards

(137 cards)

1
Q

Wat zijn de verschillende determinanten van lalonde?

A
Intern Milieu
Extern Milieu
   -fysieke omgeving
   -maatschappelijke omgeving
Leefstijl, gedrag
medische zorg en preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn gezondheidsvaardigheden?

A

Het verkrijgen, begrijpen, beoordelen en toepassen van informatie over gezondheid.

  • Complexe vaardigheden die bepalen of mensen hun weg kunnen vinden in de gezondheidszorg
  • Verwerven van info over gezondheid
  • Begrijpen, beoordelen en gebruiken van die info om gezondheid gerelateerde beslissingen te nemen
  • Voorwaarde voor gezond gedrag en zelfmanagement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg de determinant leefstijl en gedrag uit.

A

Met leefstijl wordt een combinatie van gedragingen bedoeld, die gerelateerd zijn aan gezondheid. Onder de gezondheidsdeterminant leefstijl vinden we voedingsgewoonten, bewegingspatroon, het omgaan met stress, alcoholgebruik, het omgaan met relaties en persoonlijke zingeving, enzovoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is BRAVVO?

A
Beweging
Roken
Alcohol
Voeding
Veilig vrijen 
Ontspanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de beweegrichtlijnen voor volwassenen en kinderen?

A

Ouderen:
150 min. per week matig of zwaar intensief
2x per week bot-spier versterkende activiteiten.

Kinderen
1 uur per dag matig of zwaar intensief
3x per week bot-spier versterkende activiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke belangrijke relaties heeft voeding met betrekking tot gezondheid?

A
Cariës
Overgewicht 
obstipatie
jodiumtekort ondergewicht
hypertensie
bepaalde hart- en vaataandoeningen
alcoholoische levercirrose
maag- en slokdarmkanker
relatie met verkeersongevallen
chronische ziekten
geestelijke en sociale problemen
vruchtbaarheid neemt af
problemen mbt zwangerschap en ontwikkeling kind
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor gezondheidsproblemen geeft roken?

A

Belangrijkste oorzaak van sterfte en ziekte
longkanker (85%)
COPD (80%)
Kanker in hoofd- halsgebied
hart en vaatziekten
tijdens zwangerschap - lager geboortegewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor problemen kan te weinig lichamelijke activiteit geven?

A
Coronaire hartziekten
DM 2
Osteoporose
Dikkedarmkanker
COPD
Beroerte
Depressiviteit
Borstkanker
Chronische gewichtsreuma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar kan sexueel risicogedrag toe leiden?

A
SOA's
HIV
ongewenste zwangerschap
seksueel misbruik
Urineweg misbruik?
Urineweginfecties
HPV Humaan Papillomavirus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel mensen heeft beperkte gezondheidsvaardigheden?

A

Een op de drie Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden. Dit betekent dat zij moeite hebben om informatie over gezondheid te verkrijgen, begrijpen en toepassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn consequenties voor mensen met minder gezondheidsvaardigheden?

A
Gezondheid minder goed
hoger sterfterisico
vaker spoedeisende hulp
vaker last van chronische ziekte
grotere druk op gezondheidsbudget
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe ga je om met een patiënt met weinig gezondheidsvaardigheden?

A

Eenvoudig taalgebruik
Wees je ervan bewust dat beperkte gezondheidsvaardigheden een rol kunnen spelen!
29-54% van de volwassenen in NL, hangt samen met opleidingsniveau.
Ongeveer 10% van de NL is laaggeletterd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke rollen heeft de vpk bij het stimuleren van zelfmanagement?

A

Coach
Behandelaar
Leraar
Poortwachter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is zelfmanagement?

A

Vermogen tot inpassen aandoening dagelijkse leven
om kunnen gaan met klachten, symptomen
- leefstijlaanpassingen doen
Optimale kwaliteit van leven nastreven
Bijstellen van levensdoelen
-inzicht in aandoening
-vaardigheden ontwikkelen, oplossen van eigen problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de kernelementen bij een relatie tussen zorgvrager en verpleegkundige?

