H16 CVRM Flashcards

(69 cards)

1
Q

Welke risicofactoren spelen een rol bij Hart- en vaat ziekten ? (5)

A
  1. Hypertensie
  2. Verhoogde cholesterol
  3. Overgewicht
  4. Roken
  5. Diabetes type 2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar zorgt de bloeddruk voor?

A

Druk die zorgt dat bloed door het hart rondom je lichaam gepompt kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zorgt de bloedsomloop voor? (3)

A
  1. Voedingsstoffen
  2. Zuurstof
  3. Afvalproducten afvoeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is er zeker nodig in het bloedvatenstelsel ?
(2)

A
  1. Zekere druk
  2. Voldoende snelheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 2 dingen spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de bloeddruk? (2)

A
  1. Hart
  2. Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat het bloedvatenstelsel? (3)

A
  1. Slagaders
  2. Aders
  3. Haarvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor 2 soorten druk heeft het hart ? + omschrijvingen van 2 namen ?

A

Systolische druk - boven druk
Diastolische druk - onderdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijving Systolische druk ? (2)

A
  • hart pompt bloed naar aderen
  • druk bij samentrekken hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijving diastolische druk (2)

A
  • druk bij ontspanning van het hart
  • hart vult zich met bloed
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat bepaald je bloeddruk ? (2)

A
  1. Bloedvaten
  2. Hart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar staat mmHg voor ?

A

Kwikdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat betekent artheroscolerose?

A

Aderverkalking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer komt aderverkalking voor?

A

Bij veroudering doordat bloedvaten minder soepel worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Door wat kan er een hogere weerstand zijn in de bloedvaten ? (2)

A
  1. Veroudering - aderverkalking
  2. Invloed nieren - betrokken bij regeling bloeddruk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar is het verschil tussen een CVA en TIA?

A
  1. CVA is een beroerte dat gebeurd in de hersens waarvan schade blijvend kan zijn
  2. TIA - als je geen aanpassing maakt kun je een CVA krijgen = bloedprop in hersenen waardoor minder bloed naar hersenen gaat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer wordt er vastgesteld dat je hoge bloeddruk hebt?

A

Meer dan 3 maanden lang systolische druk boven 140

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar staat CVRM voor?

A

Cardiovasculair risico management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat doet CVRM ??

A

De risico op hart en vaatziekte verlagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een de waarde van een verhoogde bloeddruk ?

A

Boven de 140/90 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de waarde van een licht verhoogde bloeddruk ?
Tussen hoeveel maanden/welen moet er gemeten worden?

A

Tussen de 140 en 160 metingen over enkele maanden verspreid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de waarde voor een sterk verhoogd bloeddruk?

A

Boven de 180 SYST - wekelijks/dagelijks gemeten - risico als patiënt enkele maanden niet gemeten wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de betekenis van de volgende 2 woorden?
1. Secundaire hypertensie
2. Essentiële hypertensie

A
  1. Er is wel een reden - oorzaak is aantoonbaar
  2. Geen reden - oorzaak is niet te achterhalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke andere risicofactoren zijn nog meer een kans op HVZ? (4)

A
  1. Geslacht / leeftijd
  2. Lifestyle
  3. HVZ in familie
  4. NSAIDS, Sympathicomimetica, Metylfenidaat, de pil
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn niet medicamenteuze adviezen bij behandeling hypertensie ? (4)

