Gouden Eeuw/Renaissance Flashcards

1
Q

Reformatie

A

hervorming – geloofsbeweging die pleit voor een zuiver geloof en daardoor breekt de katholieke kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Contrareformatie

A

tegenoffensief van de rooms-katholieke kerk, die sterk ageert tegen de Reformatie. Een belangrijke aanhangster is Anna Bijns

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maarten Luther

A

Een belangrijke hervormer. Tijdens de splitsing van de katholieke en protestantse kerk. Luther is een belangrijk leider van de protestantse kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beeldenstorm

A

de protestanten bestormden de kerken om de heiligbeelden en andere objecten van de katholieke kerk te vernielen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Humanisme

A

Het (Bijbels) humanisme is een beweging binnen de rooms-katholieke kerk die zich afzet tegen de werkwijze van de Kerk en de leefwijze van vele katholieke geestelijken; de humanisten willen de Kerk hervormen, weer terug naar de oude christelijke waarden: soberheid, naastenliefde, vroomheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Tolerantie

A

de Renaissance is een periode (van politieke middelen), er zijn uitvindingen gedaan, er worden dingen bedacht, die nu nog in onze huidige maatschappij van belang zijn. Het accepteren van alles en iedereen die anders is en denkt dan jij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Petrarkisme

A

literaire stroming waarin de (onbereikbare) vrouw lyrisch verheerlijkt wordt. Vooral haar uiterlijke schoonheid wordt bezongen (stereotype).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Classicisme

A

stroming binnen de Renaissance, waarin men klassieke auteurs navolgt met name wat betreft het treurspel (tragedie) en het epos. Strenge regelgeving waaraan een treurspel moet voldoen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Translatio

A

(vertaling), door een zo mooi mogelijke vertaling van een klassieke tekst te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Imitatio

A

(nabootsing), door imitatie te proberen de oude meesters te evenaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aemulatio

A

wedijver), door een poging te doen een klassiek voorbeeld te overtreffen. Dit hield in dat een ‘heidense’ inhoud christelijk werd gemaakt. De klassieke held wordt vervangen door een christelijke held en van de klassieke goden maakt men God.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Empirisme

A

Het empirisme is een filosofische stroming waarin gesteld wordt dat kennis voornamelijk of geheel voortkomt uit de ervaring. Mens is bij geboorte onbeschreven blad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Memento mori vs. carpe diem

A

In de middeleeuwen dacht men meer aan het memento mori (denk eraan dat je op een dag gaat sterven en dat je voor het aangezicht van God zal verschijnen; hemel). Hedendaags, in onze verwereldlijkte samenleving, denkt men meer aan het carpe diem (pluk de dag en maak plezier).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Theocentrisme vs. antropocentrisme

A

Het theocentrisme (godgerichtheid) staat tegenover het antropocentrisme, dat de mens centraal stelt, om het menselijk bestaan zin te geven, en de hem omringende wereld te kunnen duiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Sonnet

A

Het sonnet was een klassieke dichtvorm die weer opleefde in de Renaissance; reeds in de 14e eeuw met het petrarkisch sonnet. Het sonnet was dé dichtvorm voor de classicistische dichter: 14 regels, een octaaf en een sextet, met een chûte/volta daartussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Emblemata / Emblemen

A

Een embleem is een abstract of representatief picturaal beeld dat een concept vertegenwoordigt, zoals een morele waarheid, of een allegorie, of een persoon, zoals een monarch of heilige. Een embleem bestaat uit een afbeelding (pictura), een opschrift (motto) en een onderschrift (scriptura). Het plaatje daagt de lezer uit om een betekenis te zoeken.

17
Q

Epigram

A

Een epigram is een kort en bondig gedicht met een woordspeling.