A

Partnerschap
kennis delen
vertrouwen
respect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat staat centraal bij een relatie tussen zorgvrager en verpleegkundige?

A

Gezamenlijke besluitvorming
regie van de zorgvrager
uitgang: levensdoelen van de zorgvrager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de zes stappen van interventionmapping?

A
  1. gezondheidsanalyse
  2. definiëren gedragsdoelen
  3. methoden en theorieën
  4. ontwerp van gezondheidskundige interventie
  5. implementatieplan
  6. evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de vijf fases van gedragsverandering vanuit verpleegkundig perspectief?

A
Contact leggen met de groep
gedragsdeterminanten veranderen
gedragsverandering
gedragsbehoud (stabiliseren)
bevorderen van zelfmanagement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de competenties van de praktijkverpleegkundige?

A

Verleent verpleegkundige zorg aan patiënten met chronische aandoening
in opdracht van de huisarts verlenen van medisch inhoudelijke huisartsgeneeskundige zorg
protocol overstijgend
niet-patiëntgebonden taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke aandoeningen richt de praktijkverpleegkundige zich op

A
Hart en vaatziekten
Astma/ COPD
Diabetes mellitus
Ouderenzorg
oncologische zorg
palliatieve zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat cvrm?

A
Cardiovasculair risicomanagement 
Diagnostiek
Monitoren en behandeling
Follow up van risicofactoren
Inclusief:
Leefstijladviezen
Begeleiding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Biologische factoren hart- en vaatziekten

A

Leeftijd
Genetisch bepaald
geslacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat voor soort preventie is cvrm?

A

Primair en secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe worden cvrm patiënten in kaart gebracht?

