H10 Solving problems, reasoning and intelligence Flashcards
(60 cards)
Wat is redeneren
Redeneren is het proces waarbij we onze herinneringen op adaptieve wijze gebruiken.
Wat is intelligentie
Intelligentie is onze algemene capaciteit om te redeneren.
Welke twee vormen van redeneren zijn expliciet afhankelijk van ons vermogen om gelijkenissen te identificeren? Aan welk systeem wordt hier gerefeerd?
Analogisch redeneren en inductief redeneren.
Aan ons ‘fast thinking’ systeem - system 1.
Wat is een analogie?
Refereert aan een gelijkwaardigheid in gedrag, functie of in relatie tussen entiteiten of situaties die in andere opzichten, zoals fysiek voorkomen, van elkaar verschillen.
Hoe zou je een test opstellen om de vaardigheid van een persoon te testen op het gebied van het identificeren van analogieen?
Analogieen kun je testen op twee manieren:
1. Oefening waar men wordt gevraagd om te bepalen als A staat tot B hoe staat C dan tot D. Bijv. vliegtuig staat tot lucht zoals boot staat tot …. (antwoord water)
2. Raven’s progressive matrices test
Welk bewijs is er mbt het nut van het gebruik van analogieen bij wetenschappelijk redeneren?
Het geeft wetenschappers ideeen om gelijkenissen tussen situaties te zien:
1. Darwin keek naar selective breeding en kwam zo op het idee voor natuurlijke selectie
2. Kepler heeft zijn theorie over de rol van de zwaartekracht in de beweging van de planeten bedacht door te kijken naar hoe licht zich gedraagt.
Op welke manier zijn analogieen nuttig in gerechtelijke en politieke situaties? En wat onderscheidt een nuttige analogie van een misleidende?
We redeneren over complexe situaties door deze te vergelijken met minder complexe situaties. Dit kan erg nuttig zijn in gerechtelijke of politieke situaties om te debateren en ons punt goed duidelijk te maken.
Een nuttige analogie trekt een vergelijking die klopt. Een misleidende analogie trekt een vergelijking die niet klopt.
Welke delen van de hersenen worden geactiveerd als we analogisch redeneren? Hoe kan dit veranderen?
Verschillende delen van de prefrontale cortex - delen die te maken hebben met het integreren van informatie.
Als we onszelf trainen in het gebruiken van analogieen om problemen op te lossen, dan veranderen de structuren in ons brein en leren we beter redeneren. Het heeft dus zin om kinderen hierin te onderwijzen.
Wat is inductieve redeneren? Hoe wordt het ook wel genoemd en waarom? Waarom is analogisch redeneren ook inductief?
Inductief redeneren is het afleiden van een nieuw principe of propositie uit observaties of feiten die als aanwijzingen dienen.
We noemen dit ook wel hypothesis construction omdat de nieuwe principes of proposities die we afleiden op hun best een educatieve gok zijn en niet een noodzakelijke conclusie uit het aanwezige bewijs.
Inductief redeneren is een vorm van analogisch redeneren omdat al het bewijs dat je gebruikt om tot een nieuwe propositie te komen is gebaseerd op waargenomen analogieen of andere gelijkenissen.
Wat is de beschikbaarheidsbias? Waar kan dit problemen geven?
Een inductieve bias waarbij we wanneer we redeneren, sterk neigen te leunen op informatie die beschikbaar is voor ons, en negeren informatie die minder beschikbaar is. Denk aan het onderzoek over meest voorkomende doodsoorzaak; men denkt bijvoorbeeld moord, omdat dit beschikbaar is door de media, terwijl ze niet zo snel aan hartfalen denken.
Dit is met name problematisch bij bijv. de dokter of de psycholoog.
Wat is de bevestigingsbias? (confirmation bias) Waar kan dit problemen geven?
Een inductieve bias waarbij men de natuurlijke neiging heeft om te bevestigen i.p.v. te ontkrachten; We zoeken naar informatie die ons standpunt bevestigd en niet naar informatie die ons standpunt ontkracht. Dat is in veel gevallen prima, maar bijv. in de wetenschap kan dit problematisch zijn aangezien we een theorie nooit met zekerheid kunnen bevestigen maar wel met zekerheid kunnen ontkrachten. De beste theorieen zijn dus die theorieen die vele pogingen tot ontkrachting hebben doorstaan.
