H4 Flashcards
(32 cards)
Zelf
cognitieve representatie van eigen ideeën, beelden die je hebt over jezelf en hoe en waarom we ons op een bepaalde manier gedragen. Het zelf komt voort uit culturele praktijken, dingen die we doen, en “worldviews”, ideeën die we hebben.
Zelfconcept
onderdeel van iemands culturele worldview, omdat hoe iemand zichzelf ziet in relatie tot de rest van de wereld een integraal deel is van iemands cultuur.
Independent self construal (westen)
het zelf is separaat van anderen; interne attributie van gedrag (dingen aan zichzelf toeschrijven); anderen zijn “comparison standards” (anderen worden gebruikt ter vergelijking en onderscheiding).
Interdependent self construal (oosten)
anderen zijn geïntegreerd in het zelf; verbondenheid tussen individuen; relaties met anderen maken deel uit van hoe jij jezelf ziet.
Twenty statement test
Onderzoek naar of iemand een independent of interdependent self construal heeft. Hierbij moet een proefpersoon 20 keer de zin “ik ben …” aanvullen.
• Idiocentrisch: persoonlijke kwaliteit die niet gerelateerd is aan anderen, zoals “ik ben sociaal”. Vooral Amerikaanse studenten.
• Allocentrisch: het zelf maak onderdeel uit van een relatie tot anderen, zoals “ik ben moeder”. Vooral Japanse studenten.
Inclusion of other in self scale
Onderzoek naar of iemand een independent of interdependent self construal heeft. waarbij mensen door middel van visuele vormen moeten aangeven hoe ze denken over een bepaalde relatie.
Self esteem
de cognitieve en affectieve evaluatie van jezelf
Self enchancement
verzameling van psychologische processen waarmee je je self- esteem probeert te vergroten/ verbeteren.
• Westen: self-enhancement→self-esteem verhogen.
• Oosten: self-effacement; kritischer zijn op zichzelf.
Rosenberg self esteem scale
metingen door stellingen als waar of onwaar
voor het zelf te nemen; “I am pretty satisfied with myself”.
State self esteem scale
֍ Performance self-esteem: “I feel confident about my abilities”.
֍ Social self-esteem: “I feel that others respect and admire me”.
֍ Appearance self-esteem: “I am pleased with my appearance right now”
Better than average effect
mensen overschatten hun kwaliteiten ten opzichte van het ware. Hoe slechter men ergens in is, hoe meer men zijn kwaliteiten zal overschatten en andersom. Dit effect bestaat vooral in Westerse culturen, want Westerse mensen vinden gemiddeld als iets laags/ te goed klinken, waardoor mens altijd zal zeggen dat ze beter dan gemiddeld zijn.
Mutual self enchancement
jezelf opkrikken door anderen een complimentje te geven en indirect een complimentje over jezelf uit te lokken wat goed is voor jouw self-esteem.
Tactical self enchancement
het idee dat mensen van verschillende culturen allemaal aan self-enhancement doen, maar dit op verschillende manieren doen.
Sociale identiteit
het gedeelte van iemands zelfconcept wat gebaseerd is op het lidmaatschap van groepen of behoren tot een bepaalde groep. Een voorbeeld hiervan is etnische identiteit
Etnische identiteit
het idee dat je met anderen dezelfde culturele achtergrond hebt, dezelfde afstamming deelt, dezelfde taal spreekt, dezelfde tradities hebt, en vaak ook dezelfde religie aanhangt of uit hetzelfde gebied komt.
Persoonlijke identiteit
gekarakteriseerd door de kwaliteiten en eigenschappen die iemand onderscheiden van een ander.
Collectieve identiteit
gekarakteriseerd door de herkenning dat we tot sociale categorieën behoren, zoals beroep, geloof of cultuur.
Relationele identiteit
gekarakteriseerd door de kwaliteiten van onszelf in relatie tot anderen.
Culturele identiteit
gekarakteriseerd door psychologisch lidmaatschap van een cultuur.
Raciale identiteit
gekarakteriseerd door psychologisch lidmaatschap van een bepaalde raciale groep.
Partiële identiteit
Iedereen behoort tot meerdere categorieën. Afhankelijk van
de context worden bepaalde identiteiten saillant (meer aan de orde). Het aantal identiteiten/rollen is afhankelijk van levensstadium (dit loopt op door de jaren heen en af naarmate men heel oud is). Er zijn culturele verschillen in het aantal partiële identiteiten.
Partiële identiteit in niet traditionele culturen
laag aantal identiteiten, omdat men weinig in aanraking komt met andere contexten.
Partiele identiteit in Traditionele culturen
hoog aantal identiteiten.
Biculturisme
wil zeggen dat je zelf twee culturele voorkeur frames of reference hebt. Vroeger werd biculturisme gezien als iets negatiefs en onwenselijk, omdat het zo complex was dat het managen van twee referentiepunten ambiguïteit, identiteitsverwarring en normloosheid genereert. Later werd het alleen als slecht gezien als het conflict geïnternaliseerd werd en het hebben van normen in de subcultuur is een buffer.