H15 Psychological disorders and treatment Flashcards

(51 cards)

1
Q

Welke vier D’s zijn van belang bij het diagnosticeren van een psychologische stoornis?

A

Deviance - in hoeverre gedrag onacceptable of ongewoon zijn in de huidige maatschappij
Distress - Negatieve gevoelens die iemand heeft ten gevolge van de aandoening
Dysfunction - in hoeverre iemand nog normaal kan functioneren of niet
Danger - of iemand een gevaar voor zichzelf of voor anderen is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de DSM-5?

A

De huidige versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Psychological Disorders. Dit handboek specificeert criteria om te bsluiten of iets officieel een stoornis is of niet. Het vermeldt vele categorieen en subcategorieen van stoornissen samen met criteria om ze te identificeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is een psychologische aandoening gedefinieerd door de American Psychiatric Association? Welke dubbelzinnigheid zit in die definitie?

A

Een syndroom dat gekenmerkt wordt door een klinisch significante verstoring van de cognitie, emotie regulatie, of het gedrag van een persoon die een disfunctie in de psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen reflecteert die onderliggend zijn aan het mentale functioneren. Mentale stoornissen zijn meestal geassocieerd met significante angst/stress in sociale, werkgerelateerde, of andere belangrijke activiteiten. Een verwachte of cultureel goedgekeurde reactie op een normale stressor zoals een verlies, zoals de dood van een geliefde, is geen psychologische stoornis. Sociaal afwijkend gedrag en conflicten die primair tussen een individue en de maatschappij plaatsvinden, zijn geen psychologische stoornissen, tenzij het afwijkende gedrag of conflict resulteert uit een disfunctie van de persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe verschilt validiteit van betrouwbaarheid? Hoe kan de validiteit van DSM-5 verbeterd worden door verder onderzoek en revisies?

A

Betrouwbaarheid is de mate waarin verschillende therapeuten op basis van dezelfde omschrijving, dezelfde diagnose zouden geven.
Validiteit is de mate waarin de geidentificeerde categorieen nuttig en betekenisvol zijn voor de therapeuten. (lijden mensen met dezelfde diagnose idd op dezelfde manier? komt dit uit gelijke oorzaken voort? helpt het label om het verloop te voorspellen en te behandelen?)

Validiteit is veel complexer dan betrouwbaarheid en moet gebaseerd zijn op onderzoek. Meer onderzoek zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn mogelijke positieve en negatieve consequenties van het labelen van een persoon met een psychologische aandoening? Wat wordt aanbevolen als een gedeeltelijke oplossing voor dit probleem?

A

Positieve consequenties - essentieel voor het bestuderen van wetenschappelijke studie van psychologische stoornissen
Negatieve consequenties:
* Stigma, mensen worden anders behandeld
* Verlagen van eigenwaarde
* Zorgt ervoor dat behandelaars niet verder kijken en iemand niet meer als persoon zien

Zorg ervoor dat je mensen niet labelt maar dat je de aandoening labelt, bijv. niet jij bent schizofreen maar jij hebt schizofrenie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn cultuur-gerelateerde syndromen? Geef hier voorbeelden van.

A

Uitingen van mentale distress die bijna alleen maar voorkomen in specifieke culturen.
* Anorexia & Bulimia - overal waar de westerse media binnen is gedrongen
* Internet verslaving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe laat het voorbeeld van homoseksualiteit de rol van cultuur zien in de bepaling wat wel en geen aandoening is?

A

Tot 1973 werd homoseksualiteit als stoornis gezien maar daarna is het uit DSM verdwenen doordat duidelijk werd dat mensen niet leden onder de homoseksualiteit maar onder de sociale vooroordelen tegen homoseksuelen, doordat homoseksuelen en lesbische mensen zich uitspraken tegen het feit dat dit als stoornis werd gezien en doordat mensen homoseksualiteit gewoner begonnen te vinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt ADHD geidentificeerd en behandeld? Hoe verklaren critici de hoge mate van ADHD diagnoses die worden gesteld?

A

Attention-deficit/hyperactivity disorder 3 types:
1. Inattentive type
2. Hyperactive impulsive type
3. Gecombineerde type

De meeste kinderen krijgen de diagnose na problemen op school. De meeste kinderen worden behandeld met medicijnen methylphenidate (ritalin of concerta), die de activiteit van dopamine en noradrenaline in de hersenen vergroten. Het is onduidelijk wat de lange termijn effecten van deze drugs zijn.