Wat is de voorspelbare wereldbias? (predictable world bias) Waarom is deze bias aanwezig en wanneer is die problematisch?
Een inductieve bias waarbij men de neiging heeft om orde en regelmaat in de wereld te zien, zelfs als deze er niet is. Dit zorgt ervoor dat we patronen zien en is zeer nuttig omdat we op die manier kunnen voorspellen wat er gaat gebeuren en hierop in kunnen spelen. Echter, op het moment dat er geen orde of patroon aanwezig is, gaan mensen hier toch naar op zoek. Dit kan problematisch zijn bij gokken, omdat mensen hierdoor besluiten nemen die ervoor zorgen dat ze meer geld verliezen.
Wat is deductie? (en het verschil met inductie)
Deductief redeneren is de poging om op logische wijze de gevolgen af te leiden die waar moeten zijn als bepaalde stellingen als waar worden aanvaard (denk aan Sherlock Holmes). Je begint met de feiten, de premissen, en dan trek je logische conclusies door observaties.
Deductie levert geen nieuwe informatie op, het is een logische conclusie uit de premissen. Inductie is beredeneerd giswerk en kan wel nieuwe informatie opleveren.
Wiskunde is altijd deductie.
Wat is een reeksproblemen? Waar is dit een vorm van?
Op basis van een reeks vergelijkende uitspraken, items in een reeks te ordenen en vervolgens tot een conclusie te komen die in geen enkele uitspraak te vinden is.
Bijvoorbeeld
x is groter dan y
x is kleiner dan z
z is kleiner is dan w ,
Is w dan groter dan y? (antwoord is ja)
Dit is een vorm van deductief redeneren aangezien er maar 1 conclusie mogelijk is als antwoord op de vraag.
Wat is een syllogisme? Wanneer worden deze als lastig ervaren?
Een syllogisme bevat twee premissen, een majorpremisse, en een minor premisse. Deze moet je samenvoegen om te zien of een bepaalde conclusie waar is of niet, of ongedetermineerd is. De twee premissen moeten als absolute waarheid worden gezien.
Bijvoorbeeld:
alle chefs zijn violisten (major),
Mary is een chef (minor),
is Mary een violist? ja.
Mensen vinden syllogismen lastig op het moment dat deze onze eigen ervaringen weerleggen. Op dat moment zullen we geneigd zijn om die ervaringen te volgen en niet de regels van logica.
Met andere woorden als we de volgende nemen:
Alle levenden dingen hebben water nodig
Rozen hebben water nodig
Daarom, zijn rozen levende dingen
De conclusie is dat dit niet perse waar hoeft te zijn, er wordt nl niet gesteld dat alleen levende dingen water nodig hebben.
Wat is een inzicht probleem? Waarom zijn deze lastig op te lossen? Welk voorbeeld wordt genoemd?
Een probleem dat specifiek ontworpen is om onoplosbaar te zijn totdat iemand er op een hele andere manier naar kijkt dan de normale manier. Deze zijn lastig op te lossen omdat ze van mensen vragen om mental set los te laten en anders naar een probleem te kijken.
Voorbeeld is van een kaars die aan een bord bevestigd moet worden met punaises.
Wat is een mental set? En wat is functional fixedness?
Mental set - Een goed ingeburgerde gewoonte van perceptie of denken
Functional fixedness - Het onvermogen om de functie van een object als anders te zien dan waar het object normaal voor gebruikt wordt.
In hoeverre is de ontwerphouding ten opzichte van gereedschappen een beperking of een aanpassing van onze menselijke cognitie?
Functional fixedness is een aanpassing van onze menselijke cognitie omdat het ervoor zorgt dat we tools op een efficientere manier kunnen gebruiken en niet iedere keer door een trial en error proces heen moeten. Je ziet dit bij kinderen in de vroege ontwikkeling al naar voren komen en je ziet het niet bij andere primaten.
Welk bewijs laat zien dat het oplossen van inzichtproblemen kwalitatief anders is dan deductief redeneren?