A

Aan de hand van een risicotabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is gezondheidsbescherming?
Het opsporen en onschadelijk maken van negatieve invloeden op de gezondheid
26
Waar bestaat gezondheidsbescherming uit?
Wet en regelgeving gekoppeld aan inspectie en controle
27
Wat is het doel van gezondheidsbescherming?
Optimaliseren van de volksgezondheid
28
Welke punten vallen er allemaal onder gezondheidsbescherming?
``` Veiligheid en kwaliteit van drinkwater Veiligheid en kwaliteit van voeding veiligheid en kwaliteit van woon, leef- en arbeidsomgeving veiligheid in het verkeer veiligheid van consumentenproducten ```
29
Wat is collectieve preventie?
Gericht op het voorkomen van gezondheidsrisico's | voor de bevolking als geheel of voor grote groepen uit de bevolking
30
Wat zijn de doelstellingen van collectieve preventie?
Creëren van gunstige voorwaarden voor een gezond leven (letten op etenswaren, gezonde lucht) wegnemen van gezondheidsrisico's (verkeersregels, screenen) bevorderen van gezond gedrag (leefstijl) voorkomen van ziekten beperken van de gevolgen van ziekte door vroegtijdige opsporing
31
Hoe wordt er dmv collectieve preventie gunstige voorwaarden gecreëerd voor een gezond leven?
Door te letten op: etenswaren gezonde lucht
32
Hoe wordt er dmv collectieve preventie gezondheidsrisico's weggenomen?
door verkeersregels en screenen
33
Sinds wanneer is het RVP (rijksvaccinatieprogramma) er al?
1957
34
Wat is het rvp?
rijksvaccinatieprogramma, vaccinaties tegen infectieziekten, op vrijwillige basis.
35
waarom zijn er nog steeds uitbraken van infectieziekten?
95% rvp opkomst. Bijbelbelt lage vaccinatiegraad
36
Wat is de WPG (wet publieke gezondheid)?
Regelt de organisatie van de openbare gezondheidszorg De bestrijding van infectieziekte crises De isolatie van personen/vervoermiddelen die internationaal gezondheidsgevaren kunnen opleveren De jeugd- en ouderen gezondheidszorg
37
Wat is de rol van vpk binnen collectieve preventies?
JGZ verpleegkundige Seksueel verpleegkundige verpleegkundige TBC verpleegkundige infectieziekten
38
Voor welke leeftijden is integrale jgz?
0-19 jaar
39
welke verdeling in leeftijdscategorieën is er binnen JGZ?
0-4 jaar (consultatiebureau's) | 4-19 jaar (schoolartsendienst/GGD
40
Welke disciplines omvat de JGZ?
``` Artsen verpleegkundigen consultatiebureau-assistentes doktersassistentes orthopedagoog preventieve logopedist ```
41
Wie is verantwoordelijk voor de organisatie van JGZ?
de gemeente
42
Wat valt er allemaal onder de jeugdwet?
Zorg- hulp bij opvoedingsproblemen geestelijke gezondheidszorg, ook in het kader van jeugdstrafrecht zorg bij een lichte lichamelijke beperking Zorg bij een (lichte) verstandelijke beperking vervoer bij begeleiding en persoonlijke verzorging kinderbescherming en jeugdreclassering gesloten jeugdzorg
43
Wat valt er binnen het basistakenpakket van JGZ?
Monitoring en signalering het inschatten van de zorgbehoefte screeningen en vaccinaties voorlichting, advies, instructie en begeleiding onderkenning en beïnvloeding van gezondheid bedreigende factoren zorgsystemen, netwerken, overleg en samenwerking
44
Wat zijn typische problemen voor de zuigeligenperiode (eerste 12 maanden)?
Lichamelijke groei en ontwikkeling, taal, gehoor, visus, psycho-motorische ontwikkeling
45
Wat zijn typische problemen voor de peuterperiode (1-4 jaar)?
``` lichamelijke-, motorische-, cognitieveen emotionele ontwikkeling (o.a. angsten, slaapproblemen, gedragsproblemen, zindelijkheidsproblemen en opvoedingsproblemen ouders) ```
46
Wat zijn typische problemen voor de basisschoolperiode (4-12 jaar)?
``` lichamelijke groei en ontwikkeling (o.a. groeisnelheid en skeletproblemen/houding, zindelijkheid, slapen, gedrag, spraak/taal) • sociale ontwikkeling; (o.a. pesten/gepest worden, schoolfobie, geen aansluiting bij groep vinden) • cognitieve ontwikkeling (o.a. speciaal onderwijs) ```