Critici stellen dat kinderen steeds meer gevraagd wordt zich te voegen naar een rigide schoolsysteem en zodra ze dat niet kunnen krijgen ze de diagnose ADHD.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zijn het syndroom van Down en Alzheimer gekenmerkt als hersenziekte?

A

Syndroom van Down - geboorteafwijking waarbij kinderen een extra chromosoom in het 21ste paar hebben. (trisomi 21) Dit zorgt voor schade aan de hersenen, zodat de persoon door het leven gaat met een gemiddelde tot zware verstandelijke handicap en met problemen in fysieke coordinatie.
Alzheimer - met name bij oudere mensen, waarbij cognitieve vaardigheden van een persoon sterk verminderen, zoals geheugen, redeneren, ruimtelijk inzicht en taal. Dit wordt gevolgd door het verlies van controle over lichaamsfuncties. Het wordt veroorzaakt door een combinatie tussen genen en algemene aftakeling tijdens het ouder worden. Dan zijn er ook nog levensstijl factoren die een rol spelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kunnen de oorzaken van psychologische aandoeningen worden gecategoriseerd in 3 types? De drie P’s?

A
  1. Predisposing - oorzaken die ervoor zorgen dat iemand gevoeliger is voor de stoornis en die er al zijn voordat een persoon de stoornis heeft. Denk aan genen, maar ook levensstijl en omgevingsinvloeden zoals opvoeding.
  2. Precipitating - directe oorzaken die ervoor zorgen dat iemand de stoornis krijgt. Denk hierbij aan zeer stressvolle ervaringen, bijv. verlies maar ook oorlog.
  3. Perpetuating - dit zijn de consequenties van de stoornis die ervoor zorgen dat deze voortduurt, bijv. doordat het gedrag beloond wordt, of slecht slapen, eten, sporten, etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke 4 manieren kunnen sekse verschillen in prevalentie van specifieke psychologische aandoeningen worden verklaard?

A

Mannen krijgen vaker de diagnose intermittent explosive disorder, antisocial personality disorder en substance use disorder. Vrouwen vaker anxiety disorders en depressie:
1. Verschil in het rapporteren van symptomen - mannen doen dit minder dan vrouwen
2. Bias bij de behandelaar
3. Verschil in de ervaring van stressvolle gebeurtenissen - vrouwen leven vaker in armoede/slechte omstandigheden/meer geweld en de taken die vrouwen op zich nemen maken hen gevoeliger voor depressie.
4. Verschil in manieren van reageren op stressvolle gebeurtenissen - vrouwen keren naar binnen en mannen vaker naar buiten - dit is mogelijk biologisch.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn angststoornissen?

A

Stoornissen waarbij angst of distress de belangrijkste verstoring is. De hoofdcategorieen zijn:
* gegeneraliseerde angststoornis
* Fobieen
* Paniekstoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kan een algemene/generaliseerde angststoornis begrepen worden in termen van hyperwaakzaamheid, genen, vroege traumatische ervaringen, en culture condities?

A

**Gegeneraliseerde angststoornis ** - mensen die zich de hele tijd zorgen maken over vanalles over een periode van 6 maanden op meer dagen wel dan niet, waardoor spierspanning, irritatie en slaapproblemen ontstaan.

Mensen die deze stoornis ontwikkelen zijn gemiddeld rond 31 jaar, na een grote verandering of zeer stressvolle situatie. Mensen die deze stoornis ontwikkelen hebben vaak al last van hyperwaakzaamheid. Deze hyperwaakzaamheid kan ontstaan door:
1. genetische invloeden op hersenontwikkeling
2. traumatische ervaringen in de jeugd
3. culturele condities zoals verminderde stabiliteit in werk en sociaal leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een fobie?

A

Een intense irrationele angst voor een specifiek object of situatie. Deze angst moet langdurig zijn en het alledaagse leven behoorlijk in de war schoppen. Mensen met een fobie zijn hyperwaarzaam voor het specifieke object of de specifieke situatie waar ze een fobie voor hebben ontwikkeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk bewijs linkt fobieen aan het type angsten die de meeste mensen hebben?

A

Het verschil tussen een normale angs en een fobie heeft te maken met de mate van angst. Fobieen komen het vaakst voor bij dingen die de meeste mensen tot op zeker hoogte ook eng vinden, bijv. hoogtes, slangen en spinnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kunnen fobieen worden uitgelegd in leertermen die door evolutie zijn voorbereid?

