GS toets lj1 periode 2 Flashcards
(32 cards)
wanneer was de tijd van de grieken
3000 v. Chr. tot 500 n. Chr.
wat is een monarchie
In een monarchie is een erfelijke koning aan de macht.
wat is een aristocratie
Vorm van bestuur waarbij een kleine groep mensen met voorgerechten (adel) de macht heeft.
wat is een tirannie
vorm van bestuur waarbij 1 man alle macht in handen krijgt.
wat is een democratie
een vorm van bestuur waarbij het volk via stemming beslist wie de bestuurders zijn.
Altaren
tafels waar offers gelegd werden, zoals wijn of fruit.
burgerrecht
het recht dat gegeven was aan de bewoners van een polis die land bezaten
(de recht om te stemmen)
cultuur
alles wat door een samenleving wordt gemaakt en bedacht.
filosoof
iemand die zoekt naar wijsheid en kennis om de wereld en de mens beter te begrijpen
griekse goden
de grieken geloofden dat goden hun leven en dood bepaalden en de hele wereld bestuurden met hun natuurkrachten
heloten
mensen uit Messenie, die waren bezit van de spartanen.
kolonisatie
de stichting van Griekse nederzettingen buiten Griekenland in de 8e en 7e eeuw v. Chr.
Mythe
een verhaal over goden of half-goden.
olympische spelen
sportwedstrijd voor alle Grieken, die een in de vier jaar werd georganiseerd voor de oppergod Zeus in Olympia
ongelijkheid
verschillen tussen mensen in bezit, macht of rechten
differences between people in possession, power or rights
Orakel
heiligdom waar een god via een priester(es) voorspellingen doet.
ostracisme
Scherfgericht. tijdens een scherfgericht krasten de burgers de naam van een verdachte persoon in een scherf.
De persoon met de meeste stemmen werd verdacht van tirannie en vervolgens voor een aantal jaren uit Athene verbannen.
Peloponnesisch oorlogen
een strijd tussen Athene en Sparta
Polis
Griekse stadstaat
polytheistische godsdienst
een godsdienst met meerdere goden
blank
blank
slavernij
systeem waarin mensen het eigendom zijn van iemand anders en dus onvrij zijn en geen rechten hebben
tempel
een heilige plek om een god te vereren
wetenschap
het verzamelen van kennis door een verschijnsel te besturderen.