A
  1. Stoppen met roken
  2. Meer bewegen
  3. Gezonde voeding
  4. Minder zout of rood vlees
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Noem de 4 groepen antihypertensiva ?
1. Diuretica 2. Betasymphaticolytica - bètablokkers 3. RAAS- remmers 4. Calciumantagonisten
26
Wat is een andere naam voor Diuretica ?
Plastabletten
27
Wat is de werking van diuretica ?
Ze verhogen uitscheiding van natriumchloride en water via nieren waardoor bloedvolume daalt = minder druk
28
Bij welke aandoening is diuretica eerste keus?
Hoge bloeddruk
29
Wat is de bijwerking van lisdiuretica?
Tekort aan kalium in het bloed
30
Wat zijn de 3 subgroepen diuretica?
1. Lisdiuretica - sterk werkend 2. Thiazide diuretica - gemiddeld sterkwerkend 3. Kaliumsparende diuretica - zwakwerkend
31
Welke geneesmiddelen vallen onder de groep lisdiuretica ? (2)
1. Furosemide 2. Bumetanide
32
Wat voor inname voorkeur geef je bij lisdiuretica ?
Ochtend innemen
33
Welke middelen vallen onder de thiazide diuretica? (3)
1. Hydrochloorthiazide 2. Chloorthalidon 3. Chloorthiazide
34
Welke geneesmiddelen vallen onder de groep kaliumsparende diuretica? (3)
1. Triamtereen 2. Spironolacton 3. Amiloride
35
Met wat voor hartproblemen heb je te maken bij kalium te kort?
Probleem met hartritme
36
Waar hebben bètablokkers invloed op? (2)
1. Hartfrequentie 2. Weerstand bloedvatenstelsel
37
Wat is de werking van bètablokkers?
Ze blokkeren de receptoren waar adrenaline op aangrijpt
38
Wat is het tussen de volgende 2 woorden? 1. Selectieve betablokkers 2. Niet selectieve bètablokkers Leg uit
1. Selectieve bètablokkers werken alleen op het hart 2. Niet selectieve bètablokkers werken op het hart, bloedvaten en luchtwegen
39
Noem 2 geneesmiddelen uit de groep selectieve bètablokkers
1. Metoprolol 2. Atenolol
40
Noem de 2 geneesmiddelen op uit de niet selectieve bètablokkers ? En wat gebeurt er precies ?
1. Sotalol 2. Bisoprolol Zuurstofbehoefte neemt af en hartfrequentie daalt
41
Wat is de bijwerking van betablokkers oftewel betasympathicolytica? (2)
1. Koude extremiteiten 2. Vermoeidheid
42
Welke middelen staan als contra indicatie hij de aandoening astma? Als het gaat om betablokkers ??
1. Sotalol 2. Bisoprolol Meer astma-aanvallen - andere medicatie als dat zo is
43
Wat gaat er mee tijdens het plassen met je urine?
Natriumchloride = zout en water + kalium gaat mee
44
-
-
45
Leg uit welke 2 routes er zijn om de bloeddruk omhoog of omlaag te krijgen bij het RAS systeem?
- 2. Nieren maken aldosteron aan waardoor je meer zout gaat vasthouden en je bloeddruk omhoog gaat
46
Onder welke 2 groepen kun je de RAS-remmers verdelen??
1. ACE-Remmers 2. AT2 Antagonisten
47
Wat is de bekende bijwerking van ACE-Remmers?
Droge prikkelhoest
48
Wat kun je doen bij de bijwerking droge prikkelhoest bij het gebruik van een ace remmers?
Overstappen naar AT2 antagonist middel
49
Welke geneesmiddelen vallen onder de groep ACE-Remmers? (3)
1. Captopril 2. Enalapril 3. Perindopril
50
Welke geneesmiddelen vallen onder de groep AT2-antagonisten? (3)
1. Losartan 2. Valsartan 3. Candesartan
51
Wat heeft calcium met onze hart te maken ?
Is nodig om onze spieren te laten samentrekken dus ook hart en bloedvaten
52
Wat is de werking van Calciumantagonisten?? En waar zorgt het voor?
Verminderen van de calciuminstroom in hart en bloedvaten Het zorgt voor afname hartslag Vasodilatatie
53
Welke calciumantagonisten werken alleen op het hart? (2)
1. Verapamil 2. Diltiazem
54
Welke calciumantagonisten werken op de bloedvaten? (2)
1. Nifedipine 2. Amlodipine
55
Wat is de bijwerking van calciumantagonisten? (3)
1. Hoofdpijn 2. Vermoeidheid 3. Blozen
56
Wat zijn overige antihypertensiva ?? (2)
1. Metyldopa 2. Doxasozine
57
Waar wordt methyldopa voor gebruikt bij hypertensie ? (2)
1. Bij zwangerschap hypertensie 2. Als andere middelen niet goed genoeg werken
58
Wat zijn de 2 geneesmiddelen die vallen onder methyldopa?
1. Labetolol = bètablokker 2. Nifedipine = calcium ATG
59
Wat is een nadeel van methyldopa?
Veel bijwerkingen
60
Welk overige antihypertensiva naast methyldopa kun je geven?
Doxasozine als overige medicijnen niet helpen > minder wetenschappelijk bewijs * veel bijwerkingen
61
Wat gebeurd er als je 3 verschillende groepen voor de bloeddruk geeft aan een patiënt ?
Hypotensie
62
Waar kan een hartaanval naartoe leiden? (2)
1. Hartritmestoornissen 2. Hartfalen
63
Wat is er aan de hand bij een hartaanval?
bloedvat naar hart toe raakt afgesloten
64
Naar wat voor soort hvz aandoening kan hypertensie specifiek naartoe leiden? (2)
1. Hartinfarct 2. Angina pectoris
65
Bij welke HVZ aandoening worden betablokkers gegeven? (2)
1. Hartritmestoornissen 2. Angina pectoris
66
Wat daalt er bij het gebruik van betablokkers ? (2)
1. Zuurstofbehoefte neemt af 2. Hartfrequentie daalt
67
Waar hebben betablokkers invloed op? (2)
1. hartfrequentie 2. weerstand bloedvatenstelsel
68
Bij welke indicatie worden ACE remmers voorgeschreven? (3)
1. suikerziekte 2. hypertensie met gevaar hartfalen 3. hartfalen als aandoening
69
Wat voor aandoening is een contra-indicatie bij het gebruik van betablokker? (5)
1. ASTMA 2. COPD 3. Diabets type 2 4. hartfalen 5. schildklieraandoening