A

Klassieke conditionering speelt vaak een rol bij het ontwikkelen van een fobie waarbij iemand een traumatische ervaring heeft en daarna een fobie ontwikkelt. Hierbij is het van belang om te erkennen dat mensen zelden een fobie voor bijv. auto’s ontwikkelen terwijl daar vaker ongelukken mee gebeuren. Dit komt omdat evolutie mensen lijkt te hebben voorbereid op bepaalde dingen die gevaarlijk zijn zoals bijv. bepaalde dieren en hoogtes.

Mensen die veel veilige ervaringen hebben met een bepaald iets, lopen minder kans om daar een fobie voor te ontwikkelen.

Daarnaast kijken mensen met fobieen het liefst niet naar datgene waarvoor ze bang zijn, waardoor er een negatieve bekrachtiging optreedt, waardoor ze het ding nog meer gaan vermijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Zijn fobieen, zoals een angst voor slangen, aangeboren? Kan een evolutionair perspectief ons helpen om sommige fobieen te verklaren?

A

Mensen worden geboren met een vatbaarheid voor angst voor bepaalde dingen die tijdens de evolutie gevaarlijk bleken, zoals slangen, spinnen, donker en hoogtes. Dit blijkt uit onderzoek bij kinderen die makkelijker bang te maken zijn voor slangen dan andere dieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een paniek stoornis? Welk aangeleerd denkpatroon kan mogelijk een voortdurende oorzaak zijn van een paniek stoornis?

A

Een paniekstoornis is een stoornis waarbij iemand last heeft van onverwachte paniekaanvallen, waarbij iig 1 daarvan wordt gevolgd door een invaliderende zorg dat er nog een aanval zal plaatsvinden of door levensbeperkende veranderingen in gedrag die gemotiveerd zijn door angt om nog een paniekaanval te krijgen.

Dit is iets anders van de paniekaanval zelf.

Paniekslachtoffers lijken specifiek gevoelig en angstig voor fysiologische veranderingen die lijken op veranderingen bij angstige opwinding.
Een perpetuating en predisposing oorzaak is de aangeleerde neiging om deze fysiologische opwinding als catastrofaal te interpreteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is agorafobie?

A

Angst voor publieke ruimtes, mensen zijn bang om vast te komen zitten of om niet geholpen te kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe zijn obsessieve-compulsieve stoornissen vergelijkbaar met fobieen? Hoe zijn ze verschillend? Welke soorten obsessies en dwanghandelingen zijn het meest voorkomend?

A

Een obsessieve (verstorende gedachte die vaak terugkomt) compulsieve (repetitieve actie die wordt uitgevoerd in reactie op de obsessie) stoornis wordt gedefinieerd als obsessieve gedachte en compulsieve handelingen die minimaal 1 uur per dag kosten en werk en sociale relaties serieus belemmeren.

Deze zijn vergelijkbaar met fobieen in dat ze ook gerelateerd zijn aan een specifieke angst, alleen deze angst zit alleen in het hoofd van de persoon en kan verlicht worden door een bepaald ritueel uit te voeren. Mensen lijden hierbij ook extra net als bij fobieen doordat ze weten dat hun angst irrationeel is.

De meest voorkomende obsessies zijn angst voor ziekte, misvorming en dood en de meest voorkomende dwanghandelingen zijn controleren of schoonmaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kan schade aan bepaalde delen van de hersenen resulteren in een compulsieve-obsessieve stoornis?

A

Het lijkt erop dat schade aan een circuit tussen de frontaal kwab, limbisch systeem en basale ganglia ervoor zorgt dat er geen gevoel van afsluiting of veiligheid plaatsvindt, die normaal gesproken wel plaatsvindt bij het uitvoeren van een beschermende actie. Mensen met deze aandoening melden ook vaak dat ze geen gevoel van aflsuiting ervaren. Het lijkt er ook op dat mensen met OCD verminderde executieve vaardigheden hebben tov van anderen, ze kunnen dus minder makkelijk inhiberen en van taak wisselen.

22
Q

Hoe verschilt een posttraumatische stress stoornis van andere angststoornissen?

A

PTSS (prosttraumatische stress stoornis) wordt veroorzaakt door een stressvolle gebeurtenis. Deze mensen ervaren de volgende 3 symptomen:
1. Ongecontroleerd herervaren bijv. nachtmerries, flashbacks en distress bij herinneren
2. Verhoogde opwinding - slapeloosheid, irritatie, overdreven schrikreacties, moeilijkheid met concentreren
3. Vermijden van gedachten en situaties, wat zich kan uiten in emotionele verdoving en sociale terugtrekking

23
Q

Welke condities zijn het meest bevorderlijk om een posttraumatisch stress syndroom te ontwikkelen?

A
  1. Mensen met verminderde cognitieve vaardigheden zijn mogelijk gevoeliger voor PTSS (correlatie, onduidelijk richting van verband)
  2. Mensen die herhaaldelijk en over langere periodes zijn blootgesteld aan traumatische ervaringen ontwikkelen sneller PTSS.
24
Q

Waarom zijn sommige mensen gevoeliger om PTSS te ontwikkelen dan anderen?

A

Dit heeft te maken met een aantal factoren:
* Mate van emotieregulatie (executieve vaardigheden)
* Sociale steun die mensen krijgen
* Genen

25
Welke soorten stemmingsstoornissen worden gedefineerd in DSM-5? Leg uit.
* Depressieve stoornissen * Bipolaire en gerelateerde stoornissen
26
Welke twee hoofdsoorten van een depressieve stoornis zijn er? Leg uit.
Een **depressie** wordt gekenmerkt door langdurig verdriet, zelfverwijten, een gevoel van waardeloosheid en het gemis van plezier. Een **depressieve stoornis** is een depressie die zeer erg is of zeer lang duurt en die niet te koppelen is aan een specifieke gebeurtenis, hoewel de depressie hierdoor wel getriggerd of verergerd kan zijn. Er worden twee hoofdsoorten in DSM-5: * Major depression - zeer erge symptomen zonder verslapping voor meer dan 2 weken * Dysthymia - aanhoudende depressieve stoornis, minder ernstige symptomen die minimaal 2 jaar duren. Als mensen beide hebben, wordt gesproken van een dubbele depressie.
27
Wat zijn overeenkomsten en verschillen tussen een depressie en een algemene angststoornis?
Deze twee stoornissen komen zeer waarschijnlijk voort uit dezelfde genen, meestal vindt een algemene angststoornis plaats voordat iemand depressief wordt. Het vershil tussen de twee is dat de algemene angststoornis een panische manier is om om te gaan met de dreigingen van het leven door zich zorgen te maken en hyperwaarkzaam te zijn waarbij iemand met een depressie het heeft opgegeven, niet met het leven omgaan en concluderen dat het niet de moeite waard is.
28
Welk denkpatroon maakt een persoon gevoelig voor depressie, volgens de hopeloosheidstheorie? Welk bewijs is er voor deze theorie?
**Hopeloosheidstheorie** stelt dat depressie resulteert uit een denkpatroon over negatieve situaties waarbij iemand: * Ervanuitgaat dat een negatieve situatie desastreuze gevolgen zal hebben * Ervanuitgaat dat de negatieve situatie iets negatiefs over hem- of haarzelf zegt * Ervanuitgaat dat de oorzaak van de negatieve situatie stabiel en globaal is, dus het zal er altijd zijn en geldt voor alles. Bewijs voor de theorie is gevonden bij een aantal studies die keken naar de mate van hoop die mensen hadden en de kans dat ze in de komende jaren een depressie zouden ontwikkelen. Daarnaast helpt cognitieve therapie bij het veranderen van denkpatronen wat dan ook weer depressieeve symptomen vermindert.
29
Hoe kan rumineren zorgen voor een verslechtering van een depressie?
**Rumineren** is een herhaaldelijke en passieve focus op symptomen van angst (distress) en op specifieke oorzaken en gevolgen van deze symptomen. Rumineren zorgt voor het behoud of verslechtering van de depressie doordat de negatieve gedachten blijven komen en dit denken in de weg gaat zitten van het oplossen van het probleem.
30
Hoe liet Kendler zien dat voor het begin van een grote depressie normaal gesproken een genetische gevoeligheid en een zeer stressvolle levensgebeurtenis nodig is?
