Kind Flashcards

(149 cards)

1
Q

APGAR score

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

caput succedaneum

A

vochtophoping tussen huid en bindweefsel. Niet goed afgrensbaar, direct postpartum zichtbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

cefaal hematoom

A

bloeding tussen periost en bot, begrensd door schedelnaten. Onstaat enkele uren na de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

subgaleale bloeding

A

bloeding tussen periost en galea aponeurotica, kan ontstaan na traumatische partus. Potentieel levensbedreigend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dysmaturiteit

A

= SGA = small for gestational age.
te licht kindje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer spreek je van dysmaturiteit

A

<2 SD of P<5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn oorzaken van dysmaturiteit

A
  1. maternale oorzaken (genetisch, TORCHES, ziekte, pre-eclampsie)
  2. placenta (placenta praevia, insufficientie etc.)
  3. foetaal (meerling, chormosomale afwijking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

TORCHES

A

toxoplasmose
others (parvo, HIV, VZV)
Rubella
CMV
Herpes simplex
syfilis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke complicaties kunnen optreden bij dysmaturiteit

A

meconium, hypothermie, hypoglycemie, polycytemie, trombocytemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

geproportioneerde dysmaturiteit

A

gehele ontwikkeling blijft achter.
vaak congenitale infectie vroeg in zwangerschap, chromosomale of syndromale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gedisproportioneerde dysmaturiteit

A

hoofd normaal, rest klein.

oorzaken: pre-eclampsie, placenta insufficientie, drugs etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorzaken van hyperbilirubinemie

A
  1. verhoogde productie (hemolyse): cefaal hematoom, aandoening ery’s, polychythemie
  2. conjungatiestoornis: onrijpe lever, CMV, borstvoeding
  3. te trage uitscheiding (galwegobstructie, levercelschade, UWI –> geconjugeerd)
  4. benigne

prehepatisch, hepatisch en posthepatisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

tussen welke dagen na de geboorte is hyperbili normaal

A

2e en 8e dag postpartum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn alarmsymptomen bij hyperbili

A

optreden <24 uur postpartum
duur >10 dagen
directe bilirubine >10 micromol van het totale bilirubine
te hoog voor leeftijd volgens tabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar wijst een positieve coombs test op

A

op een hemolytische oorzaak van de hyperbili

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

behandeling van hyperbili

A

fototherapie of wisseltransfusies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe werkt fototherapie

A

ongeconjugeerd bilirubine wordt omgezet in isomeren welk wel in water oplosbaar zijn en via de gal en urine uitgescheiden worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

kernicterus

A

hoog ongeconjugeerd bilirubine zorgt voor verhoogd risico op hersenschade door transport over de bloed hersenbarriere heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

polycythemie

A

veneuze hematocrietwaarde >0.65

oorzaken: afnavelen, placenta insufficientie, tweelingtransfusiesyndroom, DM moeder, chromosomale afwijkingen, dehydratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

behandeling polycythemie

A

extra vocht en partiele wisseltransfucie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

LGA (macrosomie)

A

large for gestational age = zwaar kindje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

complicaties van schouderdystocie

A

clavicula fracturen, dislocaties/fracturen humerus, asfyxie
plexus brachialis letsel
erbse parese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

asfyxie

A

baby krijgt vlak voor, tijdens of vlak na de geboorte te weinig zuurstof.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Oorzaken van asfyxie