47
Wat zijn typische problemen voor de adolescentie periode (12-19 jaar)
• lichamelijke ontwikkeling (o.a. lengtegroei, geslachtelijke ontwikkeling, rijpings-problemen bv acné, menstruatiestoornissen) • seksuele ontwikkeling (SOA, zwangerschap, gender-en identiteitsstoornissen) • Psychosociale en morele ontwikkeling (relatieproblemen, wegloopgedrag, voortijdig schoolverlaten, mishandeling/seksueel misbruik, verslaving, schoolcalamiteiten, psychiatrische problemen)
48
Welke bijzondere situaties zijn er te bedenken voor kinderen?
``` Chronisch zieke kinderen • Ernstig zieke en stervende kinderen • Kinderen met beperkingen • Kinderen met psychische problematiek • Kinderen van vluchtelingen, gevluchte kinderen • Buitenlandse adoptiekinderen • Het mishandelde kind ```
49
Wat omvat het programma van JGZ?
``` Gezond opgroeien JGZ Nederland en andere landen taken en verantwoordelijkheden (oa basistakenpakket) leeftijd gerelateerde problemen organisatie en financiering integrale JGZ ```
50
Waar geeft JGZ advies over?
Gezonde voeding | sociaal vlak en hoe een ouder daarin kan ondersteunen
51
wat voor factoren zorgen voor een verschil in opvoeding?
Verschil in status (economisch) Cultuur de persoon die het kind opvoedt (opa/oma, ouders, familie, etc.)
52
Wat is opvoeden?
“Een specifieke vorm van interactie tussen ouders en kinderen, waarbij gewoonten, vaardigheden en inzichten worden overgedragen die kinderen in staat moeten stellen om goed te functioneren in de maatschappij”.
53
Welke niveau's van voorlichting zijn er?
collectieve voorlichting groepsvoorlichting individuele voorlichting
54
Hoe wordt de voorlichtingsmethode bepaald?
``` Aansluiten behoefte van mogelijkheden inventarisatie behoefte voorlichtingsdoelen gericht op kennis en vaardigheden mondeling (effect)- activiteit patiënt ```
55
Wat is counceling?
Counseling is een effectieve vorm van hulpverlening waarbij er laagdrempelige gesprekken worden gevoerd met een counselor. Het doel van deze counseling sessies is dat er op een professionele manier gewerkt wordt aan het herstellen en weer in evenwicht krijgen van een cliënt of een relatie.
56
Wat is modelling?
ook wel model-leren, is een methode waarbij patiënten aan de hand van een voorbeeld iets leren.
57
Wat is motiverende gespreksvoering?
“Motiverende Gespreksvoering is een op samenwerking gerichte gespreksstijl die iemands eigen motivatie en bereidheid tot verandering versterkt.”
58
welke drie uitgangspunten heeft motivational interviewing?
Gelijkwaardige werkrelatie Oproepen wat de patiënt al weet en in zich heeft Respect voor de autonomie van de patiënt
59
Welke vier basistechnieken zijn belangrijk bij motiverende gespreksvoering?
Open vragen stellen reflectief luisteren bevestigen samenvatten
60
Voorbeelden van gezondheidsvaardigheden:
``` Voedingsgedrag alcohol- en drugsgebruik rookgedrag bewegingsgedrag seksueel gedrag ```
61
Wat wil een secundair verband van een gezondheidsprobleem en een leefstijl zeggen?
Bij een secundair verband zijn de gezondheidsproblemen primair voeding gerelateerd, maar daarnaast spelen andere gezondheidsdeterminanten een rol.
62
Wat is Double burden?
Combinatie van infectieziekten en niet-overdraagbare gezondheidsproblemen. Er zijn steeds meer infectieziekten en daarnaast zijn de niet-overdraagbare ziekten zeer persistent aanwezig onder de wereldbevolking.
63
Wat zijn voorbeelden van niet-overdraagbare ziekten?
Psychiatrische gezondheidsproblemen (depressies, psychosen, alcoholverslaving en obsessieve compulsieve stoornissen) cardiovasculaire gezondheidsproblemen kanker ongevallen
64
Wat zijn DALY's?