Kendler keek naar tweelingen: * had iemand net een stressvolle gebeurtenis doorstaan * had de zus of broer een historie van depressie * of deze persoon in een depressie terecht kwam binnen een maand Hieruit kwam naar voren dat bij mensen waar geen stressvolle ervaring was geweest, de mate van depressie voor alle groepen gelijk was. Voor mensen die wel een stressvolle gebeurtenis hadden doorstaan, bleek dat degene met een een broer of zus met een historie van depressie meer kans te hebben dan zonder historie. Hierbij kwamen een-eiige tweelingen het hoogste uit omdat die genetisch op elkaar lijken, lijkt het erop dat genen wel degelijk een rol spelen.
31
Welk vroege bewijs ondersteunt de theorie dat een depressie resulteert uit een tekort aan neurotransmitters noradrenaline en serotonine? Waarom wordt er nu aan deze theorie getwijfeld?
Alle medicijnen die gebruikt worden om depressie te behandelen verhogen de hoeveelheid of activiteit van noradrenaline en serotonine waardoor werd gedacht dat depressie werd veroorzaakt door een tekort hieraan. Hier wordt nu aan getwijfeld omdat deze medicijnen een vertraging van ongeveer 2 weken hebben voordat ze gaan werken. Daarbij komt dat de meeste mensen met een depressie geen lage niveaus van deze neurotransmitters laten zien.
32
Hoe kan een stressvolle gebeurtenis de hersenen dusdanig veranderen dat hierdoor een depressie ontstaat volgens een nieuwe theorie?
Over perioden van weken of maanden zorgt een verhoogd niveau van cortisol voor een kleine maar meetbare krimp van delen van de hersenen, waaronder de prefrontale cortex en de hippocampus. Deze veranderingen zijn omkeerbaar. Tijdens perioden van minder stress worden deze delen weer groter. Verhoging van noradrenaline en serotonine kan over een periode van weken ook zorgen voor een vergroting van deze delen van de hersenen. Hiermee zou de werking van deze medicijnen verklaard kunnen worden.
33
Hoe kan een milde depressie na een verlies mogelijk adaptief zijn?
Hierdoor gaan we langzamer, zorgt ervoor dat we realistischer denken, zorgt ervoor dat we ons afkeren van doelen die onbereikbaar zijn, signaleert naar anderen dat we geen dreiging zijn en dat we hulp nodig hebben.
34
Hoe kunnen depressieve stemmingen mogelijk varieren, adaptief, afhankelijk van de situatie, volgens Keller en Nesse?
* Winterdepressie - verhoogde eetlust, slaperigheid en letargie waardoor we energie besparen voor een zware winter * Depressie volgend op verlies van partner (dood of uit elkaar) bestaat uit huilen en verdriet waardoor we signaleren aan anderen dat we hulp nodig hebben * Depressie volgend op herhaaldelijk falen bestaat uit zelfverwijten en pessimisme waardoor we gemotiveerd zijn om nutteloze activiteiten los te laten en te onze doelen te herevalueren.
35
Welke twee soorten bipolaire stoornissen worden geidentificeerd in DSM-5? Leg uit.
**Bipolaire I stoornis** - klassieke type waarbij iemand minimaal 1 manische episode heeft gehad, wel of niet gevolgd door een depressie **Bipolaire II stoornis** - gekenmerkt door een minder extreme manische periode, die we hypermanie noemen, ipv een echte manische periode. Deze stoornissen zijn erfelijk en kan vaak worden behandeld met reguliere doses Lithium. Dit werkt met name op basis van het versterken van het overleven, ontwikkelen en functioneren van neuronen.
36
Hoe worden manische toestanden ervaren?
Deze worden gekenmerkt door allesomvattende euforische gevoelens waardoor iemand denkt dat die alles kan, veel praten, minder slaap, veel energie en enthousiasme. In het begin van een manische episode en tijdens een hypermanische episode leiden deze gevoelens tot verhoogde productiviteit, maar na een tijdje gaat zich steeds minder logisch gedragen, worden de waanbeelden erger en het gedrag gevaarlijker. (mensen denk dan bijv. dat ze kunnen vliegen) Sommige mensen ervaren deze staat ook als extreem geirriteerd, wantrouwend en met destructieve woede.
37
Welk bewijs is er dat hypomania linkt aan creativiteit?
* Studies laten zien dat mensen met een verhoogde creativiteit een grotere kans hebben op een bipolaire stoornis. Dit is altijd met terugwerkende kracht gedaan waardoor de link onduidelijk is. Het kan ook zijn dat hypomanische episoden het resultaat zijn van die creativiteit en niet de oorzaak. Het kan ook nog zijn dat mensen die een extreme stemmingen ervaren meer behoefte hebben om die stemmingen op creatieve manieren uit te drukken. * UIt een metaanalyse is naar voren gekomen dat mensen met een hoge creativiteit een grotere kans hebben om een bipolaire stoornis te ontwikkelen. * Openheid (big 5) correleert met creativiteit en ook met hypomania. Mensen met een bipolaire stoornis scoren hoger op testen voor creativiteit en openheid voor nieuwe ervaringen (big 5). * Schrijvers en artiesten met een hogere mate van psychopathologie waren ook beroemder
38
Wat is schizofrenie? En welke 5 hoofdklassen van symptomen horen bij schizofrenie?
**Schizofrenie** - een serieuze afname van de mogelijkheid tot werken, voor zichzelf zorgen, en sociaal te verbinden met anderen. De persoon moet ook minimaal 1 maand, 2 van de volgende symptomen laten zien: 1. Ongeorganiseerd denken en praten - laat een onderliggende probleem zien in de mogelijkheid om logisch en coherent te denken 2. Waanbeelden - een onware overtuiging waar iemand aan vast houdt, ook al is er veel bewijs de andere kant op. Veel voorkomende types zijn achtervolgingswaan, waanbeelden dat iemand anders je gedachten of gedrag bestuurt, grootheidswaan. 3. Hallicunaties - niet bestaande zintuigelijke ervaringen, dingen horen en zien die er niet zijn. Meestal gaat het om horen en versterken deze de waanbeelden. 4. Zeer ongeorganiseerd en catatonisch gedrag - acties die zeer ongepast zijn in de context, mensen kunnen context niet koppelen aan gedrag, **catatonisch gedrag** is gedrag waarbij iemand niet reageert op de omgeving, danwel door rusteloze bewegingen die geen nut hebben, dan wel door periodes van totaal geen beweging 5. Negatieve symptomen - dit zijn symptomen die een gebrek aan of vermindering van verwacht gedrag, gedachten, gevoelens en behoeften laten zien. Denk hierbij aan vertraging van beweging en spraak, verminderd gevoel, verlies van behoefte aan bijv. eten, verlies van plezier in het vullen van behoeften, en sociale terugtrekking.
39
Welke vroege bewijs ondersteunde de dopaminetheorie over schizofrenie? Waarom wordt er aan de simpele vorm van deze theorie vandaag de dag getwijfeld?
Het idee dat schizofrenie ontstaat als er teveel hersenactiviteit is bij die synapsen waar dopamine de neurotransmitter is. Dit werd ondersteund door het feit dat het reduceren van positieve symptomen direct proportioneel was aan de mate waarin de medicijnen dopamine blokkeerden. Daarnaast kan cocaine en amphetamine de symptomen verergeren en zijn dit drugs die dopamine actie versterken. Er wordt nu aan deze theorie getwijfeld omdat dit niet de negatieve symptomen verklaart.
40
Wat is de nieuwe theorie voor schizofrenie? Welk bewijs is er dat een defect in glutamaat neurotransmissie een rol speelt bij schizofrenie?
Nu wordt gedacht dat schizofrenie wordt veroorzaakt door ongewone patronen van dopamine activiteit. Sommige plekken laten overactiviteit en andere plekken onderactiviteit zien. Er wordt daarnaast gekeken naar de rol van glutamaat in schizofrenie. * Onderzoek suggereert dat een van de belangrijkste glutamaatreceptoren defect is in mensen met schizofrenie, waardoor er een vermindering in effectiviteit van glutamaat neurotransmissie plaatsvindt. * De drug PCP (Phenylcyclidine) - angel dust - blokkeert glutamaat overdracht en kan de volledige range van schizofrenie symptomen veroorzaken.
41
Hoe kan een overdrijving van een normale ontwikkelingsverandering tijdens adolescentie helpen bij het ontstaan van schizofrenie?
Tijdens de adolescentie ondergaan de hersenen structurele veranderingen - pruning zorgt voor het verlies van veel neuronen en er groeien connecties/synapsen. Het resultaat is een vermindering van grijze massa en een vergroting van witte massa. Sommige onderzoekers suggereren dat het verlies van teveel neuronen tijdens pruning de oorzaak is van schizofrenie bij iig een aantal mensen. In hersenscans wordt een grotere afname van grijze materie gezien bij mensen met een risico op schizofrenie dan bij mensen die dat niet hebben.
42
Hoe ondersteunen varierende ratios van overeenstemming van schizofrenie tussen verschillende klassen van familieleden het idee dat erfelijkheid een rol speelt bij de gevoeligheid voor de stoornis?
**Concordance of overeenstemming** is de mate waarin familieleden van iemand met een bepaalde aandoening deze aandoening ook hebben. Bij schizofrenie is duidelijk te zien dat de overeenstemming oploopt naarmate iemand genetisch meer lijkt op iemand met schizofrenie: 48% voor eeneiige tweelingen, 17% voor tweeeiige tweelingen, 9% voor broers en zussen, etc. Veel verschillende genen zijn betrokken, en er zijn geen specifieke genen of kleine groepen genen ontdekt die schizofrenie veroorzaken.
43
Welke soorten van verstoringen in hersenontwikkeling worden gezien als mogelijke oorzaken die iemand vatbaarder maken voor schizofrenie?
Het feit dat tweeiige tweelingen een grotere kans hebben op schizofrenie dan broers en zussen, duidt mogelijk op een invloed tijdens de zwangerschap, door: * Ondervoeding - bewijs hiervoor is dat mensen die direct na de hongerwinter zijn geboren een grotere kans op schizofrenie hebben, hetzelfde in China voor de chinese hongersnood * Virale infecties tijdens de zwangerschap * Complicaties tijdens de geboorte Bij al deze mensen wordt een verhoogde kans op schizofrenie gevonden. Daarnaast kan hersenschade voor het 10de jaar hier ook voor zorgen.
44
Welk bewijs suggereert dat de familieomgeving schizofrenie kan bevorderen, maar alleen bij die mensen die genetisch gevoelig zijn voor de stoornis?
Onderzoek bij adoptie kinderen in Finland laat zien dat kinderen met een hoog risico op schizofrenie dit eerder ontwikkelen als hun adoptieouders op een ongeorganiseerde en moeilijk te volgen manier communiceerden of zeer emotioneel waren, vs kinderen waarvan de adoptie ouders op een kalme en georganiseerde manier communiceerden.
45
Welke cross-culturele verschillen worden gezien in de mate van herstel bij schizofrenie? Welke verklaringen zijn hier mogelijk voor?
Schizofrenie lijkt in alle culturen in dezelfde mate voor te komen, veel mensen herstellen van schizofrenie maar de mate van herstel verschilt: * Mensen in ontwikkelingslanden hadden een betere kans om te herstellen dan mensen in eerste wereld landen Redenen hiervoor zijn mogelijk: * Mensen in ontwikkelingslanden plaatsen minder waarde op onafhankelijkheid en vinden het mogelijk minder erg om voor iemand te zorgen die hulp nodig heeft. Minder kritisch en meer accepterende naar mensen met schizofrenie. * Mensen in ontwikkelingslanden noemen dit minder snel schizofrenie of denken dat dit permanent is. Ze noemen het een geval van zenuwen. Mogelijk zoeken mensen hierdoor eerder hulp. * Mensen in ontwikkelingslanden kunnen vaak ander werk doen zoals helpen op een boerderij, waar ze in ontwikkelde landen geen 9 tot 5 baan kunnen houden. * Mensen in ontwikkelde landen werden vaak behandelt met antipsychotische medicatie voor langere periodes. Het is onduidelijk of dit een rol speelt maar er is een behandelingscentrum in India met de hoogste herstelpercentage die helemaal geen medicatie gebruikt.
46
Benoem een ontwikkelingsmodel voor schizofrenie
* Iemand heeft een genetische gevoeligheid voor schizofrenie -> Verstoringen tijdens de zwangerschap of de vroege kindertijd * Afwijkingen in de neurologische ontwikkeling tijdens de adolescentie -> Stressvolle levenservaringen (onduidelijke, drukke, emotionele thuisomgeving) * Start van schizofrenie -> Stressvolle effecten van de stoornis * Doorgaande neurologische degeneratie en chronische schizofrenie
47
Wat is een persoonlijkheidsstoornis? En hoe is dit gelijk aan en anders dan gerelateerde, maar serieuzere, stoornissen?
Een **persoonlijkheidsstoornis** wordt gedefineerd als een langdurig patroon van gedachten, gevoelens, en gedrag dat de eigenwaarde, doelen en capaciteit voor intimiteit/empathie schaadt en wordt geassocieerd met significante stress en handicap. Het lijkt erop dat de mate waarin het gedrag, de gedachten en gevoelens afwijkend zijn, maakt dat iemand binnen de persoonlijkheidsstoornis categorie valt of binnen een andere serieuzere stoornis.
