H9: trends en uitdagingen Flashcards

(21 cards)

1
Q

Welke 4 clusters van factoren zorgen ervoor dat er een stijgende vraag is naar zorg in alle sectoren?

A
  • demografische evoluties
  • sociologische ontwikkelingen
  • technisch-wetenschappelijke vooruitgang
  • evoluties in het aanbod
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houden de demografische evoluties in?

A
  • vergrijzing en verzilvering
  • toename van het aantal mensen met een beperking door maatschappelijke verschuiving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houden de sociologische ontwikkelingen in?

A

1) minder ruimte om zorg op te nemen binnen het informele netwerk
- tijdsbeperking
- geografisch-ruimtelijke beperkingen
2) hyper-individualistische en competitieve samenleving
- veranderingen op de arbeidsmarkt
- steeds grotere groep kan niet mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel % van de Vlamingen verleent informele zorg?

A

+/- 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat houden de technisch-wetenschappelijke vooruitgangen in?

A
  • medisch-technologische vooruitgangen => meer mogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het voordeel en het nadeel aan de technisch-wetenschappelijke vooruitgang?

A

voordeel: tools en apps ifs ondersteuning van professionele dienstverlening en organisatie
nadelen:
- moeilijk overzicht te bewaren
- toegankelijkheid: hoge kostprijs
- meer groepen met blijvende zorgden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de evoluties binnen het aanbod?

A
  • nieuw aanbod genereert nieuwe zorgvraag
  • nieuwe definities genereren nieuwe zorgvraag
  • gebrek aan afstemming creëert artificiële wachtlijsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 2 niveaus van inspraak zijn er?

A

1) beleid: macro-niveau
2) binnen de organisatie: Meso-niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt het macro-niveau van inspraak in?

A

O.a. stem in de strategische adviesraad WVG (gebruikersorganisaties VAPH, Cachet vzw, verenigingen waar armen het woord nemen, Vlaamse ouderenraad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat houdt inspraak in binnen de organisatie zelf? (Meso-niveau)

A

Verschillende initiatieven die de inspraak van cliënten moeten regelen
- Kwaliteitsdecreet in zorg- en welzijnsvoorzieningen
- Decreet rechtspositie voor de minderjarige in de jeugdhulp
- Wet op patiëntenrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk alternatief is er voor inspraak en participatie?

A

opt-out

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt opt-out in?

A
  • burger organiseert eigen ondersteuning- en zorg
  • groeiend aantal burgerinitiatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het Mattheüseffect?

A

= groepen die het meest nood hebben aan toegang, krijgen die niet omdat andere groepen om allerlei redenen (kunnen) gebruik maken van het beperkt aanbod

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke 2 systemen bestaan er binnen de toegang tot zorg?

A

1) universalistisch systeem
2) selectivistisch systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het universalistisch systeem tot toegang tot de zorg in?

A
  • iedereen heeft toegang wanneer nodig
  • solidariteitsprincipe
  • sterke inzet op preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat houdt het selectivistisch systeem voor toegang tot de zorg in?

A
  • toegang tot zorg en welzijn reserveren voor bepaalde groepen
  • hoofdzakelijk voor budgettaire redenen
  • kritiek: stigmatiserend
17
Q

Hoe omgaan met de stijgende druk op de zorg zelf?

A
  • zorgprognose maken
  • zorg op maat door shift naar vraaggericht & vraaggestuurd te werken
  • versterken van de 1e lijn
  • integratie welzijnsbeleid in andere beleidsdomeinen
18
Q

Wat is tendering?

A

De overheid roept via openbare aanbestedingen op om hulp te organiseren.

19
Q

Wat zijn de verschillende bronnen van financiering?

A
  • belastingen
  • verplichte verzekeringsbijdragen
  • eigen bijdrage van de gebruiker
  • eigen kapitaal van de voorziening
  • giften
  • organiseren van activiteiten/goede doelen
20
Q

Hoe probeert de overheid mantelzorg terug te stimuleren maken?

A
  • mantelzorgpremies
  • zorgverlof
21
Q

Wat zijn aanleidingen voor de tendens van vermaatschappelijking?

A
  • groeiende ontevredenheid over de veronderstelde ineffectiviteit van de sociale sector
  • zorg uitsluitend in hangen geven van professionele krachten is economisch onhoudbaar en niet wenselijk
  • er is een ander beeld ontstaan van de moderne burger in de verzorgingsstaat