Disability-adjusted life years zijn een maat voor de totale last die ontstaat door ziektes. De maat is ontwikkeld door de Wereldgezondheidsorganisatie. De DALY meet niet alleen het aantal mensen dat vroegtijdig sterft door ziekte, maar meet ook het aantal jaren dat mensen leven met beperkingen door ziekte.
65
Rol van de verpleegkundige bij gezondheidsdeterminant leefstijl en gedrag
Aanzetten tot en aanleren van ander, gezonder gedrag. Gezondheidsvoorlichting en patiëntenvoorlichting. bevorderen van het zelfmanagement.
66
Wat is de endogene, persoonsgebonden gezondheidsdeterminant?
Hierbij gaat het zowel om fysiologische als psychische factoren die zich in de mens afspelen en invloed hebben op gezondheid of gezondheidsprobleem. Opgedeeld in genetische en verworven eigenschappen.
67
In welke twee factoren wordt de endogene gezondheidsdeterminant onderverdeeld?
Genetische, erfelijke en verworven eigenschappen.
68
Welke erfelijke factoren zijn er?
Afwijkingen in de genen (zitten in chromosomen) afwijkingen in chromosomen (verpakking) multifactoriële gezondheidsproblemen aanleg voor gezondheidsproblemen
69
Wat is een monogeen ziektebeeld?
Als het ontstaan van de ziekte op één geen geen berust
70
Wat zijn multifactoriële gezondheidsproblemen?
Waneer erfelijke factoren een rol spelen maar en daarnaast meer aan de hand is (3% van de bevolking) bijvoorbeeld: Gat in hart, open ruggetje
71
Waarom is de aanleg voor een ziekte van belang bij de endogene gezondheids determinant "erfelijke factoren"?
Er zijn gezondheidsproblemen die zijn ontstaan door interactie tussen genetische aanleg en exogene factoren.
72
Wat zijn verworven eigenschappen? | Noem een paar voorbeelden
``` Dit zijn interne eigenschappen die tijdens het leven zijn opgelopen. Hoge bloeddruk te hoog cholesterol overgewicht psychische ongezondheid veroudering ```
73
Wat is fatal complacency?
infectieziektes die een doodsoorzaak bij kinderen en volwassenen zijn
74
Wat is de reden voor fatal complacency als groeiend probleem?
Niet alle kinderen worden gevaccineerd. resistenties tegen geneesmiddelen een toenemend aantal nieuw geïnfecteerde personen ontstaan van nieuwe infectieziekten opflakkeren van cholera, difterie en tuberculose
75
Rol van de verpleegkundige bij endogene gezondheidsdeterminant?
Problemen signaleren en noodzakelijke zorg bieden mensen zo goed mogelijk bijstaan begeleiden in het leren accepteren van en omgaan met hun beperkingen waar mogeijk verergering van de klachten voorkomen juiste vervlechting van preventie en professionele zorg Gezondheidsbevordering en bevorderen van zelfmanagement
76
Wat is stap 4 van intervention mapping en wat is een belangrijke stap hier in?
ontwerp interventie - model of change
77
Wat doe je voornamelijk bij stap 1 van model of change, contact leggen met de patiënt(engroep)
``` Contact leggen risicoperceptie bevorderen zelfmanagement selectieve waarneming kan in de weg staan selectieve blootstelling ook ``` Risicoperceptie. Mensen onderschatten vak het individuele risico dat ze lopen. Benadrukken van stil staan bij individuele risico en kwetsbaarheid. Zelf aan het denken laten zetten. Doen door aan te sluiten bij bestaande kennis. Herhalen is goed.
78
Wat is selectieve waarneming?
Dat een patiënt niet gemotiveerd is om naar bepaalde informatie te luisteren
79
Wat is selectieve blootstelling?
dat een patiënt bepaald dat een voorlichtingsbericht niet voor hem bestemd is en niet oppikt door de situatie waar hij in zit.
80
Wat komt er kijken bij stap 2 van model of change, verandering van gedragsdeterminanten?
Een kritische voorstelling van het gewenste gedrag maken het gedrag evalueren in voordelen en nadelen, lange en korte termijn verbeteren zelfmanagement obstakels: -te veel informatie -gezondheidsoverwegingen -relatie tussen attitude en gedrag -centrale en perifere informatieverwerking
81
