VGT dingen kind Flashcards

(120 cards)

1
Q

fragiele X syndroom

A

milde verstandelijke beperking, hypermobiel met grote oren en een lang/smal gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

androgenitaal syndroom

A

autosomaal recissief probleem waarbij 21-hydro niet werkt waardoor je verhoogd ACTH krijgt maar je cortisol laag is. testosteron is wel laag doordoor meiden vaak last van virilisatie.
! addisoncrisis (hypoglycemie, hyponatrimie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

androgeen ongevoeligheidssyndroom

A

46,XY met mannelijk intern maar vrouwelijke externe kenmerken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

syndroom van kallman

A

geen secundaire geslachtskenmerken tgv ongevoeligheid voor GnRH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

spina bifida

A

open ruggetje, meestal lumbosacraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

spina bifida occulta

A

laesie bedekt door afwijkende huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

spina bifida aperta

A

neura weefsel zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meningokele

A

alleen vliezen en hersenvocht puilen uit bij een spina bifida

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

myelomeningokele

A

zowel ruggenmerg als vliezen en hersenvocht puilen uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

craniosynostose syndromen

A

schedelnaden sluiten te vroeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hydrocefalus

A

waterhoofd, overmatige hoeveelheid liquor zorgt voor verwijding van ventrikelsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cerebrale parese

A

heersenschade opgelopen voor het 1e jaar waardoor permanente niet progressieve houdings en bewegingsstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

spierdystrofie van duchenne

A

x gebonden recessief overerfbare aandoening
dystrofine werkt niet goed, waardoor progressieve spierzwakte. symptoom van Gowers (opstaan met handen op knieeen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

laryngomalacie

A

verminderde stevigheid strottenhoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

schisis

A

hazenlip, aangeboren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

mediane halscyste

A

cysteuze zwelling mediaan in de hals, ongeveer thv os hyoideum. Meest voorkomende congenitale halsafwijking.
restant ductus thyreoglossus, beweegt op en neer met slikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

alarmsymptomen neonatale sepsis

A

respiratoire nood >4 u postpartum
neonatale epileptische aanvallen
noodzaak tot beademing bij a terme geboren kind
tekenen van shock

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

verwekker neonatale conjunctivitis

A

chlamydia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

erbse parese

A

C5-C6 zenuwschade, adductie, extensie elleboog, pronatie onderarm en flexie pols (waiters tip)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

welke reflexen zijn afwezig bij een erbse parese

A

moro, bicep en tricep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

klumpkes parese

A

C7-8 en Th1
afwezige grijpreflex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wanneer wordt gemiddeld de menopauze bereikt

A

tussen de 42 en 58 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

waaruit bestaat de folliculaire/prolifferatieve fase van de menstruatie

A

Uit het gedeelte waarbij er nog geen eisprong is geweest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Beschrijf de menstruele cyclus

