H2 Flashcards

1
Q

agent

A

De uitvoerder van de opdrachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

asymmetrische informatie

A

De ene partij beschikt over meer informatie dan de andere partij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

averechtse selectie

A

Houdt in dat de mensen met een hoog risico (de slechte risico’s) zich wel verzekeren en de mensen met een laag risico (de goede risico’s) niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bonus-malusregeling

A

Mensen die geen of weinig schade veroorzaken krijgen een korting (bonus) op de premie en mensen die vee schade veroorzaken moeten extra premie (malus) betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

collectieve verzekeringen

A

Een verzekering waaraan de overheid iedere betrokkene verplicht om mee te doen en waarvoor is vastgelegd welke uitkering of vergoeding je krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

collectieve dwang

A

Druk die wordt uitgeoefend om te zorgen dat iedereen zich aan een regel houdt. Dit kan door vastgelegde regels (wetten) die met sancties (strafmiddelen) worden gehandhaafd, maar ook met ongeschreven regels, sociale normen. Bijv een verplichte verzekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

contract

A

Afspraak waaraan beide partijen die een overeenkomst sluiten zich moeten houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eigen risico

A

Het bedrag dat je als verzekerde zelf moet betalen bij schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

moral hazard

A

Gevaar dat mensen/instellingen zich roekeloos en onverantwoord gaan gedragen, als ze zelf niet opdraaien voor de kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

particuliere verzekeringen

A

Overeenkomst tussen een verzekeraar en een verzekerde waarbij de verzekerde een bedrag betaalt aan de verzekeraar die in ruil hiervoor de garantie geeft dat in geval van schade de verzekerde deze schade vergoed krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

premiedifferentiatie

A

Verschillen in premie tussen verzekerden. De slechte risico’s betalen meer premie dan de goede risico’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

principaal

A

De opdrachtgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

risico-aversie

A

Een hekel hebben aan risico’s, als gevolg van onverwachte nadelige gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

sociale verzekeringen (= collectieve verzekeringen)

A

Een verzekering waaraan de overheid iedere betrokkene verplicht om mee te doen en waarvoor is vastgelegd welke uitkering of vergoeding je krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

solidariteit

A

Het gezamenlijk dragen van het risico. Iedereen draagt in principe hetzelfde bij aan de gemeenschappelijke voorzieningen, ongeacht hoe vaak hij daar zelf een beroep op doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

transactiekosten

A

Alle kosten die worden gemaakt om de ruil tot stand te brengen en af te wikkelen

17
Q

volledig contract

A

Alle onvoorziene gebeurtenissen zijn opgenomen in het contract