gyn Flashcards

(63 cards)

1
Q

welke tijdsperken heeft een bevalling

A

1e: ontsluitingsperiode
2e: uitdrijvings periode
3e: nageboorte
4e: 2 uur na de nagehorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe lang duurt de ontsluitingsperiode

A

6-18 uur bij een primapara, 2-10 uur bij een multipara

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe lang duurt de uitdrijvingsperiode

A

primipara: 30 min - 3 uur
multi: 5-30 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe lang duurt de nageboorte

A

primi en multi: 0-30 min

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 fasen kent de kraamperiode

A

1-10 dagen postpartum
tot 6 weken pp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn de 5 ps van geboorte

A

power
passenger
passage
psyche
persons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hyperemesis gravidarum

A

extrame misselijkheid en overgeven bij de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

RF voor hyperemesis gravidarum

A

meerlingenzwangerschap
mola zwangerschap
zwangerschappen met een vrucht met chromosomale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat gebeurd er met het bloedvolume tijdens de zwangerschap

A

neemt toe met 20-30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurd er met het hartminuutvolume tijdens de zwangerschap

A

neemt toe met 25-50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat gebeurd er met de bloeddruk van een zwangere tijdens het 2e trimester

A

gaat dalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar is een left lateral tilt voor

A

als de baby op de IVC druk geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoeveel elevatie van het diafragma heeft een zwangere

A

4 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke zuurbase afwijking kan een zwangere mild hebben

A

respiratoire alkalose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke gevolgen heeft progesteron gastrointestinaal tijdens de zwangerschap

A

afname LES spanning –> reflux
afname motiliteit en lediging maag
obstipatie door afname peristaltiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

braxton hicks contracties

A

oefenweeen, niet pijnlijk!
geven een harde buik duren 30 seconden lang en zijn onregelmatig, 1-2x per uur soms meerdere keren per dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

melasma

A

zwangerschapsmasker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

teken van chadwick

A

kleurverandering van roze naar blauwrood van kleine schaamlippen, de vaginawand en de portio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Gravida, para en mater

A

Gravida: aantal x zwanger geweest
Para: hoe vaak bevallen
Mater: hoeveel levende kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

eerste handgreep van leopold

A

hoogte van de fundus uteri wordt beoordeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

tweede handgreep van leopold

A

de plaats van de rug van het kind wordt beoordeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

derde handgreep van leopold

A

bepalen welk deel van de foetus voorliggend ligt (in de bekkeningang)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

vierde handgreep van leopold

A

bepalen van indaling van de foetus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat weet je over de fundushoogte

A
  • Xiphoid —> a terme (40 wkn)
  • Navel —> 24 weken
  • Symfyse —> 12 weken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
waar staat POVASI voor bij vaginaal onderzoek
Portio (beweegelijkheid, consistentie, drukpijnlijkheid, grootte, oppervlak, vorm) ontsluiting (hoeveel cm) vliezen (staand, gebroken) aard (hoofdligging of stuit, navelstrengprolaps) stand (voorhoofdsligging of achterhoofdsligging) indaling
26
Hodge 1 vlak
het vlak van de bekkeningang; vanaf bovenrand symfyse tot het sacrale promoterium
27
Hodge 2 vlak
het vlak dat door de onderrand van de symfyse gaat
28
Hodge 3 vlak
vlak dat door de spinae ischidicae gaat (nauwste deel!!)f
29
Hodge 4 vlak
vlak door os coccygis
30
welke cellen produceren HCG
trofoblastcellen
31
op welke dag is HCG te meten van de zwangerschap
dag 9
32
Ware weeen
30-70 seconden, 5-10 minuten van elkaar af.
33
fluxus
significant postpartum bloedverlies
34
oorzaken van fluxus
tonus (hypotone uterus) trauma tissue (delen placenta blijven achter) trombine
35
differnetiaal diagnose bij hevige menstruele pijn die cyclisch is (dysmenorroe)
- fysiologisch - endometriose - congenitale afwijkingen - secundair; uterus myoom, PID, IUD
36
behandeling van endometriose
NSAIDs (naproxen) hormonale anticonceptie mirenaspiraal
37
hoofdgroepen vaginaal bloedverlies
pre en post menopauzaal
38
dd premenopauzaal bloedverlies
SOA myoom medicatie premenopauzaal
39
dd contactbloedingen
chlamydia, cervix carcinoom, poliep, dysplasie, doorbraakbloedingen bij spiraal gebruik, ectropion, geen specifieke oorzaak
40
aanvullend onderzoek bij hevig menstrueel bloedverlies
Hb prikken en een echo doen
41
hoe lang duurt de overgang gemiddeld
4-6 jaar
42
welk type gynacologische kanker komt het meeste voor
endometriumkanker
43
welk type kanker heeft de slechtse overleving
ovariumkanker
44
Wat weet je over endometriumca
postmenopauzaal bloedverlies RF: lynch, overgewicht LO: inspectie, speculum, vaginaal toucher, echo (verdikte endometriumwand, dus hoger dan 4 postmenopauzaal), tevens PAP smear (doe je eigenlijk altijd), endometriumsampling (milex/pippel), op indicatie een hysteroscopie FIGO stadiering
45
behandeling stadium I endometriumca
TLH en BSO (weghalen endometrium en eileiders)
46
behandeling stadium II en hoger endometriumca
TLH, BSP eventueel adjuvant radiotherapie
47
eierstok
ovarium
48
baarmoeder
endometrium
49
baarmoedermond
cervix
50
CA-125
tumormarker, voor eierstokkanker (ovariumca)
51
wat kan wijzen op maligniteit bij een echo van cystes
multioculair solide partijen bilateraal ascites intra-abdominale metastase
52
wat is de RMI
ca 125 x menopauze (1 of 3) x echo score (0, 1 of 3)
53
welke genmutatie moet je nagaan bij ovariumca
BRCA type-1 (type 2 minder kans)
54
kans op recidief ovariumca binnen 5 jaar
70%
55
welke twee soorten cervixcarcinoom heb je
plaveiselcel en cilinderepitheel
56
Hoe behandel je een vroeg stadium (stadium I) cervixcarcinoom
chirurgisch (RUE + LAD = radicale uteruserxtirpatie (dus je neemt de parametrium mee) + pelviene lymfadenectomie)
57
hoe behandel je een cervixcarcinoom vanaf stadium II
chemoradiatie
58
BSO
bilaterale salpino-oophorectomie = weghalen ovaria
59
op welke ziekte moet je je laten testen na cervixcarcinoom
HIV
60
RLE
radicale lokale excisie
61
IFL
inguinofemorale lymfadenectomie
62
DD dyspareunie
lichen sclerosus cysten congenitale cervix anomalieen endometriose uretrahle divertikels
63