H3: integrale jeugdhulp Flashcards

(82 cards)

1
Q

Wanneer is de huidige vorm van integrale jeugdhulp geïntroduceerd in Vlaanderen?

A

1 maart 2014

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke systemische veranderingen hebben plaatsgevonden bij de vorm van integrale jeugdhulp in 2014?

A
  • herschikking van het landschap
  • vernieuwen van instellingen
  • vereenvoudigen van procedures
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de aanleidingen voor veranderingen in de integrale jeugdhulp?

A
  • jeugdhulpverlening onder druk
  • veranderingsurgentie
  • 2 decreten integrale jeugdhulp
  • bijzondere jeugdbijstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is de wet op kinderbescherming ingevoerd?

A

1912

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de preventielogica?

A

Het vroeg optreden/preventie van jeugddelinquentie en de bescherming van kinderen tegen de gevolgen van onwaardelijke opvoeding.

(= contraproductief, zorgt voor meer instroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de 6 sectoren binnen de Integrale Jeugdhulp?

A

1) Algemeen welzijnswerk
2) opgroeien: kind en gezin
3) centra voor leerlingenbegeleiding
4) centra voor geestelijke gezondheid
5) aanbod en diensten van het VAPH
6) opgroeien: jongerenwelzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom zit de kinderpsychiatrie niet mee in de Integrale Jeugdhulp? (IJH)

A

Omdat het niet door Vlaanderen gesubsidieerd wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom is er geen afstemming tussen hulpvraag en hulpaanbod?

A

Doordat de hulpvraag wordt geformuleerd in termen van het aanbod.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de gevolgen voor de zorg dat de hulpvraag wordt geformuleerd in termen van het aanbod?

A
  • overloop van het niet-geplafonneerde aanbod
  • terminologie van een specifieke sector
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is het tweede decreet van Integrale Jeugdhulp opgesteld?

A

2013; implementatie 1 maart 2014

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarvoor staat DRMJH?

A

Decreet Rechtspositie Minderjarige in de JeugdHulp. (2006)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Binnen de bijzondere jeugdhulp maken ze een strikt onderscheid tussen?

A
  • Vrijwillige hulpverlening: comité bijzondere jeugdbijstand
  • Gedwongen hulpverlening: jeugdrechtbank
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Valt POS onder gedwongen hulpverlening of vrijwillige hulpverlening?

A

Vrijwillige hulpverlening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is POS?

A

Problematische opvoedingssituatie: een toestand waarin de fysieke integriteit, de affectieve, morele,
intellectuele of sociale ontplooingskansen van minderjarigen in het gedrang komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een MOF?

A

Als Misdaad Omschreven Feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de bemiddelingscommissie?

A

De verzoeningsinstantie tussen de vrijwillige hulpverlening en de gedwongen hulpverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe ziet het wettelijk parcours eruit van de integrale jeugdhulp?

A

Wet op kinderbescherming (1912)
=> Wet op jeugdbescherming (1965)
=> Decreten bijzondere jeugdbijstand (1980) => Decreet integrale jeugdhulp (2004/2014)

  => Decreet Jeugddelinquentirecht (2019)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de 3 centrale doelstellingen van de integrale jeugdhulp?

A
  • gepaste zorg op maat
  • ingrijpende en gespecialiseerde hulp voorbehouden voor degenen die het echt nodig hebben
  • vermaatschappelijking van de zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de 6 principes van het decreet IJH?

A

1) contextgerichtheid
2) subsidiariteit
3) beperkt recht op jeugdhulp
4) vraaggerichtheid
5) instemming
6) kinderrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat houdt het principe contextgerichtheid in van het decreet van IJH?

A

Het is niet alleen de cliënt => is het cliëntsysteem. Er moet maximaal ingezet worden op het versterken van deze systemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat houdt het principe subsidiariteit van het decreet IJH in?

A

Er moet altijd eerst gekozen worden voor de minst ingrijpende vorm van hulpverlening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat houdt het principe beperkt recht op jeugdhulp in?

