H18 woordej Flashcards
(10 cards)
1
Q
ergens baat bij hebben
A
een voordelig effect van iets hebben
2
Q
concluderen
A
begrijpen uit wat je waarneemt
3
Q
consumeren
A
gebruiken of opeten/opdrinken
4
Q
aandoeningen
A
probleem met je gezondheid
5
Q
visie
A
de manier waarop je ergens naar kijkt en erover oordeelt
6
Q
passief
A
waarbij niets gedaan wordt
7
Q
introspectie
A
het nadenken over je eigen gevoelens en gedrag
8
Q
krampachtig
A
met meer inspanning dan nodig is
9
Q
staatssecretaris
A
belangrijkste helper van een minister
10
Q
overheid
A
het bestuur van een land, provincie of gemeente