Wat is decisional balance?
Voor en nadelen op een rijtje zetten. voordelen op korte termijn moeten opwegen tegen de nadelen.
82
Hoe neemt je overtuigingskracht als vpk toe bij stap 2 van model of change (attitudechange)?
Boodschap sluit aan bij de leeftijd en normen en waarden argumenten zijn nieuw voor de patiënt argumenten tonen een duidelijk, causaal verband met gezondheidsprobleem op basis van evidence aangeven wat relatie tussen gezondheidsprobleem en leefstijl & gedrag is. kijken naar wat positieve opbrengst zou kunnen leveren.
83
Wat is een veelgemaakte fout van vpk bij attitudeverandering?
te veel informatie verstrekken. Kennisoverdracht alleen is niet voldoende. Alleen geschikt als basis.
84
Wat zijn overwegingen voor een attitudeverandering?
Sociale redenen | economische redenen
85
Wat is centrale informatieverwerking?
Als patiënten meer nadenken over het bericht en er stabielere veranderingen in attitude, sociale invloed, eigen-effectiviteit en/of gedragsverandering ontstaan.
86
Wat is perifere informatieverwerking?
Mensen die een andere benadering nodig hebben dan bij model of change om tot hetzelfde doel te komen.
87
Welke vier bronnen beïnvloeden de waargenomen gedragscontrole of eigen-effectiviteit?
Persoonlijke en vergelijkbare ervaringen observeren van anderen verbale overtuiging door anderen (werkt alleen als hij het heeft geprobeerd en het wordt bekrachtigd. de status van de patiënt
88
Wat zijn obstakels bij het verhogen van gedragscontrole of eigeneffectiviteit?
De aan te leren vaardigheden zijn zeer complex. Vaardigheden kunnen pijnlijk of tijdrovend zijn patiënt kan zijn capaciteiten overschatten.
89
Waardoor wordt de eigeneffectiviteit van ouderen van bewegingsgedrag voornamelijk door beïnvloedt? en bij volwassenen?
De perceptie van de fysieke capaciteit Bewegingsgedrag dat volwassenen in het verleden hebben vertoond.
90
Wat helpt om gedragsverandering te realiseren?
Verbeteren van de waargenomen gedragscontrole en gedragsverandering plannen van de gedragsverandering concrete stap om het zelfmanagement te verbeteren implementatie-intenties, actieplan positieve feedback doelen uitdagend en haalbaar gedragsverandering versus gewoonten en vergeten.
91
Wat is het mentaal simuleren van de implementatie-intentie?
De patiënt van te voren na laten denken over hoe hij de betreffende situatie wil hanteren.
92
Hoe kunnen gewoonten en vergeten worden doorbroken?
Met tijdelijke beloningen de patiënt uitnodigen na te denken over concrete acties die kunnen zorgen dat hij zijn goede voornemen om het gedrag uit te voeren in praktijk brengt. directe feedback de patiënt reminders laten gebruiken
93
Wat is het belangrijkste bij stabilisering van de gedragsverandering?
De patiënt moet hoogrisico situaties herkennen en mee leren omgaan.
94
Wat is de kern van de zorgtaak van de praktijkverpleegkundige?
Begeleiden en ondersteunen van patiënten bij het omgaan met (de gevolgen) van hun aandoening en hun beperkingen en het voorkomen van aandoeningen of complicaties. Complementair aan de functie van de arts, die vooral gericht is op het diagnosticeren en behandelen van klachten, ziekten en aandoeningen.
95
Wat zijn de positieve gevolgen van de gezondheidsdeterminant medische zorg & preventie?
Daling sterfte grotere kwaliteit van leven vroegtijdige zorg en behandeling
96
Wat zijn de nadelen gevolgen van de gezondheidsdeterminant medische zorg & preventie?
resistentie tegen antibiotica ziekenhuisinfecties bijwerkingen van geneesmiddelen
97
Wat is een voorwaarde voor goede geïntegreerde zorg of ketenzorg?
Aanwezigheid van een transmurale verpleegkundige, die door haar contacten met alle betrokken gezondheidszorginstellingen voor patiënten een oplossing op maat kan voorbereiden en begeleiden.
98
Waardoor neemt de zorgvraag van burgers toe?
