H10: 10.4 Prestatiemotivatie Flashcards

1
Q

Prestatiemotivatie

A

prestatiemotivatie = de motivatie om iets te verwezenlijken en dit goed te doen

studiemotivatie = de motivatie om aan een studie te beginnen en die tot een goed einde te brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De verschillende componenten van prestatiemotivatie: PRESTATIEMOTIVATIE OP BASIS VAN BEHOEFTEN

A

David McClelland ( 1953 )
Prestaties zijn het resultaat van een emotioneel conflict tussen het streven naar succes en het vermijden van mislukking.
Mensen hebben prestatiedrang en faalangst.
( prestatiedrang = de behoefte om iets te verwezenlijken en dit goed te doen, prestatiedrang is een relatief stabiele persoonlijheidstrek; sommige mensen hebben een sterkere prestatiedrang dan andere ; faalangst = angst die voorkomt uit de schaamte die men voelt bij een mislukking, relatief stabiele persoonlijkheidseigenschap )
De balans tussen prestatiedrang en faalangst bepaalt de richting en de intensiteit van de prestatie.

Dit denkkader beperkt zich tot intrinsieke motivatie voor doelen die een individu zichzelf stelt. ( faalangst en prestatiedrang zijn minder bruikbaar als het gaat om extrinsieke motivatie voor een doel dat van buitenaf opgelegd wordt, bv: arbeidsvoorwaarden in een bedrijf die prestatiemotivatie bij arbeiders optimaliseren )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De verschillende componenten van prestatiemotivatie: PRESTATIEMOTIVATIE OP BASIS VAN DOELEN

A

Prestatiedrang en faalangst kunnen beter omschreven worden vanuit doelen die personen aantrekken en afstoten dan vanuit innerlijke behoeften die een persoon voortstuwen.

De grootte van de prestatiedrang wordt nie bepaald door de prestatiebehoefte in een persoon, maar door de waarde van het doel voor de persoon en de verwachting die de persoon heeft om het doel te bereiken.

De mate van faalangst hangt af van de sterkte van de negatieve gevolgen bij een mislukking en de verwachte kans dat het doel niet bereikt zal worden.

Prestatiemotivatie wordt bepaald door drie componenten:
1. taakmotivatie
Men wil de activiteit tot een goed einde brengen, het taakdoel bereiken (komt overeen met de prestatiedrang van McClelland en met de intrinsieke motivatie)
2.Positieve egodoelen
gericht op het prestatieniveau en op de positie ten opzichte van anderen: lokken toenadering uit; het beter willen doen dan anderen om op die manier hun bekwaamheid te tonen
3. Negatieve egodoelen
gericht op het prestatieniveau en op de positie ten opzichte van anderen: induceren vermijding; bang zijn om negatie beoordeeld te worden en daarom onbekende en uitdagende taken vermijden (dit komt overeen met de faalangst van McClelland) je kan ook juist onbereikbare doelen stellen omdat die onbereikbaar zijn voor iedereen, of je kan jezelf een handicap verschaffen (ZELF-HANDICAPPEN = tactiek waarbij iemand de gevolgen van falen voor zichzelf probeert te minimaliseren en de gevolgen van succes probeert te maximaliseren door externe factoren in te roepen) om faalangst te ontsnappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Prestatiemotivatie wordt geleerd

A

Volgens McClelland werden prestatiedrang en faalangst geleerd op basis van de opvoeding die mensen kregen en de ervaringen die ze tijdens hun leven meemaakten.
Volgens de doelgerichte visies over prestatiemotivatie is dit idd grotendeels zo.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evidentie dat prestatiemotivatie geleerd wordt

A

Variabelen die een invloed hebben:

  1. de mate van stimulatie thuis
  2. opvoedingsstijl
    (controlerende opvoeding vs opvoeding gericht op het bevorderen van de autonomie)
  3. het geloof van de ouders in de vaardigheden van hun kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe de taakmotivatie en de aantrekking door positieve egodoelen verworven worden.

A

Het leren houden van uitdagende activiteiten:
Stap 1: tijdens je opvoeding leer je dat succesvol uitvoeren van uitdagende activiteiten gepaard gaat met positieve stimuli ( gevoelens van zelfcompetentie, beloning of lofprijzing )
Stap 2: door deze positieve stimuli wil je activiteit steeds opnieuw doen
Stap 3: na een tijd verminderen de positive stimuli dus ga je opzoek naar een grotere uitdaging

Bandura : zelfregualtie = manier om jezelf te motiveren (door bv jezelf te belonen nadat je kortetermijndoel bereikt hebt, met langetermijndoelen werkt het niet want die liggen te ver in de toekomst en vormen dus geen effectieve stimulansen aangezien ze niet snel genoeg gerealiseerd kunnen worden
je moet haalbare doelen stellen en daarvoor moet je rekening houden met je eigen capaciteiten maar ook met de omstandigheden waaronder er gewerkt moet worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe het vermijden van negatieve egodoelen (faalangst) verworven wordt.

A

op dezelfde manier als taakmotivatie en het aangetrokken worden door positieve egodoelen:
Na herhaaldelijke onaangename ervaringen ten gevolge van een mislukking leert een persoon een activiteit met negatieve ervaringen associeren. De persoon is dan steeds minder geneigd om deze activiteit uit te voeren en zal ontsnappingsgedrag vertonen wanneer het toch moet.
De manier waarop iemand tegen mislukkingen aankijkt speet ook een rol.
Als je gelooft dat een mislukking te wijten is aan een vaststaande persoonlijkheidstrek is het niet moeilijk dat je dan je mislukking volgens een egodoel zult interpreteren, als je daarin tegen gelooft dat een mislukking te wijten is aan een veranderbare eigenschap zal je het volgens een taakdoel interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly