H1 Basics van communicatie Flashcards
(73 cards)
Wat is communicatie?
overbrengen info van ene naar andere
Leg uit: circulaire communicatie
feedbackcirkels: Z en O wisselen continu
Uit welke elementen bestaat de communicatiecirkel?
- zender
- ontvanger
- boodschap
- media
- vorm/code
- (ruis)
Leg uit: wat de zender?
stuurt een boodschap met een bedoeling (bv. informeren)
Leg uit: wat is de ontvanger
ontvangt de boodsccap en kan reageren met feedback
wat is de boodschap?
wat je overbrengt, wat je laat zien
hoe kan de boodschap gebracht worden?
In aangepaste vorm/code
via medium/informatiedrager
Wat kan de code/vorm van een boodschap zijn?
verbaal (bv. Nederlandse taal)
non verbaal (bv. pictorgrammen)
Wat is het medium van de boodschap?
De informatiedrager: bv. een stem, een lichaam, powerpoint
Wat is het verschil tussen mondelinge en schriftelijke communicatie?
mondeling = veel sneller want O direct feedback op Z, zelf nog tijdens de boodschap
Wat is er belangrijk bij de code/vorm?
aangepast aan ontvanger (bv. passend vakjargon, dove persoon,..)
Welke problemen kunnen zich voordoen bij zender/ontvanger?
Ruis = verstoring
Welke soorten ruis zijn er en geef voorbeeld
intern: mentale afleiding, stotteren, hardhorig
extern: voorbij rijdende auto, slechte geluidskwaliteit,..
Wat is de context?
alles in omgeving die invloed uitoefenend op dagelijks handelen
Welke 3 soorten context zijn er?
- Materieële context
- sociale context
- culturele context
leg uit: materiële context
context = invloed op dagelijks handelen
fysieke & tastbare elementen
bv. schoolgebouw, computers, stoelen, bureau –> nodig om te handelen
Leg uit: sociale context
relaties met anderen, het gevoel erbij te horen, diversiteitssensitieve communicatie
leg uit culturele context
aspecten die bij cultuur horen bv. gedragregels, religie,…
nederlandse mail met pictorgrammen voor anderstalige ouders
Via welke regels worden de communicatie beschreven?
5 axioma’s van Watzlawick
Beschrijf het eerste axioma van W.
We kunnen niet niet communiceren
* met ons gedrag beinvl anderen en omgekeerd
* buitenkant (wat we zeggen/doen) gestuurd door binnenkant (gedachten/bedoelingen/)
–> altijd lihchaamstaal die nog steeds bedoelingen of gedachten comm
Beschrijf het 2de axioma van W
Communicatie heeft een inhouds- en relatieniveau
Bespreek het inhoudsniveau
ax 2
- zakelijke inhoud: letterlijke woorden, objectief
- appelerende inhoud: aanzetten tot handelen
bespreek het relatieniveau
ax 2
tussen de lijnen door wordt onbewust de relatie tss personen weergegeven + non verbaal event versterken
iets bespreken = signalen uitzenden van hoe we elkaar zien
Wie stuurt het relatieniveau?
de zender doet relatievoorstel en de ontvanger reageert