Medicaliseren van levensproblemen | de burger van nu is vaker goed geïnformeerd over gezondheid en over de medische mogelijkheden die er zijn.
99
Wat zijn negatieve effecten (iatrogenese) van medische zorg?
resistentie tegen antibiotica ziekenhuisinfecties bijwerkingen van geneesmiddelen
100
Wat is een ander woord voor negatieve effecten van de medische zorg?
Iatrogenese
101
Rol van vpk bij gezondheidsdeterminant medische zorg en preventie?
Signalerende taak, gericht op de behoefte van de patiënt aan medische zorg en preventie.
102
Door wie wordt de warenwet uitgevoerd?
Keuringsdienst van waren
103
Wat zijn doelstellingen van openbare gezondheidszorg?
het vergroten van de gezondheid van mensen | het verkleinen van gezondheidsverschillen
104
Openbare gezondheidszorg wordt aangeboden in de vorm van:
collectieve preventie gezondheidsbevordering gezondheidsbscherming
105
Wat zijn de 4 criteria van infectieziekten?
1 de ziekte of besmettelijkheid is van dien aard dat maatregelen nodig zijn om verspreiding te voorkomen 2 het betreft een infectieziekte die behoort tot de zogenoemde quarantai-nabele ziekten (aangewezen door de WHO) of valt onder internationale surveillance 3 met het systematisch verzamelen van informatie kan inzicht worden verkregen in het vóórkomen van de ziekte 4 het betreft een besmettelijke ziekte die directe actie ter bescherming van de volksgezondheid noodzakelijk maakt.
106
Welke catergorieën van infectieziekten zijn er?
A Alle 4 de criteria B Alleen niet criterium 4, gevaar voor volksgezondheid C Alleen criterium C, verzamelen van informatie om inzicht te krijgen in vóórkomen van de ziekte
107
Hoe snel moet de melding van infectieziekten worden gedaan per categorie?
A - onverwijld B - 24h C - 7 dagen
108
Wat is surveillance
Verzamelen van gegevens met betrekking tot infectieziekten, dat vervolgens wordt geanalyseerd.
109
Wat is bron- en contactonderzoek?
Gericht zieken op individueel niveau naar de persoon die als bron van de ziekte is aan te wijzen. Vervolgens wordt gezocht naar de personen waar deze persoon contact mee heeft gehad.
110
Wat is centripetaal onderzoek?
Men gaat ui van een persoon met de infectieziekte en wil de bron opsporen
111
Wat is centrifugaal onderzoek?
Men gaat uit van de bron, om van daaruit andere personen die besmet kunnen zijn op te sporen.
112
Wat is fout positief? en Fout negatief?
Fout positief wordt aangewezen als houder van de ziekte, terwijl dit onjuist is. Fout negatief heeft de persoon de ziekte, maar wordt dit niet aangegeven in de test.
113
Wat is sensitiviteit?
Sensitiviteit geeft het percentage werkelijk zieke personen weer dat door de screening wordt opgespoord.
114
Wat is specificiteit?
Percentage werkelijk gezonde personen dat door de test als zo wordt aangegeven.
115
Wat is de determinant fysieke omgeving en maatschappelijke omgeving?
De fysieke omgeving bestaat uit chemische factoren (bestrijdingsmiddelen, geneesmiddelen, etc.) met een mogelijk negatief effect op de gezondheid
116
Op welke manieren kan er voorlichting worden gegeven gericht op vaardigheden?
Kennis geven demonstratie (voordoen-film) instructie (zelf doen) - aanwijzingen oefenen - feedback geven
117
Welke methoden van voorlichting zijn er gericht op gezondheidsgedrag?
Gespreksvoering counseling modelling motiverende gespreksvoering
118
Welke soorten gespreksvoering zijn er bij voorlichting?
Individueel - stappenreeks gedragsvoorlichting groepsgesprek discussie
119
Welke soorten hulpmiddelen zijn er bij voorlichting?
Schriftelijk Audiovisueel Multimediaal Demonstratiemateriaal
120
Wat zijn schriftelijke hulpmiddelen bij voorlichting?
boeken, folders, stencils
121
Audiovisuele hulpmiddelen bij voorlichting?
tekeningen, foto’s dia’s dvd-films, cd’s
122
Multimediale hulpmiddelen bij voorlichting?