A

maternaal: schok, weeenstorm, pre-eclampsie
placenta: solutio placentae, infarcering bij HELLP
foetaal: intra uteriene infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
prematuriteit
AD <37 weken (en na 23 weken)
26
welke behandeling geef je bij prematuriteit
*magnesiumsulfaat* ter neuroprotectie, *corticosteroiden* voor longrijping, coffeine en CPAP voor de ademhaling
27
RDS
respiratory distress syndrome
28
Wat is het probleem bij RDS
doordat er niet of te weinig surfactant is zal de zuurstofspanning in de longen te hoog zijn
29
welke cellen maken surfactant
type II alveolaire cellen
30
klinische symptomen van RDS
tachypneu (>60), neusvleugelen, intrekkingen, kreunen, cyanose
31
X thorax afwijkingen bij RDS
matglass afwijkingen
32
behandeling RDS
antenatale corticosteroiden CPAP surfactant therapie
33
PVL
periventriculaire leukomalacie = hersenbeschadiging ten gevolg van O2 tekort bij een kind --> witte stof raakt beschadigt
34
ODB/PDA
open ductus botalli / persisterende ductus arteriosus
35
wat is de ductus botalli
verbind de a. pulmonalis met de aorta
36
wat voor type shunt heb je bij een ODB
links-rechts shunt
37
type souffle bij een ODB
continue souffle
38
IVH
intraventriculaire bloedingen, treedt binnen 72 uur na leven op bij bijv. RDS
39
bij welke ziekte heb je verhoogde kans op IVH
RDS
40
Wanneer IVH controle bij RDS
dag 1 3 en 7.
41
NEC
necrotiserende enterocolitis
42
ROP
retinopathie of prematurity
43
wanneer screenen voor ROP
bij <30-32 weken, of bij <1250-1500 gram
44
wat zijn indicaties om bijvoeding te starten.
AD <37 weken GG p95 neonaten met een hypoglycemie neonaten die tussen 12-24 uur postpartum onvoldoende zuigen aan de borst alle neonaten die >10% zijn afgevallen
45
waar begin je mee op dag 1 van een neonaat qua voeding
40 --> 20 ophogen steeds
46
hoeveel voeding dag 1 bij een neonaat van <1500
60
47
vanaf wanneer kan je starten met bijvoeden naast de borstvoeding
4 maanden
48
hoeveel vit K geef je een kind
1 mg **direct** na de geboorte, **vanaf 8 dd postpartum **150 microgram gedurende 3 maanden
49
hoeveel vit D geef je een kind
vanaf **dag 8 **postpartum **400** IE/dag **tot 4 jaar**, bij donkere huidskleur doorgeven
50
welke factoren zijn vitamine K afhankelijk
II (protrombine), VII, IX, X (1972)
51
hoe zwaar is een a terme kindje bij geboorte gemiddeld
3.5
52
welke anticonceptie werkt met oestrogeen en progestageen
anticonceptiering microgynon (combinatiepil) anticonceptiepleister
53
welke anticonceptie werkt alleen met progestageen
implanon (staafje) minipil mirenaspiraal prikpil
54
wanneer is het progesterongehalte in de menstruele cyclus het hoogst
luteale fase
55
IVF vs ICSI
IVF = zaadcel zelfstandig ICSI = injectie zaadcel
56
van wanneer tot wanneer kan je spreken van een a terme periode
37 - 42 weken
57
wanneer is het baringskanaal het nauwst
hodge 3 vlak
58
wanneer kan je TTS krijgen
TTS = tweelingtransfussiesyndroom bij een monochoriale tweeling
59
welk hormoon is betrokken bij het creeeren van weeeen
oxytocine
60
Wanneer spreek je van een ernstige dehydratie
**>9% gewichtsverlies** apatisch, verminderd bewustzijn drinkt slecht tachycard/bradycard zwakke pols diepe ademhaling ingezonken ogen uitgedroogde tong en geen tranen sterk verminderde huidturgor **>4 sec capilairy refill** gemarmerde extremiteiten, cyanotisch minimale diurese
61
meest voorkomende oorzaak van een circulatiestilstand bij kinderen
hypoxie (sendunair aan verdrinking, trauma of intox)
62
coarctatio aortae
vernauwing van de aorta, meestal proximaal van de ductus botalli
63
wanneer doen symptomen van pylorushypertrofie zich meestal voor
6 weken na de geboorte (onthouden; spier heeft tijd nodig om zo groot te worden)
64
klinisch beeld pylorushypertrofie
kind 6 weken of ouder, vaak jongens, **PROJECTIEL** BRAKEN, hongerig, gewichtsafname, voelbare pylorus bij palpatie links in de buik
65
welke electrolytstoornissen kan je zien bij pylorushypertrofie
hypochloremische alkalose en Na en K deficientie
66
wanneer begint bij meisjes de pubertijd