A

= provisierecht
- 5B’s: beschikbaar, bereikbaar, betaalbaar, bruikbaar, begrijpbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat wilt de IJH bereiken?

A

Verdeelde intersectorale ondeelbaarheid via afstemming en samenwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de 7 doelstellingen van de IJH?

A

1) vermaatschappelijking
2) tijdige toegang
3) continuïteit in de jeugdhulp
4) gepast en alert reageren op situaties van verontrusting
5) crisisjeugdhulp
6) maximale participatie van de minderjarige en zijn gezin
7) integrale aanpak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat houdt de doelstelling vermaatschappelijking in?
- formele hulp verbinden met informele hulp: eigen milieu en reguliere diensten - kracht- en contextgericht werken Hoe? - ondersteuningsplan
26
Wat is de doelstelling tijdige toegang?
- hulpvragers meten snel en gepast geholpen worden - enkel ingrijpende hulp wanneer het echt nodig is - goed functionerende rechtstreeks toegankelijke hulp - toegang tot niet rechtstreeks toegankelijke hulp moet beter
27
Wat is de doelstelling en de methodieken van de doelstelling continuïteit?
- hulpverleningstrajecten met zo weinig mogelijk breuken realiseren - methodieken: - contactpersoon-aanmelder - cliëntoverleg - bemiddeling - vertrouwenspersoon
28
Wat houdt de doelstelling gepast en alert reageren op verontrusting in?
- gedeelde verantwoordelijkheid; van elke hulpverlener wordt verwacht dat hij gepast kan omgaan met verontrusting - verontrusting bespreken met de cliënt - indien geen oplossing: gemandateerde voorzieningen
29
Welke 2 gemandateerde voorzieningen zijn er?
1) Vertrouwenscentra Kindermishandeling 2) Ondersteuningscentra Jeugdzorg
30
Wat houdt de doelstelling crisisjeugdhulp in?
- passende hulp organiseren in crisissituaties waarbij minderjarigen betrokken zijn - vanuit acute nood kansen op verandering aangrijpen - via netwerken 24/7 beschikbaar
31
Wat houdt de doelstelling maximale participatie van minderjarige en gezin in?
- algemeen principe - hulpverlening kan maar uitgevoerd worden als alle partijen akkoord gaan - participatie op 3 niveaus 1. micro: concrete hulpverlening zelf 2. meso: hulpverlening in voorziening 3. macro: beleidsniveau
32
Waarvoor staat IROJ?
Intersectoriaal Regionaal Overleg Jeugdhulp
33
Waaruit bestaat het IROJ?
- vertegenwoordigers uit alle sectoren van de IJH - cliëntvertegenwoordigers - intersectorale toegangspoort - dienst voor pleegzorg - kinderpsychiatrie - jeugdmagistraat - vertegenwoordiger Vlaamse Gemeenschap
34
Waarvoor staat RTH en NRTH?
RTH: rechtstreeks toegankelijk hulp NRTH: niet-rechtstreeks toegankelijke hulp
35
Wat houdt de rechtstreekse toegankelijk hulpverlening in?
Hier kan je terecht zonder voorafgaande procedure, voorziening bepaalt zelf of de hulp kan worden gegeven. - brede instap - multidisciplinaire teams - probleemgewonden hulp
36
Wat doen ze in de brede instap?
- vragen, behoeftes zijn aanwezig maar niet vertaald in een hulpvraag - informatie en advies geven - oriënterende gesprekken - eventueel doorverwijzing naar RT of NRT probleemgebonden hulp
37
Wat doet een multidisciplinair team?
- diagnostiek en aanmelden bij intersectorale toegangspoort van kinderen en jongeren - geen op zichzelf staande organisatie, maken deel uit van een grotere organisatie
38
Wanneer komt iemand terecht bij rechtstreekse probleemgeboden hulp?
- wanneer er een specifieke hulpvraag is - CGG, diensten voor thuisbegeleiding
39