internet, e-health, apps, televisieprogramma’s
123
Demonstratie- en oefenmateriaal bij voorlichting?
zelftestmiddelen, stomahulpmiddelen, anatomische modellen, verpleeghulpmiddelen
124
Wat zijn de effecten van hulpmiddelen bij voorlichting?
- Belangstelling van mensen voor hun gezondheid/ziekte/behandeling opwekken - Stimuleren tot stellen van vragen - Informatie verduidelijken en inzichtelijk maken - Onthouden van informatie bevorderen - Inleving in situaties bewerkstelligen
125
Welke twee vormen van opvoeden zijn er?
- Intuitief  dit doe je zonder na te denken / de normale omgang - Intentioneel  dit doe je met na denken / je geeft sturing ergens aan
126
Wat is case-finding?
Case-finding is een vorm van screening waarbij géén bevolkingsonderzoek plaatsvindt, maar er een specifieke groep systematisch wordt onderzocht naar de risicofactor, het risicogedrag en/of het gezondheidsprobleem (hoogrisicobenadering = selectieve preventie). Het is gericht op mensen bij wie meerdere beïnvloedende aspecten tegelijkertijd aanwezig zijn.
127
In welke zin heeft de maatschappelijke omgeving invloed op de gezondheid?
- Werk is vooral psychisch belastend, maar ook lichamelijk (werkdruk) - School heeft een belangrijke verantwoordelijkheid in het bevorderen en beschermen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van kinderen en jongeren. - Sociaaleconomische status en de etnische achtergrond hebben een relatie met gezondheid. Mensen met een lager opleidings-, beroeps- of inkomensniveau hebben een minder gunstige gezondheidstoestand.
128
Wat valt er onder de fysieke omgeving determinant?
milieu = bodem, water, lucht, klimaat, omringende organismen
129
Wat valt er onder de maatschappelijke omgeving determinant?
invloed van werk, school, gezin, sociaaleconomische status en sociale omgeving
130
De fysieke omgeving determinant is onder te verdelen in drie categorieën. Welke zijn dit?
- Fysische factoren  fijnstof, verkeersgeluid, tabaksrook, klimaatverandering, leefomgeving, concentraties van allergenen - Chemische factoren  dioxiden en PCB’s - Biotische factoren  levende organismen en resten daarvan
131
Wat zijn de 7 key zelfmanagementgedragingen bij dm type2 patiënten?
- Healthy- eating - Being active - Monitoring - Taking medication - Problem solving - Reducing risk - Healthy coping
132
Wat betekent Sense of Coherence?
SOC hangt samen met een betere gezondheid, opleidingsniveau. Mensen met veel gezondheidsvaardigheden ervaren hun gezondheid vaak als goed.
133
Waar bestaat collectieve preventie uit?
bestaat uit wet- en regelgeving en diensten infectieziektebestrijding middels screening vaccinaties JGZ
134
Wat zijn successen van de JGZ?
- Hielprik  200 kinderen jaarlijks opgespoord - Opsporing gehoor-, oog-, hart- en heupafwijkingen  jaarlijks 2000 kinderen beter ontwikkelen - Afname wiegendood  jaarlijks overlijden 170 kinderen minder - Vaccinaties
135
Hoe ziet JGZ in Nederland er uit?
- Geschiedenis JGZ: ontstaan cb’s en schoolartsendiensten - 95% van de ouders bezocht cb - Laagdrempelig, dicht bij huis, veel kennis over jeugd - Nederlandse jeugd zeer gezond in verhouding tot landen om ons heen
136
Wat houdt het balansmodel van Bakker in?
Draagkracht en draaglast Draagkracht = hoeveel kan iemand aan Draaglast = wat iemand te verduren krijgt
137
Wat zijn de verschillende opvoedingsstijlen van Baumrind?
Model van Baumrind - Warmte en controle Wenselijk is democratisch: controle en betrokkenheid, biedt zelfontplooiing Autoritair = veel controle, maar weinig betrokkenheid, weinig warmte binnen gezin, kind moet maar luisteren naar ouders, ouderwets. Toegeeflijk = grote mate van betrokkenheid, ouders overspoelen kinderen met liefde, geen tot weinig regels. Verwaarlozend = geen warmte, geen regels, kind moet zelf maar weten.