H1 Prelude: The Roman World Transformed (c. 300-600) Flashcards
De betekenis van de Mis in christelijke aanbidding, architectuur en decoratie van kerken. De rol van heiligen als modellen van deugd, wonderwerkers en bemiddelaars bij God. De verschuiving in de aard van heiligen van martelaren naar degenen die toewijding toonden door ascetische praktijken. De kracht geassocieerd met relieken en de manieren waarop individuen probeerden ze te bezitten en te controleren. De spanning tussen geestelijken en leken bij het opeisen van autoriteit over heilige relieken (98 cards)
Petrus (Petros)
Een van de twaalf apostelen van Christus, beschouwd als de voornaamste. Eerste Bisschop van Rome. Pausen zien zichzelf als zijn opvolger. In een bijbels passage (Matt. 16:18–19) verklaart Jezus dat Hij zijn kerk zal bouwen op Petrus, de “rots,” en Petrus krijgt de sleutels van het koninkrijk der hemelen, wat autoriteit symboliseert over binden en lossen.
Mis
De centrale liturgie van de christelijke kerk. Het omvat de transformatie van brood en wijn op het altaar in het lichaam en bloed van Christus, bekend als de “Eucharistie.”
Eucharistie
Eucharistie: Het getransformeerde brood en de wijn in de Mis, die het lichaam en bloed van Christus vertegenwoordigen. Christelijke bijeenkomst waarin christenen op rituele wijze de dood en de verrijzenis van Christus herdenken
Heiligen
Personen die zeer geliefd zijn bij God, doordrenkt met Zijn genade, en beschouwd worden als modellen van deugd en wonderwerkers. In de vroege kerk werden martelaren vaak als heiligen beschouwd, maar nieuwe heiligen in de vierde en vijfde eeuw vonden alternatieve manieren om hun toewijding te tonen, zoals ascetische praktijken.
Simeon de Pilaarheilige
Een heilige die wordt genoemd en die hoge zuilen beklom en daar tientallen jaren stond als een ascetische praktijk.
Heilige Anthonius
(250-356) leefde als een heremiet/kluizenaar leidde uiteindelijk een gemeenschap van toegewijde asceten.
Relieken
Voorwerpen of overblijfselen achtergelaten door heiligen na hun dood, waarvan wordt geloofd dat ze spirituele kracht dragen. Vrome mensen zochten toegang tot deze “bijzondere doden.”
Ambrosius van Milaan
Bisschop van Milaan, die probeerde geestelijken, in plaats van vrome leken, toezichthouders van relieken te maken. Hij liet de relieken van de heiligen Gervasius en Protasius verplaatsen naar zijn kathedraal. Beschermheiligen van Milaan. Zo verbond hij zichzelf, zijn opvolgers en de gehele christelijke gemeenschap van Milaan met de macht van de heiligen. Voorloper andere kerken.
Sack of Rome (Plundering van Rome)
De plundering van Rome door de Visigoten in 410, een cruciale gebeurtenis die de klassieke stijl en het lot van het Romeinse Rijk beïnvloedde.
De Visigoten, onder leiding van Alarik, veroverden en plunderden Rome, wat de symbolische en feitelijke ondergang van de stad markeerde in 410 na Christus.
Barbaren
Een algemene term die door de Romeinen werd gebruikt om verschillende niet-Romeinse volkeren aan te duiden.
Wijster
Wijster: Een nederzetting in Noord-Europa (tegenwoordig in Nederland) die diende als voorbeeld van een Germaanse gemeenschap, bewoond tussen c.150 en c.400.
Ostrogothen
Een oostelijke tak van de Goten, die zich ten noorden van de Zwarte Zee bevonden.
Ostrogoten, onder Theodorik, veroverde in 476 Italië.
Visigoten
Een westelijke tak van de Goten, oorspronkelijk in Roemenië. (Boven Italië). Een Germaanse stam die een belangrijke rol speelde bij de plundering van Rome in 410 en later in de geschiedenis van het West-Romeinse Rijk.
Hunnen
Een nomadisch volk uit West-Centraal Azië dat Roemenië binnenviel en gotische groepen ontwortelden.
Keizer Valens
Een Romeinse keizer (r. 364–378) die werd gedood tijdens de Slag bij Adrianopel in 378. Opstand na dat de Romeinen de vluchtelingen niet binnen lieten.
Alarik (Alaric)
Leider van de Visigoten, verantwoordelijk voor de plundering van Rome in 410. Inspireerde Augustinus om ‘‘City of man’’ te schrijven.
Odoaker (Odoacer)
Een barbaarse leider (Scirische stam) die de laatste Romeinse keizer in het Westen, Romulus Augustulus, afzette in 476 wat de traditionele datum markeert voor de val van het West-Romeinse Rijk. En hij riep zichzelf tot koning van Italië uit.
Theodorik de Grote
Koning van de Ostrogoten die Italië veroverde na Odoacer, leidend tot het einde van het West-Romeinse Rijk.
Speelde in het post-Romeinse politieke landschap een belangrijke rol.
Clovis
Koning van de Franken (r. 481/482–511) die Gallië veroverde en de eerste Germaanse koning was die het katholicisme aannam.
Die de Merovingische dynastie stichtte en zich bekeerde tot het christendom, met een cruciale rol in de kerstening van de Franken.
Byzantijnse Rijk, waarom andere naam
Het oostelijke deel van het Romeinse Rijk dat zijn autonomie behield en doorging als het Byzantijnse Rijk.
Zo getransformeerd in de zevende eeuw dat historici het een nieuwe naam gaven. Naar de oude Griekse naam voor Constantinopel.
Barbaarse Koninkrijken
De nieuwe politieke orde in de zesde eeuw, gekenmerkt door de opkomst van barbaarse koninkrijken en de achteruitgang van de stedelijke samenleving in het Westen.
Arianisme
Een christelijke stroming waarbij de Goten oorspronkelijk tot behoorden, maar latere heersers zoals Clovis kozen voor het katholicisme.
Consolatio Philosophiae
Een werk geschreven door Boëthius (d. 524/526) tijdens zijn gevangenschap, waarin hij de stoïcijnse filosofie gebruikt om troost te vinden.
Lex Burgundionum
Bourgondische wet. Een wetgeving uitgevaardigd in 517 door Sigismund, koning van de Bourgondiërs, die elementen van het Romeinse en Germaanse recht combineerde.