H10.1: Het centrale zenuwstelsel en de endocriene organen Flashcards

(46 cards)

1
Q

hoe weet een hormoon wat een doelwitcel?

A

de doelwitcellen hebben receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke categorieën receptoren zijn er?

A
  • kernreceptoren
  • membraangebonden receptoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kernreceptoren

A

elementen in de kern van een cel die in staat zijn om hormonen te binden en een signaal te genereren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat voor hormonen hebben kernreceptoren?

A

hormonen die het celmembraan moeten kunnen passeren:
- steroid hormonen
- schildklierhormoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hormonen membraanreceptoren

A

eiwithormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

membraanreceptoren

A

binding => conformatieverandering receptor => signaal in cel geactiveerd (veelal via G-eiwitten) => enzymen in cel geactiveerd => bv ATP, cAMP, proteine kinases …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke vormen van hormooncommunicatie zijn er?

A
  • endocrien
  • paracrien
  • autocrien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

paracrien

A

communicatie tussen nabij gelegen cellen; hormoon wordt afgegeven aan de interstitiele vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

autocrien

A

cel reguleert zichzelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

belangrijkste endocriene klieren

A
  • hypofyse (pituitary gland)
  • schildklier
  • bijschildklieren
  • bijnieren
  • testis
  • overia
  • pancreas
    (hypothalamus: het zijn zenuwcellen die hormonen produceren dus niet klassiek)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

klassieke endocriene as

A

hypothalamus =hypothalaam hormoon> hypofyse voorkwab =hypofyse voorkwab hormoon> perifere endocriene klier =perifeer hormoon> doelwit orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar in de klassieke endocriene as vindt er feedback plaats?

A
  • bijna altijd perifere hormoon naar of de hypofyse of de hypothalamus
  • hypofyse naar hypothalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

voorbeelden endocriene ziekten

A
  • acromegalie
  • ziekte van cushing
  • ziekte van addison
  • ziekte van graves
  • ziekte van hashimoto
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

acromegalie

A

tumor in hypofyse die te veel groeihormoon maakt; reuzengroei of vergroting organen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ziekte van cushing

A

te veel bijnierschorshormoon (te weinig = addison)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hypofyse achterkwab

A

een soort verlengstuk van de hersenen; uitlopers van zenuwcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

hypothalamus twee soorten neuronen

A
  • neuronen met grote cellichamen en lange uitlopers: lopen in dat verbindingsstuk naar de hypofyse helemaal naar de achterkwab toe. de hormonen die in de hypofyse achterkwab worden uitgegeven worden al in de hypothalamus geproduceerd.
  • kleine neuronen met korte uitlopers. geven al vroeg hun hormonen af aan het bloedsysteem dat ook in de verbinding tussen hypothalamus en hypofyse gelegen is en via de bloedbaan bereiken die hormonen de hypofyse voorkwab.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

hypofyse voorkwab

A

hormonen die hier dus via het bloed komen binden aan receptoren op hormoonproducerende cellen en deze gaan dan hormonen afgeven

20
Q

hypofyse voorkwab hormonen

A
  • TSH
  • ACTH
  • FSH/LH
  • groeihormoon
  • prolactine
  • endorphines (pijnsensaties)
21
Q

hypofyse achterkwab

A

produceert zelf niet de hormonen maar geeft het alleen af aan het bloed

22
Q

hypothalamus/hypofyse achterkwab hormonen

A
  • oxytocine
  • ADH/vasopressine
23
Q

grote stuk hypofyse

24
Q

voorkwab en achterkwab

A

gescheiden van elkaar door een bindweefsellaag

25
voorkwab histo
eilandjes van hormoonproducerende cellen
26
achterkwab histo
hele kleine celletjes: allemaal uitlopers van zenuwcellen afkomstig van de hypothalamus en kernen van steuncellen die ervoor zorgen dat de uitlopers ter plekke komen
27
verdeling van hormoon producerende cellen in voorkwab
- 50% groeihormoon - 15% prolactine - 20% corticotroop - klein deel LH of FSH
28
somatotrope cellen
groeihormoonproducerend
29
lactotrope cellen
prolactine producerend
30
thyrotrope cellen
TSH
31
gonadrotrope cellen
LH / FSH
32
corticotroop
ACTH
33
bijnier as
hypothalamus: CRH/ADH hypofyse voorkwab: ACTH stimuleert in bijnier cortisol en bijnierandrogenen
34
schilklieras
hypothalamus: TRH hypofyse voorkwab: TSH stimuleert in lever schildklierhormoon T4 (inactief) wordt omgezet in het lichaam in actief T3
35
groeihormoon as
hypothalamus: somatostatine en GHRH hypofyse voorkwab: GHRH => groeihormoon somatostatine; kan groeihormoon remmen groeihormoon in lever maakt insulin-like growthfactoe I
36
IGF-1
belangrijkstye effector van groei
37
ghreline
- stimuleert groeihormoon afgifte - stimuleert GHRH afgifte
38
gonade as
hypothalamus: GnRH hypofyse voorkwab: LH / FSH testes / ovaria: LH: vorming gele lichaam en testosteron FSH: oestrogeen
39
prolactine as
zoogreflex =CZS> hhypothalamus => dopamine wordt geremd =? prolactine cellemn in voorkwab minder geremd ook bij zoogreflex: + oxytocine via achterkwab dopamine remt prolactine
40
slaap
- groeihormoon hoog - prolactine hoog - TSH hoog
41
ochtend
- ACTH hoog
42
middernacht ACTH
laag
43
waarom ritmes?
receptoren moeten ook rust hebben om de gevoeligheid te behouden
44
veel hormonen zijn in de circulatie gebonden aan bindende eiwitten
klein deel is vrij; dit is biologisch actief
45
in welke situaties veranderd de hoeveelheid hormoon gebonden aan eiwit?
oestrogenen in de pil => meer gebonden hormoon. hierdoor heb je eerst minder vrij hormoon. maar door feedback mechanisme merkt lichaam te kort en gaat meer vrij hormoon te produceren . hierdoor wordt de totale hoeveelheid hormoon veel hoger, maar de hoeveelheid vrije hormoon is wel normaal en gezond
46