bij Tanner stadium M2, vanaf leeftijd **8** is dit normaal
67
wanneer begint bij jongens de pubertijd
bij >4ml testisvolume, vanaf leeftijd **9** is dit nornaal
68
oorzaken van microcytaire anemie
ijzergebrek chronische ziekte thalassemie hemoglobinopathie
69
oorzaken van normocytaire anemie
nierziekte hemolyse beenmergaandoening endocriene ziekte
70
oorzaken van macrocytaire anemie
**foliumzuur** deficientie vitamine **B12** deficientie alcoholmisbruik zwangerschap hypothyreoidie leverziekte medicatie
71
alarmsymptomen bij een kind met benauwdheidsproblemen
cyanose, silent chest, uitputting
72
vanaf wanneer mag je spreken bij astma
leeftijd 4 jaar
73
Bronchiolitis
**<2 jaar**, piekleeftijd 2-6 maanden vaak **RSV** virus in jan/feb B = zuurstof, sonde, eventueel salbutamol
74
pneumonie
s. pneumonea meestvoorkomend koorts, tachypneu en dyspnoe (eenzijdig eventueel) Amoxicilline of azitromycine
75
wanneer zuurstof geven bij een kind met pneumonie
92 en lager
76
laryngitis subglottica
= **pseudokroep** kinderen <6 jaar klinisch beeld: **inspiratoire** stridor, heesheid, intrekkingen en neusvleugelen in combinatie met een **blafhoest**. Vaak voorafgegaan door aspecifieke symptomen zoals hoesten, rinorroe en lichte koorts. vaak parainfluenza (viraal) DD: infectieus, aspiratie corpus alienum, allergie, anatomisch, functioneel Beleid: afhankelijk van **westley croup score**
77
epiglottitis
= **kroep** vaccinatie voor, dus minder vaak voorkomend. bacteriele ziekte, veel zieker dan bij pseudokroep. hoge koorts, acuut ontstane klachten, kwijlen en niet meer kunnen slikken. Sniffing position. b = intubatie
78
functionele obstipatie
obstipatie zonder organische oorzaak
79
behandeling van viraal piepen en multiple trigger wheezing
Allebei met salbutamol als aanvalsmedicatie, maar bij multiple trigger wheezing inhalatiecorticosteroiden als onderhoudsbehandeling
80
welke drie hoofdgroepen kent de DD van groeiachterstand
verminderde voedselinname verminderde voedselopname verhoogde voedingsbehoefte
81
hoe is de vochtbehoefte van een kind >1 jaar
**< 10 kg**: 100 ml/kg/24 uur **10-20 kg**: 1000 ml + 50 ml/kg/dag voor iedere kg > 10 kg **> 20 kg:** 1500 ml + 20 ml/kg/dag voor iedere kg > 20 kg bij koorts 10% extra
82
welke medicaties kunnen risico geven op hartafwijkingen bij kinderen indien moeder die neemt
- fenyotoine en valproinezuur - lithium - NSAIDs/ibuprogen - indomethacine
83
Tot wat voor soort hartafwijking kan marihuana misbruik door de moeder lijden
VSD/ebsteinse malformatie
84
wat is de S1
sluiten van de atrioventriculaire kleppen; begin systole
85
wat zijn de atrioventriculaire kleppen
mitralis en tricuspidalis
86
wat is de S2
sluiten van de semilunaire kleppen; begin diastole
87
wat zijn de semilunaire kleppen
aorta, pulmonalis
88
waar luister je naar de aortaklep
2e IC rechts
89
waar luister je naar de pulmonlasklep
2e IC ruimte links
90
waar luister je naar de tricuspidalisklep
4e-5e IC links
91
waar luister je naar de mitralisklep
apex
92
welke gespleten harttoon kan fysiologisch aanwezig zijn
2e harttoon; de pulmonaalklep sluit dan later
93
gradering van souffles
1. Nauwelijks hoorbaar 2 Zacht geruis 3 Goed hoorbaar geruis, geen thrill 4 Goed hoorbaar geruis, met lokale palpabele thrill 5 Luid geruis met thrill 6 Zeer luid geruis te horen zonder dat de stethoscoop de thorax raakt, met thrill
94
wat voor type souffle komt vaker voor
systolische
95
wat voor type souffle hoor je bij een VSD
holosystolisch geruis
96
wat voor type souffle hoor je bij een regurgitatie aorta
diastolisch
97
premature thelarche
geisoleerde **borstontwikkeling** met verder normale groei, normale botrijping en normale eindlengte
98
premature adrenarche
vroegtijdige pubis/okselbeharing met soms acne en overmatige transpiratiegeur.
99
pubertas praecox
= problemen puberteit die eerder is begonnen, centraal probleem vaak.
100
hoe kan de diagnose pubertas praecox gesteld worden
GnRH test; LH respons >5 en/of LH/FSH ratio verhoogd = pubertas praecox
101
behandeling van pubertas praecox
GnRH preparaat
102
pubertas tarda
verlate puberteit
103
wanneer spreek je bij meisjes van pubertas tarda
op 13 jarige leeftijd nog geen M2, nog geen menarche op leeftijd van 15 jaar
104
Wanneer spreek je bij jongens van pubertas tarda
op 14 jarige leetijd nog geen testisvolume van 4 Ml
105
welke type Hb heeft een foetus
HbF
106
welk type Hb heeft een zuigeling
HbF (tot 3 maanden) en HbA
107
welk type Hb heeft een ouder kind
HbA
108
typisch beeld van de 1e ziekte
**mazelen** fikse griep met **koplikse** vlekjes en exantheem flinke griep, koorts, malaise, stomatitis, conjunctivitis, na 2 dagen een maculopapulair exantheem **beginnend in het gelaat**.
109
transmissie mazelen
druppel contact
110
koplikse vlekjes
witte stippen met een rode hof, voornamelijk in de binnenzijde van de wang. passend bij mazelen
111
complicaties van mazelen
encephatlitis en pneumonie
112
wat is de 2e ziekte
roodvonk
113
klinisch beeld 2e ziekte
= roodvonk. **aardbeientong**, huid als schuurpapier zieke pt met malaise, exsudatieve faryngitis, tonsillitis, exantheem na 1-2 dagen. beginnend in **flexuren**.
114
verwekker roodvonk
streptococcus pyogenes (groep A)
115
transmissie roodvonk
druppel-contact
116
behandeling roodvonk
peniciline
117
derde ziekte
rode hond = rubella
118
klinisch beeld 3e ziekte
**rubella** **forcheimer** spots, maculeus erytheem (=exantheem) beginnend in het **gelaat**. lichte koorst 1-2 dagen en luchtweginfectie met algehele malaise vervolgens uitslag in gelaat die zich verspreid.
119
verwekker 3e ziekte
rubella virus (zit in vaccinatie programma)
120
complicaties rubella virus
encephalitis, artritis, trombocytopenie, congenitale rubbela
121
wat is de 5e ziekte
erythema infectiosum
122
beloop 5e ziekte
narcosekapje is vrij, erytheem die in gezicht begint. **vijfde, vlekjes eerst.**
123
verwekker van erythema infectiosum
parvo B19 virus
124
wat is de 6e ziekte
exanthema subitum
125
verwekker zesde ziekte
humaan herpes virus type 6
126
beloop 6e ziekte
hoge koorts welk **verdwijnt** en dan exantheem beginnend op de romp en uitbreiden. niet jeukend. in de mond **roseola**
127
verwekker waterpokken
varicella zoster virus
128
beloop waterpokken
1-2 dagen koorts, anorexie, hoofdpijn, spierpijn, exantheem 1-2 weken over gehele lichaam maar *handpalmen en voetzolen vrij.*
129
behandeling meningitis <4 weken
amoxicilline en ceftazidim
130
behandeling meningitis >4 weken tot 16 jaar
ceftriaxon en dexa
131
behandeling encephalitis
aciclovir
132
welke fractuur komt het meest voor bij kinder mishandeling
femur
133
hoe werkt het bevolkingsonderzoek bij baarmoederhalskanker
**HPV - **--> nieuwe screening na 5-10 jaar afhv leeftijd HPV+ **geen** afwijkende cellen --> cytologie herhalen na 12 mnd HPV +, **wel** afwijkende cellen --> verwijzijng gyn
134
syndroom van klinefelter
**47,xxy jongens** lang met lange ledematen, verlaagd testosteron maar verhoogd LH en FSH --> onvruchtbaar. Kleine testes en brede heupen.
135
syndroom van Turner
**45,x meisjes.** IUGR, webbed neck en geen secundaire geslachtskenmerken. Kans op hartafwijkingen bij geboorte!
136
Trisomie 21
syndroom van **down** 80% kans miskraam, verstandelijk beperkt, congenitale afwijkingen, **epicantusplooi**, handlijn doorlopend en kleine lengte
137
Trisomie 18
**edwardssyndroom** 95% kans miskraam, IUGR, kleine en lage oren, 50% overleeft 1 week. Veel congenitale problemen met hart, nieren en darmenm
138
Omfalocèle
congenitale darmproblemen; buikwand open thv de navel
139
trisomie 13
**patausyndroom** congenitale hersenafwijkingen, nier en hart. Schisis, ooglid problemen, polydactylie. 10% overleefd 1 jaar.
140
trisomie 18
141
trisomie 13
142
turner
143
klinefelter
144
di george (22q11 deletie)
145
noonan
146
prader willi
147
digeorge syndroom
ook wel **22q11 deletie syndroom** milde verstandelijke beperking, **gehoorverlies**, lage orgen, schisis, cardiaal en nier problemen
148
praderwilli
**15q11-13 microdeletie** obesitas, gedragsproblemen, kleine lengte
149
noonan syndroom
webbed neck, kleine lengte, hart problemen