Er zijn verschillende patronen te zien mbt persoonlijkheidstrekken en het brein bij het oplossen van inzichtsproblemen (creativiteit) en deductief redeneren (werkgeheugen capaciteit). Inzichtsproblemen zijn vaak gebaat bij het doen van iets anders en een incubatieperiode toepassen. Dit helpt niet bij deductief redeneren.
Inzicht lijkt een onderdeel te zijn van ons ‘fast thinking’ systeem en deductie een onderdeel van ons ‘slow thinking’ systeem.
Hoe is priming betrokken bij het krijgen van inzicht?
Het lijkt erop dat als men een incubatietijd toepast door het inzichtprobleem even te laten liggen, dat dit dan nog altijd geprimed is in de hersenen, waardoor als men met andere activiteiten aan de slag gaat, er nieuwe assocaties vormen met het geprimede probleem waardoor er mogelijk een oplossing wordt gevonden.
Welke invloed heeft staat van zijn op het oplossen van inzichtsproblemen? Hoe werkt dat en welke theorie wordt hiervoor genoemd? Wat denken de schrijvers zelf?
Onderzoek toont aan dat mensen die zich blij voelen beter in staat zijn om inzichtsproblemen op te lossen, ze zijn creatiever en zien beter patronen.
De broaden-and-build theorie of positive emotions stelt dat negatieve emoties zoals angst en boosheid ervoor zorgen dat onze blik vernauwd, wat logisch is vanuit een evolutionair perspectief -> we focussen dan alleen op de objecten die onze angst of boosheid veroorzaken.
Als we positieve emoties ervaren dan verruimd onze blik, ons denken en onze perceptie en worden we creatiever.
De schrijvers van het boek denken zelf dat leren en creativiteit niet zozeer gebaadt zijn bij blijdschap maar met speelsheid omdat we als we spelen vaker objecten of informatie in een nieuwe licht zien.
Wat is het verschil tussen taxonomisch classificeren en functioneel classificeren? noem een voorbeeld. Wat kun je hieruit concluderen over de vaardigheid van het redeneren?
Taxonomisch -> vooral door Westerse -> het categoriseren van een set dingen die vergelijkbaar zijn in een eigenschap of kenmerk. Denk aan bijl, boomstam, schep en zaag. Westerse mensen zeggen dat boomstam er niet bij hoort want de andere 3 zijn gereedschap en de boomstam niet.
Functioneel -> vooral door Niet-Westerse -> het categoriseren van een set dingen die het meest samen worden gezien in de echte wereld, vanwege hun functionaliteit tot elkaar. Denk aan bijl, boomstam, schep en zaag -> Niet-Westerse zeggen schep er niet bij want bijl en zaag nodig om boomstam te bewerken.
Redeneren is ook afhankelijk van wat men prettig vindt. Er is een onderzoek geweest waarbij men pas toen de onderzoekers vroegen hoe domme mensen een classificatie zouden toepassen op taxonomie gingen sorteren.
Wat is een verschil tussen Westerse en Oost-aziatische perceptie en geheugen? Hoe zou dit redeneren kunnen beinvloeden?
Westerse culturen kijken op een analytische manier naar informatie, waarmee bedoeld wordt dat zij de scene niet zozeer geheel opnemen, maar aandacht meer gefocust hebben op een, of een aantal bepaalde dingen. In geval van gedragingen kijkt men bij analytisch meer naar interne kenmerken van persoon, zoals persoonlijkheid of motivatie.
Oost-aziatische culturen kijken op een hollistische manier naar informatie, waarmee wordt bedoeld dat zij de scene in zijn geheel waarnemen met de details, het verdelen van de aandacht op meerdere plekken In geval van verklaren van gedrag kijkt men bij holistisch waarnemen meer naar de contextuele krachten die het gedrag hebben uitgelokt of geactiveerd.
Wat is de Binet-Simon Intelligence Scale en wat werd er o.a. getest?
Eerste IQ test -> ontwikkeld vooral voor schoolkinderen om te kijken of ze extra hulp nodig hebben -> moderne testen zijn een modificatie op deze test -> geheugen, vocabulaire, algemene kennis, gebruik van nummer, begrip van tijd en het vermogen ideeën te combineren.