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
wat voor hormonale status heb je post menopauzaal
hypergonadotrope hypogonadisme (FSH en LH hoog, oestrogeen en progesteron laag)
26
Hoe werkt de combinatiepil
oestrogeen = regelmatige cyclus progesteron = bescherming zwangerschap
27
welk type pil geef je bij vrouwen die borstvoeding geven maar niet zwanger willen worden
anticonceptiepil met enkel progesteron
28
werking hormoon spiraal
progesteron
29
amenorroe
niet ongesteld worden voor >5 maanden
30
welke kenmerken hou je aan bij PCOS
- oligo of amenorroe - klinische tekenen van hyperandrogenisme (acne en hirsutisme) - polycysteuze ovaria bij echo
31
syndroom van ahserman
secundaire amenorroe waarbij de wanden van de uterus verkleefd zijn met elkaar, meestal gevolg van curretage bij abortus
32
syndroom van Mayer rokitansky kuster
congenitale aplasie van uterus en vagina
33
waar kijkt de combinatietest bij zwangerschap naar
maternale PAPP-A en vrij Beta HCG tussen week 9 en 14
34
wanneer is de kans op down verhoogd bij een combinatietest
verhoogd b-HCG laag PAPP-A
35
wanneer is de kans op edwards en patau verhoogd bij een combinatietest
verlaagd b-HCG laag PAPP-A
36
chorionvillusbiopsie
= vlokkentest minder betrouwbaar, maar gering. Soms vals postieve uitslag kan rond 11-14 weken. 0.5% kans op miskraam
37
amniocentese
= vruchtwaterpunctie vanaf week 15-16 0.3% kans op miskraam
38
zwangerschapshypertensie
nieuw ontstane hypertensie na week 20
39
symptomen pre-eclampsie
hypertensie, oedeem en proteinurie. Hoofdpijn, visusstoornissen, paresthesieeen
40
HELLP syndroom
Hemolysis Elevated liver enzymes low platelets
41
wat zie je in het lab bij HELLP
verhoogd LD (hemolytische anemie) verhoogde levereiwitten (ASAT en ALAT) trombocytopenie
42
welke bloeddrukmedicatie kan je toedienen bij zwangere vrouwen
labetolol, nifedepine, methyldopa
43
hoe kan je de bevalling inleiden bij ontsluiting <3 cm
foley katheter
44
hoe kan je de bevalling inleiden bij ontsluiting >3 cm
prostaglandinen intravaginaal
45
placenta praevia
placenta nesteld zich in op een verkeerde locatie dichtbij of zelfs voor de cervix uteri
46
solutio placentae
de placenta laat vroegtijdig (gedeeltelijk) los doordat er een bloeding is ontstaan in de vaten tussen de placenta en uterus
47
retentio placentae
de placenta wordt niet spontaan binnen 30 min geboren
48
abortus spontaneus
uitstoting van het zwangerschapsproduct voor de 16e week amenorroe
49
abortus imminens
dreigende abortus, kans 50/50
50
abortus incipiens
abortus in gang
51
abortus completus
abortus die klaar is
52
abortus provocatus
opzettelijk afbreken van een zwangerschap door medisch ingrijpen
53
tot wanneer mag je een abortus laten plegen
zonder medische indicatie tot 16 weken, met medische indicatie tot 24 weken
54
vuvlovaginale candidiasis
brokkelige consistentie, wit, reukloos. vaginale jeuk, dyspareunie, dysurie
55
bacteriele vaginose
pasteus, dik vloeibaar, grijswit, rottevisgeur
56
trichomoniasis
waterdun schuimend, geelgroen en stinkend
57
behandeling vulvovaginale candidiasis
miconazolcreme
58
behandeling bacteriele vaginose
metronidazol
59
behandeling tricomoniasis
metronidazol
60
aantonen bacteriele vaginose
KOH preparaat of NaCl preparaat
61
aantonen tricomonaden
NaCL preparaat
62
welke congenitale hartaandoeningen geven centrale cyanose
tetralogie van fallot transpositie grote vaten truncus arteriosus tricuspidalis klepatresie hebben dus allemaal een R-L shunt
63
wat voor type shunt heeft een patente ductus arteriosus (botalli)
L - R
64
wat is de tetralogie van fallot
1. pulmonalisklep stenose 2. rechterventrikel hypertrofie 3. VSD 4. ostium aorta ligt boven het ventrikelseptumdeffect (overriding aorta)
65
transpositie van de grote vaten
aorta aangesloten op rechter ventrikel, truncus pul op linker
66
truncus arteriosus
aorta en truncus pulmonalis zijn gefuseerd tot 1 outflowvat van beide ventrikels
67
tricuspidalisklepatresie
tricuspidalisklep is is niet doorgankelijk
68
wet lung
onvoldoende resorptie van vruchtwater uit de longen na de geboorte, vaak na sectio caesarea
69
meconiumaspiratiesyndroom
meconiumhoudend vruchtwater is ingeslikt
70
Mijlpalen fijne motoriek: 12 maanden: 15 maanden: 1.5 jaar: 2 jaar: 2.5 jaar: 4 jaar:
