H4.1: Organisatie van het zenuwstelsel Flashcards

(48 cards)

1
Q

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

A

De hersenen (inclusief opticus en retina) en het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat het perifere zenuwstelsel?

A

Perifere ganglia, receptoren en perifere delen van spinale zenuwen en hersenzenuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat valt onder het autonome zenuwstelsel?

A

Interne zaken zoals de spijsvertering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat valt onder het somatische zenuwstelsel?

A

Aansturing van het bewegingsapparaat (spieren en gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet het sensibele zenuwstelsel?

A

Opgenomen informatie naar de hersenen en het zenuwstelsel brengen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doet het motorische zenuwstelsel?

A

Informatie naar de organen sturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de verschillende organisaties van het zenuwstelsel?

A

Centraal/perifeer, autonoom/somatisch, sensibeel/motorisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaan de hersenen?

A

Telencephalon en cerebrum
Diencephalon en thalamus
Mesencephalon
Metencephalon (pons &cerebellum)
Myelencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de Pons?

A

De verbinding tussen de grote en kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het Cerebellum?

A

De kleine hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar begint de hersenstam?

A

Vanaf het mesencephalon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uit welke drie gebieden bestaat de hersenstam?

A

Mesencephalon (middenhersenen), pons en medulla oblongata

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

A

Het telencephalon, diencephalon, cerebellum, hersenstam en het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waaruit bestaan windingen in de hersenschors?

A

Gyri en sulci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gyri en sulci?

A

De gyri zijn ingesloten door groeven: de sulci

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de grijze stof?

A

De buitenzijde van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waaruit bestaat de grijze stof?

A

Cellichamen, dendrieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waaruit bestaat de witte stof?

A

Gemyeliniseerde axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn loci?

A

De hersengebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

In welke vier delen worden de hersenen gesplitst door de sulcus centralis en sulcus lateralis?

A

Frontalis
Temporalis
Parietalis
Occipitalis

21
Q

Wat is de functie van de frontalis?

A

Beslissingen maken en nadenken

22
Q

Wat is de functie van de temporalis?

A

(Onder de sulcus centralis) belangrijk voor geheugen en herkenning van emotie

23
Q

Wat is de functie van de parietalis?

A

(Achter de sulcus centralis) gebied voor aandacht

24
Q

Wat is de functie van de occipitalis?

A

Visuele verwerking –> zicht

25
Wat is de corpus callosum?
Verbindt de twee hersenhelften en zorgt voor de uitwisseling van informatie ertussen/
26
Wat is kenmerkend voor sensibile vezels?
Dat een ganglioncel vlakbij het ruggenmerg of de hersenstam zit.
27
Wat is de functie van de thalamus?
Daar komt de informatie vanuit het ruggenmerg via de hersenstam; hier gaat alle sensibele informatie naartoe en geeft deze weer door.
28
Wat is de functie van de gyrus postcentralis?
Neemt somatosensibiliteit waar van het lichaam (aanraking, pijn en temperatuur)
29
Wat is de nervus opticus en hoe wordt de informatie vanuit daar doorgegeven?
Het oog. Via de thalamus naar de occipitaal kwab (visuele schors)
30
Hoe werkt de informatieoverdracht van gehoor?
Hersenstam > primaire gehoorschors in temporaalkwab
31
Wat is de fusiforme gyrus/lobus temporalis?
Een speciaal gebied dat te maken heeft met de verwerking van gezichten
32
Wat is het ruggenmerg?
een erg lange streng met segmenten die uitlopen naar je ledematen.
33
Wat zijn de twee kanten van het ruggenmerg en wat doen ze?
1. Somatische kant: sensibele input, motorische output, lokale circuits en corticospinale banen. 2. Autonome kant: sympatische grensstreng
34
Sensorisch systeem werking (BEHALVE REUK: DIRECT)
input > thalamus > primaire schors > secundaire schors
35
Motorisch systeem werking
output > primaire motorische schors > ruggenmerg > skeletspieren
36
Waar is het cognitieve systeem/associatieve schors belangrijk voor?
planning
37
Waaruit bestaat het limbische systeem en waar is het belangrijk voor?
-amygdala, hypothalamus, insula - emoties en pijn
38
Uit welk structuur ontstaat de pons?
Metencephalon
39
Welk sensorisch systeem loopt niet via de thalamus?
Reuk
40
Wat stuurt de amygdala?
Emoties
41
Wat stuurt de insula?
Pijn
42
Wat zijn lokale circuits?
Reflexen
43
Waar zit de somatosensorische schors?
Parietaalkwab
44
Wat is de gyrus precentralis?
De primaire motorische schors
45
Wat is de gyrus postcentralis?
De somato-sensibele schors
46
Wat is het gebied van Wernicke?
Taalschors, sensibel taalgebied
47
Wat is het gebied van Broca?
Taalschors, motorisch taalgebied?
48