Wat is de voorwaarde om niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp te kunnen inzetten?
Er moet een akkoord en tussenkomst van de intersectorale toegangspoort zijn.
40
Welke 2 vormen van NRT probleemgewonden hulp bestaan er?
- gespecialiseerde voorzieningen bijzondere jeugdbijstand - gespecialiseerde voorzieningen kinderen en jongeren met een handicap
41
Wat is modulering?
= afgebakend pakket van hulp - altijd gekoppeld aan een functie van hulp
42
Wat zijn de 11 functies die gekoppeld zijn aan de modules?
1) brede instap 2) info en advies 3) diagnostiek 4) begeleiding 5) behandeling 6) bemiddeling 7) training 8) hulpcontinuïteit 9) verblijf 10) dagopvang 11) bijstand
43
Via welke 3 parameters wordt er bepaald of er een RT of NRT module wordt opgestart?
- frequentie - duur - intensiteit
44
Wat zijn de 7 typemodules binnen de bijzonder jeugdbijstand?
- contextbegeleiding - contextbegeleiding in functie van autonoom wonen - begeleiding in een kleinschalige wooneenheid - dagbegeleiding in groep - (beveiligend) residentieel - ondersteunende begeleiding - kortdurend (crisis)verblijf
45
Wat is pleegzorg?
= zorg waarbij een pleegzorger vrijwillig, onder begeleiding van een dienst voor pleegzorg en tegen een kostenvergoeding, een of meerdere pleegkinderen en / of pleeggasten (minderjarig of meerderjarig) opvangt
46
Wat zijn de 4 typemodules binnen de pleegzorg?
- ondersteunende pleegzorg (met inbegrip van crisisopvang) - perspectiefzoekende pleegzorg - perspectiefbiedende pleegzorg - behandelingspleegzorg
47
Wat is de eerste te overwegen optie in geval van uithuisplaatsing?
pleegzorg
48
Waarvoor staat IST?
InterSectorale Toegangspoort
49
Waarvoor staat de toegangspoort in?
- indicatiestelling - jeugdhulpregie
50
Wat doet de toegangspoort tijdens een indicatiestelling?
- indicatistellingsverslag - proces: vraagverheldering, diagnostiek, zorgewaartemeting en indicatiestelling + a-document
51
Wat doet de toegangspoort binnen hun functie jeugdhulpregie?
- samen met de cliënt op zoek naar gepaste jeugdhulpeenbieders - jeugdhulpbeslissing: opstart hulp
52
Wat houdt VOS in?
= de ontwikkeling van een minderjarige is bedreigd doordat zijn fysieke, psychische of seksuele integriteit of die van één of meerdere van zijn gezinsleden is aangetast OF doordat zijn affectieve, morele, intellectuele of sociale ontplooiingskansen in het gedrang komen
53
Wat is de maatschappelijke noodzaak?
Bij verontrusting moet er een inschatting gemaakt worden over verder ingrijpen.
54
Wat kunnen burgers doen bij een vermoeden van verontrusting?
- meldpunt Misbruik, Geweld en kindermishandeling (1712) - tele-onthaal (106) - vertrouwenscentra kindermishandeling
55
Wat kunnen hulpverleners doen wanneer ze een vermoeden hebben van verontrusting?
- zelf inschatten - inschakelen van meer gespecialiseerde diensten
56
Hoe verloopt het proces van de beoordeling van een verontrustende situatie?
1) is er hulpverlening nodig? 2) gaan ouders/omgeving akkoord met opzetten hulp? JA: gewone procedure voor opstart RTH of NRTH NEE: inschakelen van een gemandateerde voorziening
57
Wat verstaan we onder maatschappelijk noodzaak?
= de kwalificatie die na onderzoek door een gemandateerde voorziening aan een verontrustende situatie wordt gegeven en die de noodzaak vastlegt om jeugdhulpverlening in te schakelen
58
Waarover neemt een gemandateerde voorziening een beslissing?
Over de Maatschappelijke Noodzaak. (MaNo)
59
Welke 2 vormen van casemanagement bestaan er?
- Observerend CM - Interveniërend CM
60
