Gisella 9 september les Flashcards

1
Q

Leerlinggericht onderwijs geeft:

A

zelfontplooiing, zelfstandigheid, creativiteit en samenwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs

A

digitaal leren
gepersonaliseerd leren
slimmer en adaptief leren
gamification
sociaal leren
ICT-toepassingen voor docent
leren niet alleen in de klas
levensecht leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leren volgens werkboek voor de vrije school

A

Leren vindt plaats in vrijheid, verhouding tussen leerlingen en leraren is democratisch
Leren is verwonderen, actief ontdekken en er is tijd nodig om ervaringen te laten bezinken en te verwerken
Leren gaat over ‘iets’ geleerd hebben en heeft gesprek en discussies onder leiding van leraren nodig
Leren is een spontane activiteit waarin ook onbedoelde leerervaringen ontstaan en mogen ontstaan
Leren is associatief en de lerende structuur brengt ordening en structuur aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Adaptief onderwijs

A

Waarbij je in de groep zo goed mogelijk omgaat met verschillen tussen kinderen en aansluit bij de ontwikkelingsmogelijkheden met de behoeften van elk kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke rol speelt rijping bij leren?

A

Een belangrijke rol. Wat kan een kind op welk moment?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welk klimaat wil je lesgven?

A

Goed pedagogisch klimaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke zes interactievaardigheden vormen het uitgangspunt voor goed pedagogisch klimaat

A
  • sensitieve responsiviteit
  • respect voor autonomie
  • structureren en grenzen stellen
  • praten en uitleggen
  • ontwikkelingsstimulering
  • begeleiden van interacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

passend onderwijs

A

Zorgplicht
Ondersteuningsprofiel
In eigen omgeving
De kracht van inclusie
Adaptief onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het nut van een lesvoorbereidingsformulier

A

Onderwijs moet ergens toe leiden
Het voorbereiden van lessen stuurt de aandacht van de docent en de leerling
Het is mogelijk om lessen aan elkaar te koppelen zodat er ontwikkeling kan plaats vinden
De voorbereiding leidt tot een lesplan en wordt op papier gezet in lesvoorbereiding
De voorbereiding helpt je om over alles al na te denken
Je krijgt meer grip op de wijze waarop je je doelen wil bereiken
Door een lesvoorbereiding kun je makkelijker afstemmen op een collega
Het zorgt voor overzicht en rode draad
je kunt ook sneller zien welke onderdelen misschien minder geschikt zijn. En deze vervangen of aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het nut van een lesvoorbereidingsformulier

A

Onderwijs moet ergens toe leiden
Het voorbereiden van lessen stuurt de aandacht van de docent en de leerling
Het is mogelijk om lessen aan elkaar te koppelen zodat er ontwikkeling kan plaats vinden
De voorbereiding leidt tot een lesplan en wordt op papier gezet in lesvoorbereiding
De voorbereiding helpt je om over alles al na te denken
Je krijgt meer grip op de wijze waarop je je doelen wil bereiken
Door een lesvoorbereiding kun je makkelijker afstemmen op een collega
Het zorgt voor overzicht en rode draad
je kunt ook sneller zien welke onderdelen misschien minder geschikt zijn. En deze vervangen of aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

DA model

A

‘70 van de vorige eeuw heeft van Gelder een aanpak ontwikkeld om de structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De vragen op je lesformulier

A

Het doel is: (wat moeten ze weten/kunnen)
De beginsituatie: (hoe sluit ik aan bij wat ze weten/kunnen)
De didactische werkvorm is: (hoe breng ik kennis en vaardigheden over)
De leerstof is: (wat is de leerinhoud en hoe orden ik die?)
De leerstofactiviteiten zijn: (
De onderwijsleermiddelen zijn:
Evaluatie?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Doelstelling

A

Niet wat jij doet, maar wat de leerlingen doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke didactische werkvormen zijn er?

A

Directe instructie
Interactieve vormen
interactie vormen
instructie vormen
opdrachtvormen (staat in boek (Ilse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem voorbeelden van onderwijsleermiddelen

A

Dingen die leerlingen gebruiken, puzzel, atlas, potlood, schrift etc

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een lesvoorbereiding

A

schriftelijk verslag van dat denkprocues

17
Q

2 typen beginsituatie

A
  1. Algemene beginsituatie
  2. Specifieke beginsituatie
18
Q

Algemene beginsituatie

A

Algemene informatie:
Hoeveel leerlingen?
Wat is de verhouding jongens/meisjes?
Leeftijd van de leerlingen
Zijn er speciale

19
Q

Specifieke beginsituatie

A

inforamtie die aansluit bij het doel van de les
aan welke leerlignen geef jij je les
wat kujnnen de leerlignen al over hetonderwerp
we is weinig uitdaging voor de lerignen als ze iets moeten leren wat ze al weten of kunnen
zoomt in op zone van de naaste ontwikkeling (vygotsky)

20
Q

De beginsituatie specifiek

A

In gresprek gaan
observeren
experimentern
sociogram
toetsen en testen
schoolgis

21
Q

De beginsituatie specifiek

A

In gesprek gaan
observeren
experimenteren
sociogram
toetsen en testen
schoolgids
(huisbezoek)