48
Beschrijf de drie clusters van persoonlijkheidsstoornissen - in weinig detail.
**Cluster A** - vreemde persoonlijkheidsstoornissen - heeft veel gemeen met schizofrenie. Hieronder vallen: 1. Paranoide persoonlijkheidsstoornis 2. Schizoide persoonlijkheidsstoornis 3. Schizotypal persoonlijkheidsstoornis **Cluster B** - dramatische persoonlijkheidsstoornissen - mensen in dit cluster laten zeer emotionele, dramatische en onberekenbaar gedrag zien. Hieronder vallen: 1. Antisociale persoonlijkheidsstoornis 2. Borderline persoonlijkheidsstoornis 3. Histrionische persoonlijkheidsstoornis 4. Narcistische persoonlijkheidsstoornis **Cluster C** - Angstige persoonlijkheidsstoornissen - mensen in dit cluster zijn zeer angstig en gestresst. Hieronder vallen: 1. Vermijdende persoonlijkheidsstoornis 2. Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis 3. Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis
49
Beschrijf cluster A van persoonlijkheidsstoornissen, leg de verschillende onderliggende stoornissen uit. Geef aan hoe makkelijk je denkt dat het is om de symptomen te differentieren van andere stoornissen.
**Cluster A** - vreemde persoonlijkheidsstoornissen - heeft veel gemeen met schizofrenie. Hieronder vallen: 1. Paranoide persoonlijkheidsstoornis - wantrouwend, achterdochtig. Geloven dat mensen hen willen pakken. Dit is incorrect maar wordt nog niet gezien als waanbeelden. 2. Schizoide persoonlijkheidsstoornis - Laten weinig emotie zien, en vermijden persoonlijke relaties, willen liever alleen zijn, geen invloed van kritiek of lofuitingen 3. Schizotypal persoonlijkheidsstoornis - extreem oncomfortabel in sociale situaties, bizarre patronen van denken en waarnemen, eccentriek gedrag, anxious, wantrouwend en zijn graag alleen.
50
Beschrijf cluster B van persoonlijkheidsstoornissen, leg de verschillende onderliggende stoornissen uit. Geef aan hoe makkelijk je denkt dat het is om de symptomen te differentieren van andere stoornissen.
**Cluster B** - dramatische persoonlijkheidsstoornissen - mensen in dit cluster laten zeer emotionele, dramatische en onberekenbaar gedrag zien. Hieronder vallen: 1. Antisociale persoonlijkheidsstoornis - *schenden of negeren van de rechten van anderen*, sociopaten of psychopaten, impulsief, kijken niet naar de consequenties van hun acties, slechte emotieregulatie, afwijkingen in executieve functies 2. Borderline persoonlijkheidsstoornis - *instabiliteit van emoties, extreme stemmingen, en eigenwaarde*. Impulsiviteit, roekeloos gedrag, woede naar andere of juist naar zelf, zelfmoord, verlatingsangst. 3. Histrionische persoonlijkheidsstoornis - willen graag in het centrum van de aandacht staan, ze gedragen zich alsof ze altijd op het podium staan, ijdel, egoistisch, uitgesproken stemmingen en gevoelens. 4. Narcistische persoonlijkheidsstoornis - Zeer egoistisch, geen empathie, overmoedig in hun eigen talenten en kenmerken, zoeken naar bewonderingen van anderen, arrogant.
51
Beschrijf cluster C van persoonlijkheidsstoornissen, leg de verschillende onderliggende stoornissen uit. Geef aan hoe makkelijk je denkt dat het is om de symptomen te differentieren van andere stoornissen.
**Cluster C** - Angstige persoonlijkheidsstoornissen - mensen in dit cluster zijn zeer angstig en gestresst. Hieronder vallen: 1. Vermijdende persoonlijkheidsstoornis - zeer verlegen, oncomfortabel en geinhibeerd in sociale situaties, voelen zich ontoereikend en zijn extreem gevoelig voor evaluatie, haten kritiek. 2. Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis - extreme noodzaak om verzorgd te worden, aanhankelijk, last van scheidingsangst, geloven dat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen, volgzaam, spreken niemand tegen, laten hun partners belangrijke beslissingen nemen. 3. Obsessieve-compulsieve persoonlijkheidsstoornis - willen orde en controle, inflexibel en haten verandering, vaak zeer gefocust op details dat ze het grotere plaatje missen, moeite met uitdrukkingen van genegenheid.