Wat is observerend CM?
- medewerking cliëntsysteem is voldoende groot - voldoende waarborgen voor ontplooiingskansen - observatieovereenkomst
61
Wat is interveniërende CM?
- Onvoldoende waarborgen voor ontplooiingskansen/veiligheid - gemandateerde voorziening verantwoordelijk + organiseert hulpverlening - ‘Hulpverleningsplan’ (evaluatie elke 6 maand)
62
Wanneer wordt gerechtelijke jeugdhulp opgelegd door de jeugdrechter?
- VOS/MaNo - acute crisissituatie - ouders komen plichten niet na - jongere heeft een jeugddelict gepleegd
63
Wie voert het maatschappelijk onderzoek uit binnen de gerechtelijke jeugdhulp?
Sociale dienst Jeugdrechtbank
64
Door wie wordt een maatregel opgelegd binnen de gerechtelijke jeugdhulp?
jeugdrechter
65
Wat is het doel van cliëntoverleg?
In complexe situaties de ondersteuning en hulpverlening afstemmen en continuïteit bewaken.
66
Wanneer wordt cliëntoverleg ingezet?
- wanneer de hulpverlening zelf niet in staat is te coördineren - wanneer verwachtingen hulpvragers niet voldaan zijn - wanneer hulpaanbidder eenzijdig wil stoppen
67
Welke 3 functies neemt cliëntoverleg op zich?
- cliëntoverleg - bemiddeling - rondetafel voor jongvolwassenen
68
Wat is een 9e crisissituatie?
Is een acuut beleefde noodsituatie waarin onmiddellijk hulp moet worden geboden.
69
Wat is de 10e crisisjeugdhulpverlening?
Dat is jeugdhulpverlening die bestaat uit een onmiddellijk en aangepaste actie in geval van een crisissituatie.
70
Wat is het dol van de crisishulpverlening?
Cliëntsysteem versterken door hen in de crisis te ontmoeten en van daaruit verder te helpen.
71
Wie meldt er aan bij de crisishulpverlening?
- hulp- en dienstverleners - personen in crisis
72
Wat zijn de 4 verwerven binnen de IJH?
1) 1-gezin-1-plan 2) noden van jonge kinderen en hun context 3) actieplan jongvolwassenen 4) decreet jeugddelinquentierecht
73
Wat houdt werf 1 in? (1-gezin-1plan)
Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp voorzien. Is het regionaal samenwerkingsverband.
74
Wat is het doel van werf 1?
- afstand tussen brede instap en RTJ-aanbod korter maken - extra capaciteit dmv deze vorm van samenwerken sneller bij de hulpvraag brengen - door versterkte regionale samenwerking de mazen van het net dichten, ook in crisissituaties en bij verontrusting
75
Waar ligt de focus van werf 1?
Snelle inzetbaarheid van het aanbod, afgestemd georganiseerd in één operationeel samenwerkingsverband.
76
Wat houdt werf 2 in? (noden van jonge kinderen)
= zorggarantie bij uithuisplaatsing van jonge kinderen (-3 jaar) - intensieve samenwerking tussen alle actoren - onmiddellijk aanbod
77
Wat behoort er tot werf 3?
Kleinschalige wooneenheden (KWE)
78
Wat houdt werf 4 in? (decreet jeugddelinquentie recht)
- opvang en begeleiding van delinquente jongeren
79
Binnen welke leeftijdsgroep zien we de grootste stijging binnen de crisisjeugdhulp?
Adolescente meisjes (+46%)
80
Wat zijn de positieve zaken aan het decreet IJH?
- meer kracht- en netwerkgericht werken - principe van de subsidiariteit beter gerealiseerd verhoogde continuïteit en flexibiliteit - meer aandacht voor participatie - meer duidelijkheid door invoering toegangspoort, gemandateerde voorzieningen en crisismeldpunt
81
Wat zijn de negatieve zaken aan het decreet IJH?
- nefaste gevolgen van te lang inzetten op minder ingrijpende hulpverlening - participatief werken blijft aandachtspunt
82
Wat zijn de noden?
- gefragmenteerd aanbod in de rechtstreeks toegankelijke hulpverlening - Wachtlijsten / capaciteitstekort