12 maanden: picentgreep 15 maanden: blokje in doos 1.5 jaar: stapelen 2 blokjes 2 jaar: 3 blokjes 2.5 jaar: 6 blokjes 4 jaar: potlood
71
Mijlpalen communicatie 15 maanden: begrijpt enkele zinnen 1.5 jaar: 2 jaar: 3 jaar:
15 maanden: begrijpt enkele zinnen 1.5 jaar: 3 woorden 2 jaar: zinnen van 2 woorden 3 jaar: zinnen van 3 of meer woorden
72
mijlpalen grove motoriek: 3 maanden: 9 maanden: 13 maanden: 15 maanden: 1.5 jaar: 3 jaar:
3 maanden: buikligging 9 maanden: omrollen en hoofd ophouden 13 maanden: optrekken tot staan 15 maanden: cruisen 1.5 jaar: lopen los 3 jaar: fietsen op 3wieler
73
rachitis
vit d deficientie gebogen ledematen, hypocalciemie, hoog PTH en hoog AF
74
wat doet LH bij mannen
leydigcellen stimuleren en testosteron aanmaak
75
wat doet FSH bij mannen
sertolli cellen --> spermacel productie
76
hoe behandel je chlamydia
azitromycine
77
hoe behandel je gonorroe
ceftraixonh
78
meest voorkomende typen oncologische tumoren
endometrium ca ovariumca cervix ca vulva ca
79
Wat zegt de pap score
PAP-0 onvoldoende kwaliteit PAP-1 geen afwijkingen PAP-2 atypisch PAP-3 dysplasie PAP-4 ca in situ PAP-5 micro invasief ca
80
behandeling cervixcarcinoom
1a1-2 LSVI- conisatie 1a2 LSVI + simpele hysterectomie + pelviene lymfeklierdissectie 1b1 radicale hyesterectomie + pelviene lymfeklierdissectie >1b1 chemoradiatie
81
wat kan je gebruiken om pre eclampsie te voorspellen
sFIt-1 PIFG ratio
82
wanneer kan je pre eclampsie krijgen
tussen de 20 weken en 6 weken pp
83
RF pre-eclampsie
primigravida obestias meerling FG pre existente hypertensie hoge maternale leeftijd maternale ziekte (SLE etc) eiceldonatie
84
onderliggende oorzaken pre eclampsie
cardiovasculair en immunologisch
85
PIH
zwangerschapshypertensie
86
primaire behandeling van PE
zwangerschap beiindigen symptoom met: labetalol mg sulfaat pcm
87
oorzaken van fluxus
tissue trombine tonus trauma
88
RF voor fluxus
multigravida lange baring pre-eclampsie wf nifedipine primigravida tweeling DM fluxus in VG
89
behandeling fluxus tgv tonus probleem
uterusmassage blaas legen oxytocine operatie
90
behandeling fluxus tgv tissue probleem
controlled cord traction na toediening van oxy MPV (manuele placentaverwijdering)
91
behandeling fluxus tg trombine probleem
stollingsstatus bepalen tranexaminezuur
92
wanneer mag je thuis bevallen
indien je 37 weken bent
93
waar staat povasi voor
portio ontsluiting vliezen aard stand indaling
94
thv welke structuur zit hodge 3
spinae ischiadica
95
1e graads ruptuur
alleen huid en vaginawand
96
2e graads ruptuur
onderhuidsweefsel en spier
97
3e graads ruptuur
subtotale ruptuur, m. sphincter ani externus ingescheurd
98
4e graads ruptuur
sphincter en anale kanaal gescheurd
99
dyspareunie
pijn bij het vrijen
100
hoe lang is een regelmatige cyclus
tussen de 25 en 35 dagen
101
oligomenorroe
cyclyus tussen de 35 dagen en 6 maanden in
102
amenorroe
cyclys langer dan 6 maanden
103
anovulatie WHO 1
probleem op centraal niveau
104
hormoonstatus WHO 1
hypogonadotroop hypooestrogeen laag FSH en laag oestradiol
105
oorzaak WHO 1
ondergewicht, duursport, congenitale problemen
106
behandeling WHO 1
lh en FSH geven als hypofyse probleem hypothalamus idem of GnRH pomp
107
anovulatie WHO 2
disbalans as
108
hormoonstatus who 2
alles =
109
oorzaken who 2
pcos en overgewicht
110
behandeling who 2
anti oestrogenen aromataseremmers FSH injecties
111
anovulatie who 3
probleem op niveau ovarium
112
hormoon status who 3
hypergonadotroop, hypooestrogeen hoog fsh, laag oestradiol
113
behandeling who 3
eiceldonatie
114
hormoonstatus na menopauze
hypergonadotroop hypooestrogeen hoog fsh laag oestradiol
115
hoeveel % kans per maand om zwanger te worden
15%
116
subfertiliteit
uitblijven zwnagerschap na 12 maanden op conceptiegerichte coiitius
117
Hoe kan je de verschillende kinderziektes onderscheiden
morbilli: koplikse vlekken op wangslijmvlies (wit met rode hof) scarlatina/roodvonk: aardbeientong rubella/rode hond: begin gelaat, daarna gegeneraliseerd erythema infectiosum: slapped cheecks exanthema subitum: hoge koorts en dan exantheem op romp en gezicht
118
op welke leeftijd komt de 5e ziekte vooral voor
4 en 10 jaaro
119
op welke leeftijd omt de zesde ziekte vooral voor
6 maanden en 3 jaar
120
ziekte van kwasaki
auto-immuun vasculitis met hoge koorts welk >5 dagen aanhoudt en niet reageert op pcm of antibiotica